Een BELEZEN HEER in de BERGERMEER? Midden bij pijl de hoeve Onverwagt. Op dit kaartje is het noorden links. (Uit: Kaartboek Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West- Friesland, 1745; opnieuw uitge geven in 1970 bij Canaletto, Alphen aan de Rijn). KARIIN SUNDSBACK Een 18e eeuwse pachter en zijn merkwaardig boekenbezit* Een schrale inboedel, maar toch veel boeken Cornelis Spruijt, was jarenlang pachter op de hoeve Onverwagt in de Bergermcer toen hij in januari 1766 kwam te overlijden. Zijn dochter, Geertje Spruijt, liet hierop zijn boedel door notaris W.L. Ivangh beschrijven. 'Staat en Inventaris van alle zodanige goederen als wijlen Cornelis Spruijt en desselfs voorover- leeden buisvrouw Aagje Cornelisdr. respectieve lijk alhier in de Bergermcer op de boere wooning genaemt 'ONVERWAGT' in 't in 't laest van de maand Januarij deses, en 't laest der maand Maij des voorleeden jaers, met 'et- dood hebben ontruijmt en nagelaten: gedaen maken door Geertje Spruijt, meerderjarige dogter van wijlen voornoemde Cornelis Spruijt en Aagje Cornelisdr. ter requisitie en verzoek van Jan Swakman Piet er van der Busse, wonende alhier en in de Egmondermeer, als volgens appoinlement van weesmeesteren deezer heerlijkheid in dato 7' deezer, ben effens Cornelis Aarjensz. Metzelaer gecommitteerd en aengesteld tot voogden over de drie nog min derjarige kinderen van voorgemelde Cornelis Spruijt en Aagje Cornelisdr., met naemen Maarten, Jacob en Jan Spruijt zoo en in dier voegen als hier nae is volgende. Uit de voorwerpen en meubels die in deze boedelbeschrijving voorkomen, valt af te leiden dat Cornelis Spruijt niet vermogend is geweest, maar wel een goed leven heelt geleid. Hoeve Onverwagt bevatte niet veel kamers, alleen een voorkamer met vier bedden, een tafel, stoelen en wat linnengoed, en de woonkeuken waarin geleefd werd. Daarin stonden ook een tafel en stoelen (waaronder een leunstoel), koperen ketels, borden, bestek en koppen, alsmede melkemmers, wastobben en een bedbankje. Verder bevatte het huis een kelder, een zolder en een schuur die gebruikt werd als opslag ruimte. Alle vertrekken waren praktisch en zonder luxueuze voorwerpen ingericht. Verder staat nog als veestapel vermeld: vier koeien, twee kalveren, een paard en tot slot nog 'neegen en dertig hoenderen van onderschijde vederen dog meerendeels wil gepeld'. Cornelis Spruijt heeft dus in een sober interieur een eenvoudig landelijk leven geleid. Het is daarom des te verwonderlijker dat er in de beschrijving van zijn boedel sprake is van een boekenkist met een flink aantal vaak prijzige boeken. Hoewel steeds meer mensen in de 18' eeuw konden lezen en schrijven, werden uitgebreide

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2005 | | pagina 5