Roggeveen de achtergrond van het totale plan. De uitvoering is verdeeld over drie fasen en gerealiseerd in de periode van 1922 tot 1930. Allereerst zijn op de twee terreinen, begrensd door de Kogendijk, de Tuindorpweg, de Colnotweg, de Matthieu Wiegmanweg en de Leo Gestelweg, 28 woningen van het twee onder één kap- type gerealiseerd. Vervolgens zijn de dub bele woningen aan de Matthieu Wiegmanweg en de Leo Gestelweg, beide wegen de nrs. 13-15-18 en 20 en het blok je van drie woningen Tuindorpweg nrs.17- 19 en 21, totaal 11 woningen gebouwd. Tot slot zijn de resterende 53 woningen opgetrokken in blokjes van telkens twee woningen plus het blokje van drie wonin gen aan de Leo Gestelweg nrs. 4-6 en 8. Alle woonblokjes zijn rondom voorzien van een tuin. Het totaalplan omvatte drie type woningen. De eerste woningen zijn De Kogendijk met de twee onder één kap-type woningen. (Collectie Piet Mooij, Bergen NH>. gebouwd met een zogenaamde gebroken kap, met een knik in het dakvlak. Verder is er een type met een zadeldak en met verti cale eindgevels en een type waarvan het bovenste deel van de eindgevels overgaat in een klein dakvlak, een z.g. wolfseind. Alle woningen hebben zowel aan de voor- als de achterzijde een dakkapel die in de meeste gevallen doorloopt over de beide woningen. Oorspronkelijk liep de voorgevel bij de woningen met zadelda ken ter plaatse van het grote woonkamer- raam door tot boven de gootlijn en eindig de met een terugspringende dakkapel. Ter vergroting van de woonruimte op de ver dieping zijn sommige dakkapellen ver breed en in het voorgevelvlak gebracht. In het stratenpatroon, dat overeen komstig de Bergense traditie is uitgevoerd zonder trottoirs doch met groenbermen, komen drie plantsoentjes voor. Aan de Kogendijk één met vrijwel vierkante vorm, aan de Tuindorpweg een langwerpige en aan de Leo Gestelweg een driehoekige. In de loop der jaren is een aantal woningen aangekocht door de gemeente Bergen en ondergebracht bij het gemeen telijk woningbedrijf. Momenteel komen de woningen successievelijk in handen van de bewoners, waardoor soms bij verbou wing de eenheid in architectuur enigszins wordt verstoord. Ru Waalewijn. Tuindorp, het concept Het Bergense Tuindorp is als de vele tuin steden elders in Nederland en daarbuiten geïnspireerd door het gedachtegoed van de Engelsman sir Ebenezer Howard (1850- 1928). Het was een antwoord op de troos teloze arbeidersbuurten, waarin minimale woningen zonder voortuintjes aan smalle straatjes waren gesitueerd. Tengevolge van de industriële revolutie moest de naar de stad trekkende plattelandsbevolking namelijk snel en goedkoop gehuisvest worden, zonder dat men zich om hun wel zijn bekommerde. Op basis van Howards idee werd in 1903 de tuinstad Letchworth, ten noorden van Londen gesticht. Bij het ontwerp voor 16 arbeiders woningen in Bergen aan de zuidzijde van de Kogendijk, het z.g. Kogeltjesplein, is in 1920 door de gemeente-opzichter, later gemeentearchitect J. H. Roggeveen, deze gedachte vertaald. Rond dit Kogeltjesplein zijn drie blokken van vier woningen gere aliseerd en langs de Kogendijk links en rechts een blokje van twee woningen. Het dakvlak van de blokken van vier woningen is doorbroken met een topgevel bij de tus senwoningen. De Amsterdamse onroerendgoedhan- delaar C. Boendermaker, die voor zijn zoon Piet de kunstzaal aan wat nu het Boendermakerhof heet had laten bouwen, nam samen met de publicist Dirk Klomp het initiatief om noordelijk van de Kogen dijk arbeiderswoningen te ontwikkelen. Hiervoor werd de N.V. Bergens Tuindorp opgericht. Het stedenbouwkundig plan en het ontwerp van de 92 woningen, gebaseerd op het tuinstad idee, is officieel van de hand van Arie C. Klomp, aannemer-eigen- bouwer (broer van Dirk). Onmiskenbaar is echter de grote invloed van J. H. De winkel van B. Bosma Zn. in 2003. Het dubbele woonhuis heeft een 'gebroken kap' met een knik in het dak vlak. (Foto Trees Staarink-Bruinsma).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2003 | | pagina 23