bergen 1 sectie c <1 fc»\ Nummer 175 (nu Brechtje Olsthoorn Interieurs) was samen met kavel 176 in 1832 in het bezit van Willem Blokker. Kavel 180 is in liet bezit van de gemeente en op dit perceel zal de 'Dorps-Baan-Erf' gelegen hebben, dat waarschijnlijk als vuilnisplaats gediend heeft. Ter oriëntatie, nr. 179 is de vroegere pastorie, nu architectenbureau Min 2. Nr. 163 is nu Geerts automuseum. Ruïnelaan 11. (Kaartje Kadaster. 1832, getekend H.J. Min). van Een Gulden. In buitengebieden van oost- Nederland is het nog steeds de gewoonte op zaterdag de erven rond de boerderijen en huizen aan te harken en de tuinen te schonen zonder dat hier een boeteregeling van kracht is. Omdat er in die dagen nog geen gemeente lijke vuilophaaldienst bestond, draagt art. 3 van de keur een oplossing aan. Alle Vuilnis en Onreinigbeden biervoor bepaald, zal een ieder op zijn Eigendom of gebuurde moeten bonden, terwijl de Ingezetenen van de Kerk en Molenbuurten worden vrijgelaten, om bet zelve te mogen brengen in bet Dorps-Baan-Erf, gelegen belendende de tuin van H. Blokker op den boek van den genoemden, bezuidwesten de Tuin annex De EI of stede van de Wed.w. Siemon Wildeboer en wel ter plaatse en op de boogte, alwaar bereids een Paal staat of nader zal worden gesteld, op eene Boete van Drie Gulden. Sinds kort staan in ons dorp ook palen met de tekst 'verzamelplaats blad'. De keur gaat verder, waarbij artikel 4 bepaalt, dat bij overtreding of onwilligheid de boeten telkens zullen worden verdubbeld tol aan bet montant van eene Boete van Twaalf Guldens..., dat de opruiming van het vuil ten kosten van de nalatigen zullen worden aanbe steed, welke de aanneemspenningen dadelijk zullen moeten opleggen en voldoen. De bekeu- ringe zal telkens met eene tusscben ruimte van 24 Duren kunne worde gedaan; is in artikel 5 te lezen terwijl de ouders aansprakelijk zullen worden gesteld voor de misdaden ^overtre dingen] van hun minderjarige kinderen. Het is in deze tijd van wegwerpcultuur met een overvloed aan onverteerbaar afval zoals blik, glas en plastic moeilijk voor te stellen wat voor vuilnis toen toch nog op straat zwierf. In de toenmalige behuizing brandde zowel 's zomers als 's winters een vuur voor het Impressie dorpsaanzicht Bergen begin 1800. Tekening van Piet Bijwaard, oktober 2004. bereiden van de maaltijd. Dat vuur werd ook gevoed met aller hande brandbaar afval zoals klompen, schoenen, afvalhout en dergelijke. Kapot aardewerk, oude dakpannen en ander steengoed werd gebruikt voor verharding van de paden op de erven. Verteerbaar afval werd voorzover dit niet kon dienen als voedsel voor kippen, konijnen en andere dieren, vooral vanwege de zan derige grond van Bergen veelal gecompostcerd ter verbetering van deze schrale grond. Ook heeft de keur een sociale kant, zoals artikel 6 laat zien. Eén derde van de boete gaat naar de gemeene Armen terwijl de Schout ook één derde mag innen. Het laatste derde deel is voor de bekcurder, diegene die de overtreding heeft geconstateerd. Hoe het volk van de inhoud van deze keur op de hoogte wordt gesteld, vermeldt het zevende, tevens laatste artikel. De Bekeuringe zal door een iegelijk der Ingezetenen kunne worde gedaan; terwijl den Bode en den Veldwagter Speciaal worden geaulboriseerd en Gelast aan de naauwkeurige uilvoeringe deser Ordonnantie de band te bonden En op dat niemand biervan eenige onw eten beid voorwende, zal dese na voorgaande klokken Geklep worde Gepubliceerd en Geaffigeerd, ter plaatse, alwaar zulks te doen gebruik lijk is, en dat zulks 's Jaarlijks zal worden herbaald. En ten Einde dese Bepalingen de vereisebte Kracht en Klem bij te zetten zal dese worde gezonden aan H.E.G. Acbtb. de Gedeputeerden Staten van Noordbolland ter Approbatie ^goed keuring]. Opmerkelijk is het dat de keur wordt Gearresteerd bij den Gemeente Raad van Bergen Den 11 Juli) 1818. In kennisse van mij Secretaris - en dat in de tijd van de trekschuit en de postkoets reeds op 30 july 1818 de goedkeuring van Gedeputeerde Staten wordt verleend. Op 23 mei meldt de burgemeester van Bergen dat op 20 april 1837 onder nr. 54 het artikel 6 volgens Dispositie van EI.E.G. Acbtb. gerooyeerd, terwijl de boeten in deze voorkomende moet worden gestort in de kas der Gemeente. Bovenomschreven keur uit 1818 leert dat milieuvervuiling, zoals dit heden ten dage genoemd wordt, niet van gisteren of vandaag is.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2005 | | pagina 13