De Jonge Metje 'een Friese Turf Tjalk', uit Verzameling van Vier en tachtig Stuks Hollandsche Schepen, geteekend en in koper gebragt door G Groenewegen, 1789 In het boek Bergen aan Zee, badplaats sinds 1906 geeft drs. F.D. Zeiler op pagina's 64-65 een lijst van strandingen vanaf 1647 tot en met 1954. Hierin wordt op 31 augustus 1777 de stranding van het VOC-schip Overhout gemeld. Wat de precieze oorzaak van de stranding is geweest wordt niet beschreven. Onvermeld in die lijst is, dat er vier dagen na de stranding van de Overhout onder barre weersomstandigheden weer een stranding te Bergen aan Zee plaats vond, namelijk die van de tjalk De Jonge Metje. Dankzij een vorig jaar uitgegeven nadere toegang op de proto collen (akten) van notaris W.L. Ivangh over de periode 1756-1797 werd het mogelijk de stranding van De Jonge Metje te achterhalen. Dit verhaal betekent daarom een primeur voor de lezers van de Bergense Kroniek. Qjn het Oud Notarieel Archief van Bergen inventarisnummer 221 akte 26 in het Regionaal Archief te Alkmaar is een getuigen verklaring te lezen, opgemaakt 8 september 1777 door Willem Lodewijk Ivangh bij den Hove van Holland geadmitteerd tot Bergen in Kennemerland resideerende Notaris ter preesentie van de nagenoemde getuigen Tjark Tjaden de Vries en Dedde Oellebrands, de eerste als stuurman en de tweede matroos. Volgens die verklaring is op dinsdag 19 augustus van dat jaar de tjalk De Jonge Metje, toebehorend aan en gevoerd door schip per Gaikc Remmerts, 's avonds om tien uur met gunstig weer vanuit het aldaar thuis horende Emden, Oostvriesland gezeild. De lading bestond merendeels uit haver en gedeeltelijk uit tarwe, met als bestemming Londen in Engeland. Dat donderdag den 21 augustus onder een stijve koelte 's morgens ten 9 uur bet Vlie (het zeegat tussen Vlieland en Terschelling) ten zuiden was gepasseerd en des na de middags ten twee uuren Texel ten Zuid-Oosten, terwijl de wind Zuid-West liep. Bij deze windrichting liep de wind ongeveer evenwijdig met de kustlijn van de waddeneilanden en werd de schipper daardoor genoodzaakt een meer noord-westelijke koers te kiezen. Met variërende winden en stijve koeltens werd getracht de reis voort te zetten doch genoodzaekt wierd den 25' augustus door bet toeneemen der contraire wind (tegenwind) bet Amelander Zeegat (tussen Terschelling en Ameland) aen te doen, en des avonds tegen neegen uuren binnen bet zelve onder een stij ve koelte uit bet Zuid-West ten Westen en dikke lugt ten Anker te koomen. Er was dus 4 x 24 uur in noordwestelijke richting rond gezworven en uiteindelijk is toevlucht gezocht in de luwte van Ameland ruim 100 km terug. Hier verbleef men ook de 26' en 27' terwijl de wind uit bet Zuid- en Noord-West een stijve koelte behield. Doordat de windrichting pal in het Amelander Zeegat

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2004 | | pagina 11