Museum nieuws dit collectieonderdeel tot in de huidige periode. Het in gebruik nemen van de zolder verdieping opende vele mogelijkheden. In 1974 hield Het Sterkenhuis haar eerste thema-tentoonstelling: '1799-Invasie in Noord-Holland'. Dit luidde een traditie in. Sindsdien worden iedere zomer thema-exposities georganiseerd. Het Sterkenhuis veranderde van oudheidka mer naar cultuur-historisch museum. Centraal staat de geschiedenis van Bergen. Het verzamelbeleid is hierop gericht of zoals de Badbode van 7 juni 1939 ver meldde: Alleen wat Bergsch is wordt hier verzameld en het oude huis biedt juist plaats genoeg hiervoor. Het tweede deel van deze zin ging al sinds 1969 niet meer op. Gelukkig kon de omvangrijke collectie, na tijdelijke plaat sing in Huize Kranenburgh, uiteindelijk worden ondergebracht in een adequaat depot aan de Berkenlaan. In kleine groe pen wordt daar wekelijks gewerkt aan verzorging en registratie van de collectie. De laatste jaren kwamen veel verbeterin gen tot stand, waaronder de meest recen te: de tien nieuwe vitrines op de zolder verdieping. Dit alles wat hiervoor in kort bestek is weergegeven over '100 jaar museum' is het resultaat van de arbeid van vele vrij willigers. Een resultaat waarop de Gemeente Bergen en haar inwoners trots mogen zijn. Op 19 december 2003 is het daarom groot feest! Dan wordt het 100- jarig bestaan van Museum Het Sterken huis herdacht tijdens een bijeenkomst in de Ruïnekerk. En er zijn nog meer activi teiten. In voorbereiding is de uitgave van een reproductie van een pasteltekening van Graadt van Roggen; voor de basis scholen wordt een educatief historisch project gemaakt. Er verschijnt een nieuwe folder van het museum. In 2004 draagt de jubileumtentoon stelling het thema 'Verzamelen'. Daarom alvast een herhaling van de oproep die reeds in 1939 in de Badbode werd gedaan: Gaat nu spoedig eens zien, wat al aardigs en belangrijks u wacht\ Neljongejans Bronnen: - F. D. Zeiler, Het Sterkenhuis in Bergen, de geschiedenis van een tachtig jaar jong museum. In: 'Holland' februari 1984, 16e jaargang, pag 43 t/m 55. -Jaarverslagen museum Het Sterkenhuis. MUSEUM ff Kranenburgh BERGEN Omdat mevrouw Margriet Lestraden haar werkzaamheden voor museum Kranenburgh beëindigd heeft, verschijnt de bijdrage voor Museumnieuws nu van de hand van mevrouw Sandra Jongenelen. De redactie bedankt mevrouw Lestraden voor haar artike len in de afgelopen jaren. Wij hopen dat mevrouw Jongenelen op soortgelijke wijze haar medewerking aan ons blad zal willen verlenen. De redactie Museum Kranenburgh: De tentoonstellingen 'Dirk Breed' en 'Piet Wiegman' 'Ik wil het stil' zegt de schilder Dirk Breed over zijn uitzonderlijke kleurenpa let. En: 'De enige natuurlijke kleur in mijn schilderijen is groen'. Wie wil weten hoe de kunstenaar die stilte en natuurlijke kleur aan het doek toevertrouwt, moet haast maken, want de schilderijen van Breed in Museum Kranenburgh zijn niet lang meer te zien. 'Dirk Breed, een levenswerk' loopt tot en met zondag 16 november. Vanaf de Kunsttiendaagse die op 17 oktober begint, zal de bovenste verdie ping van de villa zijn ingericht met werk van Piet Wiegman (1885-1963). Wiegman is behalve graficus, keramist en poppen- snijder, schilder van de Bergense School. De tentoonstelling is samengesteld door Wiegmans dochter Doortjc Haan- Wiegman, die onlangs een monografie over het werk van haar vader samenstel de. De Wiegman-presentatie zal in ieder geval tot januari te zien zijn. Na Breed zal de benedenverdieping worden ingericht met werken uit de Bergense School. Daarbij gaat het om werk uit de eigen collectie en particuliere bruiklenen. Dirk Breed (1920) is de schilder van het Noord-Hollands landschap, maar hij schildert niet de natuur zoals wij die zien. Zijn landschappen zijn vervreemdend, een gevolg van zijn afwijkende kleurgebruik waarin zeegroen en steenrood overheer sen. Zijn veelal desolate voorstellingen roepen een surrealistische sfeer op. Inspiratie put hij uit zijn jeugd. Breed werd in 1920 geboren in Kolhorn, een klein dorp in de kop van Noord-Holland, dat in die tijd voornamelijk werd bevolkt door vissers en boeren. Na een periode in Amsterdam - waar Breed de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten bezocht - streek de kunstenaar neer in Waverveen bij Mijdrecht, waar hij sinds 1965 woont. Het raam in zijn atelier biedt uitzicht op de polder. Dat raam is essen tieel, want Breed is geen landschapsschil der volgens de oude traditie, die met vel dezel van polder naar polder trekt. Al zijn landschappen ontstaan in zijn werkkamer. Soms veroorlooft Breed zich een uit stapje naar een ander thema. Omstreeks 1956 werkt hij aan een serie schilderijen met als titel 'Gemaskerd', een reeks die moet worden gezien als experiment. Rond 1965 volgen stadsgezichten. Dat onder werp komt niet helemaal uit de lucht val len. Het echtpaar Breed woonde rond die tijd in de buurt van het Surinameplein in Amsterdam. Breed schildert, zo zegt hij zelf, 'een innerlijke stemming'. Vaak verwerkt hij jeugdherinneringen aan Kolhorn in zijn dorpsgezichten, zoals een typerend brug getje dat in verschillende variaties terug keert. Ook kan hij dromen, nachtmerries en depressies kwijt in het landschap. Lange tijd worstelde hij met een zware depressie waar hij langzaam uitbrabbelde door zijn dromen te schilderen. Dat was zijn 'zwarte periode', waarin hij letterlijk zwarte schilderijen maakte. Die periode werd bewust dan wel onbewust aange kondigd door het schilderij 'Galgen' (1955). Zijn neerslachtige fantasie schil derde hij ook van zich af in het schilderij 'Droom I-II' uit 1966, waarop hij met een vreemdsoortig perspectief een roeiboot afbeeldde met daarin een aantal strak voor zien uitkijkende mannen. Uit latere stuk ken blijkt dat de kunstenaar zijn grote depressie heeft bedwongen, maar luchtige, frivole kunst zal hij nooit maken. Sandra Jongenelen, hoofdredacteur Nieuwsbrief Museum Kranenburgh Dirk Breed: Droom /-//, 7966 olieverf op doek. (Foto Thijs Quispel).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2003 | | pagina 25