Drek en Ier Iets over milieuzorg uit vervlogen tijden RU WAALEWIJN De Gemeente Raad van de Heerlijkheid Bergen in Kennemerland, hoe langs hoe meer tot haar Leedwesen ondervindende, dat veele Ingezetenen zig niet ontzien om Asch, Vuilnis, Steenen, ruigte, ier, Drek, Mest en andere Soorten van ontcieringen en Vuiligheden te leggen en werpen op, in en aan des heerlijksheid en Dorpswegen en Gronden, en dat ok veele Ingezetenen in de zogenaamde Kerk- en Molenbuurten zo als altijd bevoorens heeft plaats- gehad verzuimen en nalaten de gronden neffens hunne Eigendommen en gehuurde Strekkende langs voor gemelde Wegen, te zuiveren en Schoon te houden maar in tegendeel te laten vervuilen en verwaarlozen, en daarop allerlij onreinigheden blijven en laten leggen, alles tot merkelijke verval, ontluistering, ontciering en gemeen aanzien van gemelde Wegen en gronden. |2Jit is dc aanhef van een raadsbesluit tot vaststelling van een keur, gedateerd 11 juli 1818 (Regionaal archief Alkmaar, Inv. Secretarie archief Gent. Bergen 1811-1921 nr. 132). De Kerk- en Molenbuurten telden in die dagen slechts circa 50 onderkomens en omvat ten een gebied ongeveer begrensd door dc Kleine Dorpsstraat, die toen doorliep tot dc Hoopweg in het noorden. Dc oostelijke begrenzing was de St. Antoniusstraat en de zuidelijke grens werd gevormd door de Molenstraat. Westelijk was het begin van dc Dorpsstraat ongeveer het einde van de Kerkbuurt. Daarbuiten stonden verspreid nog enkele onderkomens. De buurtschappen Oostdorp, Westdorp en Zanegcest vielen blijkbaar buiten dc invloed van de keur. Of het hier buurten betrof die minder vervuild waren, vermeldt het archiefstuk niet. Het raadsbesluit gaat voort met: Overwegende dat zodanige handelingen en Misbruiken zoo veel mogelijk dienen te worden gestuit en dat de goede administratie en Orde welke in vroeger tijde te dezer zake gemaintineerd weder behooren te worden tot Stand gebragt. Dan volgt er een tweetal artikelen van wetten waarop het raadsbesluit stoelt. Heeft onder Goedkeuring en na ingenomen Consideratiën en Advis van den Hoog Wel geb: Jonkbr. Willem Philip Barnaart Heer van Bergen in Kennemerland, tot behoud van de goede Orde en Policie en tot weringe van alle misbruiken, Gekeurd, Geordonnerd en Gestatueerd zoo als Gekeurd, Geordonnerd en Gestatueerd wordt bij deze. Artikel 1 stelt een boete van Eén Gulden telken rij se elke keer] op ieder Object te Verbeuren aan de vervuiler voor het leggen van alle soorten van Vuiligheden hoe ook genaamd te leggen werpen of brengen, in wat opzigte ook op 'sHeerlijksheid of dorps wegen, Gronden en Eigendommen, Voet of Toepaden. Om de juiste hoogte van deze boete thans te kunnen beoordelen is een vergelijking gemaakt met het inkomen van gemeentelijke functionarissen omstreeks 1800, bijvoorbeeld een schoolmeester: ƒ200 - ƒ300 per jaar en een vroedvrouw ƒ150 per jaar, zodat dc boete neer zou komen op anderhalve dag salaris van een schoolmeester of twee dagen van een vroedvrouw. Ingevolge artikel 2 zijn de ingezetenen van de Kerk- en Molenbuurten gehouden voortaan sjaarlijks in de zomer maanden, Aanvang nemende met de maand Meij en eindigende met de maand Augustus alle weken des Zaterdags netjens hunne Huisen en Erven allerleij gewassen uitterooijen en tot op de helft der daarnevens strekkende Wegen en Paden zuiveren en geheel opharken, en het Vuilnis daarvan afkomende te vervoeren..\n dit verband is het goed zich te realiseren dat de wegen veelal onver hard waren. Honden, kippen en kleinvee liepen hier en daar vrij rond het erf. Paardcntractic leverde ook dc nodige uitwerpselen op de soms door regen pruttigc wegen, die 's zomers in droge perioden juist stoffig waren. Van riolering was in die dagen geen sprake zodat de 'plee' veelal boven een beerput voor afvoer van drek moest zorgen. De boeren deponeerden hun uitwerpselen meestal op dc mesthoop die later over hun land werd verspreid. Zuinigheid met vlijt. Artikel 2 gaat verder met: ten einde dese bepaling zal kunne effect genieten, zal ieder Bewoonder of Huurder van, en de Eigenaars van de onverhuurden Kapitalen, indien hieraan elke week op Zaterdag Avond na de Publicatie en Effexie deses in voegen als voren ten 9 Uuren niet zal zijn volbragt voor ieder perceel dat in gebreeken wordt bevonden, verbeuren eene Boete 'l/U. Asz- VÖcC, QfAX/'Vg/ïêS},<y2z-n ei Jfóp* De keur van 11 juli 1818.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2005 | | pagina 12