-5 Interieur van de Ruïnekerk met doophek en voorzangers lessenaar. Ongedateerde foto, vermoedelijk rond 1900. (Archief Kerkvoogdij Hervormde Gemeente Bergen NH). aan te schaffen. Dat laatste gebeurde in de Ruïnekerk pas in het midden van de 19' De aankoop van een Hinsz- orgel uit Deventer In 1854 werd er onder de Bergense gemeenteleden geld ingezameld 'tot het stichten van een Orgel in de Hervormde Kerk te Bergen'. De bewaard gebleven lijst van gulle gevers laat zien dat er in korte tijd ruim 600 gulden bijeen werd gebracht. De namen van menige notabele zijn op de lijst aan te treffen, zoals die van Jan Jacob van Reenen (de vader van de latere Bergense burgemeester Jacob van Reenen) en domi nee Bouricius Tenckinck. Ook de koster/voorzanger Pieter Snijders deed een duit in het zakje. Van de orgel maker Carl Friedrich August Naber uit Deventer, die in 1854 in Alkmaar verbleef van wege werkzaamheden aan de orgels van de Grote Kerk, vernamen de kerkvoogden dat deze de Bergense Hervormde Gemeente wel aan een bruik baar orgel kon helpen. Naber had namelijk in 1853 een nieuw orgel gebouwd voor de Lutherse Kerk te Deventer en bood aan om het oude orgel, dat in 1739 door de befaamde Groningse orgelmaker Albertus Anthoni Hinsz (1704-1785) was gebouwd, over te plaatsen naar Bergen. Het kerkbestuur ging akkoord en in 1854 werd het Hinsz-orgel in de Ruïnekerk geplaatst, alwaar het op 19 november van dat jaar werd ingewijd5. Daarmee beschikte de kerk voor het eerst sinds zeer lange tijd weer over een orgel. Toch zou dit orgel niet lang in de Ruïnekerk blijven. In 1912 werd er een fonds ingesteld ten bate van de aan schaf van 'een beter orgel'. Een jaar later, in 1913, werd het Hinsz-orgel verkocht aan de Gereformeerde kerk te Wormerveer, waarna het via de Hervormde hulpkerk van Edam (1932) in 1963, in sterk uitgebreide vorm, een plaats kreeg in de aula van de Rijksuniversiteit van Utrecht (de voormalige Kapittelzaal naast de Domkerk). De aankoop van het Kruse- orgel uit Koog a/d Zaan De overplaatsing van het Hinsz-orgel naar Wormerveer werd uitgevoerd door de orgelbouwer Hendrik Wicher Flentrop uit Zaandam. Deze had de Bergense Kerkvoogdij geadviseerd om het orgel van de Hervormde Kerk van Koog a/d Zaan (waar hij zelf als organist werkzaam was) aan te kopen. Dit instrument was in 1886 voor deze kerk gebouwd door de Leeuwarder orgelbouwer Johan Frederik Kruse (1848-1907) als één- klaviers balustrade-orgel met zijkantbespeling. Binnen in de orgelkas zijn nog steeds de met potlood geschreven namen leesbaar van de balgen- treders die bij de ingebruik name in Koog a/d Zaan op 19 september 1886 'wind gemaakt' hebben! Op 12 mei 1913 werd een contract gete kend tussen Flentrop en de kerkvoogdij, waarbij tevens werd bepaald dat het orgel bij overplaatsing zou worden uitgebreid met een tweede klavier. De grote restauratie en uit breiding van kerk en orgel, 1955-1961 Alhoewel er in de jaren dertig en veertig uitgebreide herstel Technische gegevens van het Hinsz-orgel De dispositie [de samenstelling van de registers van het orgel] was bij de plaatsing in Bergen in 1854 als volgt6: Manuaal [C-c"'] Holpijp 8' Prestant 4' Viola di Gamba 4'* Roerfluit 4' Quintfluit 3' Octaaf 2' Mixtuur 3-4 sterk Dulciaan 8' Pedaal aangehangen tremulant ventiel "oorspronkelijk een Sexquialter In 1885 wordt het orgel eveneens beschreven in de dispositiever zameling van de Rotterdamse organist Marinus van 't Kruys, die de heer J. Francken als organist vermeldt. Het mocht dan welis waar een bescheiden instrument zijn met slechts één klavier, acht registers en een aangehangen pedaal, het was wel gebouwd door een zeer vermaarde 18'-eeuwse orgelbouwer! lingen aan de Ruïnekerk had den plaatsgevonden, was de conditie van het gebouw aan het begin van de jaren vijftig van dien aard dat aan een grote restauratie niet meer viel te ontkomen. Daarnaast wilde de kerkelijke gemeente het gebouw laten vergroten, omdat men al geruime tijd met ruimtegebrek kampte. Ofschoon restauratiearchitect C.W. Royaards zich er naar zijn zeggen 'aanvankelijk zeer weinig toe aangetrokken' voelde 'om in de bestaande situatie verandering te gaan aanbrengen', bleek hij uitein delijk toch bereid om aan de wens van het kerkbestuur tegemoet te komen en maakte hij een ontwerp waarbij de kerk met écn travee (met twee zijkapellen) in westelijke rich ting zou worden uitgebreid. Een stukje Ruïne werd dus weer kerk! Deze ingrijpende restauratic en uitbreiding, die tussen 1955 en 1961 werd uit gevoerd, had een aanzienlijke verbetering van de akoestische situatie in de kerkruimte tot gevolg (zo werd ondermeer de verlaagde zoldering ver wijderd, het houten tongewelf in ere hersteld en een nieuwe uit baksteenmozaïeken samengestelde vloer aange- legd), waardoor het wenselijk werd om ook het orgel meer allure te geven. Orgelbouwer Dirk Andries Flentrop uit Zaandam en organist Piet Kee uit Alkmaar werd gevraagd om advies uit te brengen. Uit de notulen van de restauratie commissie van de Ruïnekerk valt af te leiden dat in de aan loopfase naar de orgelrestau ratie allerlei opties onderzocht werden: van de aankoop van een kleine orgelkast voor de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2004 | | pagina 8