ANTI-JOODSE MAATREGELEN IN BERGEN TIJDENS DE DUITSE BEZETTING - DEEL 2
9
Jaap en Dit
Hemelrijk
in 1920.
(Bezit familie
Hemelrijk).
Het bejaarde kunstenaarsechtpaar Moriz Israël Reif en Bcrtha
Sara Strakosch kwam vanuit Wenen naar Bergen. Zij
verbleven in pension De Haemstedc aan dc Breelaan. Na het
bericht dat de Bergense joden in april 1942 naar Amsterdam
moesten, kreeg het echtpaar toestemming van de Sicherheitsdienst
om in Bergen te blijven. Na verloop van tijd moest het echtpaar
toch naar Amsterdam. In maart 1943 gingen zij naar Wcsterbork.
Op 6 april werd het echtpaar vanuit Westerbork op transport
gezet naar Sobibor. Aldaar zijn Moriz Israël Reif en Bertha Sara
Strakosch op 9 april 1943 omgebracht.
In pension De Haemstedc verbleef ook de weduwe Ida
Loewenthal-Levy. Zij was uit Berlijn gevlucht. Ida overleed te
Bergen op 23 april 1942.
Marie of Mies Bloch huwde in 1933 in Amsterdam met de arische
Reinier Wijnand Snapper. Reeds in de jaren dertig
ontwierp Marie kruissteekpatronen voor het vrouwenblad
Margriet. In de hoofdstad kwam in 1938 dochter Saskia ter
wereld. In datzelfde jaar verhuisde het gezin naar Bergen. Saskia
was geclassificeerd als 'halfjoods. Van het gezin liep alleen Marie
gevaar. Na de afkondiging van de evacuatie van Bergense joden
mocht Marie op de Adama van Scheltemawcg 7 blijven wonen
omdat zij gemengd gehuwd was. Na verloop van tijd moest ze op
last van de bezetter toch naar Amsterdam. In de hoofdstad
beleefde zij dc bevrijding. Na de bevrijding woonde ze een tijdje
in Alkmaar alvorens ze weer in Bergen kwam wonen.
De leraar Raphaël Jesaias Spitz huwde in 1916 in Apeldoorn met
de arische Anna Hermina Wcgerif. Hoewel het echtpaar in
Amsterdam woonde, werden Judith in 1919 in Apeldoorn,
Hcrbert in 1921 in Apeldoorn en Gideon in 1925 in Zandvoort
geboren. Vanuit Amsterdam verhuisde het gezin naar Bergen,
Karei de Grotelaan 16. In 1942 woonde het gezin inmiddels op
dc Prinsesselaan 32. Van dit gezin liep alleen Raphaël gevaar.
Zijn kinderen waren als 'halfjoods aangemerkt. Na de
afkondiging van de evacuatie van Bergense joden mocht Raphaël
blijven omdat hij gemengd gehuwd was. Door het ontbreken
van een verklaring van gemengd gehuwd zijn, belandde hij in
oktober 1942 in Westerbork. Na een verzoek 'urn Rückstellung
und Freistelling vom Arbeitseinsatz' omdat hij gemengd
gehuwd was, kwam hij diezelfde maand nog vrij en ging naar
Amsterdam. In de hoofdstad beleefde Raphaël de bevrijding
en vertrok vervolgens naar Epc, waar dc rest van het gezin
inmiddels woonde.
De muzikant David Swaab trouwde in 1926 met de arische Alida
Bcrnardina Beekman. Hun dochter Johanna Isabel kwam in 1927
in Amsterdam ter wereld. Het gezin vertrok in 1941 naar Bergen,
Dr. Van Peltlaan 26. David speelde viool in een orkest dat al enige
tijd was ingehuurd door Dc Rustende Jager. Van dit gezin liep
alleen David gevaar. Zijn dochter was als 'halfjoods geclassifi
ceerd. Het gezin vertrok zelf al eind maart 1942 naar Amsterdam.
