En de prenten waren niet alleen voor kinderen bestemd.
Wat denkt u van het gedicht:
'Dat is verschrikk'lijkziet eens hier!
Het is een mensch - maar 't lijkt een dier! man laveloos in
kruiwagen)
Ach! kan de drank ons zóó verlagen!
God! laat mij al mijn levensdagen,
Van zulk bedriegelijk venijn,
In Uwe vreeze, afkeerig zijn
En steun de pogingen dier menschen,
Die van dien drank verbanning wenschen.
(Spreuk. 23, vs 34 en 35)
Zo bevat de collectie van het museum afbeeldingen voor
groot en klein, gedrukt te Haarlem, 's Gravenhage, Purmerend,
Epinal en Turnhout. Deze laatste heeft tekst in het Nederlands en
Frans. Over heel Europa werden de prenten gemaakt en verkocht
of cadeau gegeven, zoals op scholen als beloning voor goede
resultaten. De oudste prent van Het Sterkenhuis dateert van
1790-1800 en vertoont allerlei rare neuzen. Deze is ingekleurd
met grove kleurstempels en voorzien van teksten. De jongere
platen zijn gekleurd door chromolithografie (kleurensteendruk)
en zien er veel fabrieksmatiger uit. Ze zijn voorzien van de
firmanaam van de grossiers zoals 'Meyersprenten' en 'Funke's
prenten
De naam 'heiligjes' raakte uit gebruik. Men is het
'centsprenten' gaan noemen en weer wat later kinder- of
schoolprenten. Ze bleven echter goedkoop en men kocht ze
meestal per album van 16 of 32 exemplaren.
Na de Tweede Wereldoorlog stopt het drukken van deze
losse prenten en ontstaan de stripboekjes zoals Mickey Mouse,
Donald Duck, enz., waarin opvoedkundige aspecten niet zozeer
de boventoon voeren. Maar ook in Bergen zullen in het verleden
veel kinderen en volwassenen de centsprenten bekeken, gelezen
en aan de muur gehangen hebben.
De collectie omvat meerdere prenten waarop kinderen
gestraft worden voor ongehoorzaamheid. Bijvoorbeeld een meisje
dat snoept uit de honingpot. De pot valt over haar hoofd en zij
sterft. Of een jongen die met vuurwerk speelt en blind wordt.
Of het verhaaltje van een vervelend ongezeglijk jongetje dat op
de torenhaan wil rijden. In de nacht komt de haan en neemt het
jongetje mee naar de torenspits.
'En reeds was het helder dag, toen men hem daarboven zag.
Ieder lacht den boozen guit voor zijn straf nog hartlijk uit,
Tot een leijendekker kwam en hem naar beneden nam.
Poef! Paf! en zie, het stoute
Is nu voor heel zijn leven blind.