Aqua die gansen
Vinum die hanssen
Cervisia die boeren
Brandewijn die hoeren
Een logement met geschiedenis
Gedronken is er door de eeuwen heen in alle dorpen en steden, dus ook in Bergen. Dit
rijmpje aan het begin van de dorpskeur van 1583 getuigt ervan. Per traditie was er in een
woonkern ten minste één kroeg te vinden, en dan bij voorkeur tegenover de kerk. Dat
was prettig voor de gelovigen, die na een lange mis of preek in een onverwarmd godshuis
met harde banken verlangden naar een fysieke hartversterking. Het was ook aangenaam
voor de 'reizende man'. Dat kon een koopman zijn met lapjes of aardewerk, een veehan
delaar, een kwakzalver, een losse arbeider of een jager. De naam 'De Rustende Jager' ligt
in een lommerrijke streek voor de hand. In Noord-Kennemerland vinden we deze dan
ook in Castricum, Heiloo, Schoorl en Bergen. Wanneer deze in Bergen voor het eerst is
gebezigd, valt helaas niet te achterhalen.