Na verschillende werkkampen in Nederland in 1943 en 1944
woonde David weer in Amsterdam. In deze stad beleefde hij dc
bevrijding en bleef daar wonen.
Diamantslijper Simon Trijtel huwde in 1915 in Amsterdam met
Heintje Melkman. Twee jaar later kwam hun zoon Abraham ter
wereld. In 1920 verhuisde het gezin naar Bergen en woonde eerst
op de Zuidlaan 17 en vervolgens op de Breelaan 79. In Bergen
werd in 1921 dochter Sonja geboren. In 1926 verhuisde dit gezin
terug naar Amsterdam. In 193S keerden zij weer terug naar
Bergen. Hun zoon Abraham bleef in Amsterdam wonen. Terug
in Bergen runde het echtpaar Trijtel het pension Dc Reigershoek
aan dc Breelaan. Dochter Sonja vertrok in 1941 naar Amsterdam.
Sonja en Abraham staan niet op de Bergense registratielijst. Het
echtpaar vertrok in april 1942 op last van de bezetter naar
Amsterdam. Zij bemachtigden in Amsterdam een zogenaamde
'sperre'. Deze vrijstelling hield stand tot juni 1943. In die maand
moesten Simon en Heintje naar Westerbork. Een paar weken
later werd het echtpaar op transport gezet naar Sobibor en is daar
op 2 juli 1943 omgebracht.
De dichter-essayist en literair criticus Victor Emanuel van
Vriesland verbleef reeds in 1928 een tijdje in Bergen, waarna hij
naar Amsterdam vertrok. Na het overlijden van zijn eerste vrouw
in 1933, trouwde hij vijf jaar later met de arische Antonia
Wilhelmina van der Horst. Victor begon zich na de Duitse inval
in Amsterdam onbehaaglijk te voelen en verhuisde in februari
1941 met Antonia naar Bergen. Na de afkondiging van de
evacuatie van Bergense joden naar Amsterdam mocht Victor
blijven omdat hij gemengd gehuwd was. In 1943 moest ook hij
naar Amsterdam. Hij vertrouwde de situatie niet en dook onder.
Victor beleefde in Dalfsen de bevrijding. Na de bevrijding
woonde hij in Amsterdam.
Betsy Weijl werd in 1917 in Bussum geboren als dochter van
Emilc Weijl en Betsy Polak. Na de scheiding van haar ouders
kreeg haar moeder een verhouding met kunstschilder Jacob
Gerrit Weijand. Betsy en haar zus Hanny werden in het gezin
Weijand als stiefdochters opgenomen. Dit gezin verhuisde in
1918 vanuit Amsterdam naar Bergen. In maart 1942 diende Betsy
een verzoek in voor 'herclassificatie'. Zij was niet geboren uit het
huwelijk van Emile Weijl en Betsy Polak, maar verwekt uit dc
samenleving van Jacob Gerrit Weijand en Betsy Polak, zo schreef
Betsy. Ze zou dan ook geen vier maar twee joodse grootouders
hebben. Generalkommissar fiir Venxallung und Justiz willigde
haar verzoek om herclassificatie van 'vol'joods naar 'halfjoods
in. Dit betekende dat Betsy in Bergen mocht blijven en trouwen
met de arische kunstenaar Willem Reijers. Na een tijdje in
Alkmaar te hebben gewoond, keerde ze terug naar Bergen.
Anna Zegerius werd geboren in 1900 in Amsterdam. Ze vertrok
in 1936 vanuit Amsterdam naar Kerkstraat 9, 't Zonnehuis te
Bergen aan Zee. Ze was ongehuwd en lerares van beroep. Na de
afkondiging van de gedwongen verhuizing van Bergense joden
moest zij naar Amsterdam. In datzelfde jaar ging ze op transport
naar Duitsland. Anna overleefde de oorlog en keerde terug naar
Bergen.