jL
HET DUINMUSEUM IN BERGEN AAN ZEE
Tegenover het duindiora
ma is het groene en zompige
polderdiorama opgebouwd.
Het beeldt het landschap uit
zoals dat zich destijds
voordeed tussen Bergen en
Egmond. Aan opgezette die
ren treffen we onder andere
aan: egel, knobbelzwaan,
blauwe reiger, roerdomp,
grote zaagbek, porcelcinhoen,
bruine kiekendief alsmede
topper- en tafeleend.
Ook aan de vogels van
zee en kust is aandacht
besteed. Zo kunnen we
kennis maken met de bonte-,
de paarse-, de steen- en de
kleine strandloper, met de
zeekoet, de alk en met
prachtige exemplaren van de
parel-, de roodkeel- en de
ijsduiker.
Een centrale plaats wordt
in het Duinmuseum ingeno
men door de lessenaarsvitrine.
Hierin vinden collecties als
van weleer een plaats: schel
pen, dag- en nachtvlinders,
andere insecten zoals bijen,
wespen, hommels en
verschillende groepen kevers
en andere, in het veld waar te
nemen curiosa.
Net als in de eerste jaren
van het museum liggen er
boekjes ter inzage, alleen
betreft het nu een nieuwere
editie. Bovenop de vitrine
staan enkele glazen potten
met verschillende schepselen
'op sap'. Wc herkennen de
zeekat, een eendenpul en een
cilinderglas met enkele
exemplaren van een zeldzame
vissensoort: de makrcelgccp.
Al dit moois kon stand
houden tot 1962, het jaar
waarin de beheerder vertrok.
Van Duinmuseum
tot schildersatelier
De gemeente Bergen kon of
wilde de collectie niet langer
beheren en bijeen houden.
Zo werd een deel van de
opgezette vogels in bruikleen
ondergebracht bij de diverse
scholen in Bergen; andere
delen van de collectie gingen
mogelijk naar de bruikleen
gevers of verdwenen anders
zins. De gemeente Bergen
richtte zich in deze jaren tot
Zeekoet
(uit: Gids voor
het Duinmuseum).
Eén van de
naslagwerken
in de
'lessenaar-
vitrine'. (Coll.
DAG. Buizer).
Oók voor de
kleine biblio
theek van het
Duinmuseum
droeg de N.V.
Bouw Expl. Mij.
Bergen aan Zee
zorg. (Coll.
D.A.G. Buizer).
cyrz/i A. ce
N.V. Bouw Expl. Mi
BERGEN AAN ZEE
Literatuur
- Boersma, B., Gids voor het Duinmuseum, 1956
- Buizer, D.A.G.Het Parnassiapark. In: H.Jellema (red.),
Bergen aan Zee, badplaats sinds 1906. Pirola, 1981.
- Reenen, M. van - Völter, De heerlijkheid Bergen in woord en beeld,
Alkmaar 1948.
- Tamis, Arie, Korte historie van het voormalig Duinmuseum.
Groengeest 1984.
de heer A.L. van Reenen met
het verzoek af te mogen
wijken van de beperking om
het gebouwtje uitsluitend
voor natuureducatieve doel
einden te mogen gebruiken.
Zo vonden de beeldend
kunstenaars Kees Jansen en
Nico van Stralen een tijdelijk
onderdak aan zee voor hun
atelier. Formeel duurde deze
periode tot 15 juni 1976 en
op 1 maart 1977 kon het
gebouwtje weer voor het
oorspronkelijke doel in
gebruik worden genomen.
Van passieve naar
actieve natuureducatie
Opnieuw toog een koppel
natuurenthousiastelingcn aan
de slag, ditmaal vooral vere
nigd in de afdeling Noord-
Kennemerland van het TVN,
vereniging voor natuur- en
milieueducatie'. Breed overleg
van het IVN-bestuur met
onder andere mevrouw Van
Reenen-Rahusen, vertegen
woordigers van gemeente,
Staatsbosbeheer, Provinciaal
Waterleidingbedrijf van
Noord-Holland en het
Wereld Natuur Fonds leidde
ertoe dat er middelen werden
gevonden om het gebouwtje
vanaf die tijd aan de verande
rende, vernieuwende functie
aan te passen en te kunnen
exploiteren.
Op 30 april 1977 ver
richtte de burgemeester de
openingshandeling: voor de
derde maal was een officiële
opening een feit!
De nieuwe eeuw
Parnassia, zoals het natuur-
centrum inmiddels werd
gedoopt, leidt tegenwoordig
een bloeiend bestaan en kent
een veelzijdige functie. Mede
daardoor was het mogelijk
een uitbreiding tot stand te
brengen, die door de huis
eigenaar, de gemeente Bergen,
kon worden gefinancierd.
Het vergrote en heringerichte
Parnassia was daarmee geheel
voorbereid op de nieuwe tijd
toen het op 18 mei 2001
nogmaals officieel in gebruik
werd genomen.