zand bestaande kerkterrein is vrij hoog.
Bij waarnemingen tijdens graafwerk
zaamheden aan de oostzijde van de kerk
in 1989 bleek dat zich in de ondergrond
sporen van een ringgracht uit de periode
tussen de 11 en 12 eeuw bevinden. Deze
ligt mogelijk rondom het kerkterrein met
bijbehorend kerkhof en heeft een diepte
tussen de 1.85 en 2.35 meter. Uit de
gracht is ook een geelwitbakkende
Pingsdorf-scherf gekomen, daterend uit
de 11 -12 eeuw.
De verwachtingen ten aanzien van
het aantreffen van archeologische vond
sten en sporen op het perceel van De
Rustende Jager hingen samen met het
intact zijn van de bodem. Indien er in het
verleden veel omzetting van de grond tot
enige diepte had plaatsgevonden, bestond
de kans dat één en ander verstoord was.
De vondsten en sporen konden dateren
uit een periode vanaf de 10 eeuw tot
heden.
Alvorens met het
graafwerk voor het
archeologisch
bodemonderzoek
wordt begonnen,
worden er eerst
meetlijnen uitgezet.
Ook de exacte hoog
te ten opzichte van
Normaal Amster
dams Peil wordt
bepaald. Aan de
hand hiervan is het
mogelijk de juiste
situering en diepte
van eventuele
bodemvondsten op
een tekening vast te
leggen. Rechts drs.
J. Flamman. Foto:
Henk Jellema.
eerst enkele archieven en publicaties
geraadpleegd, op zoek naar gegevens over
archeologische vondsten op zowel het
terrein van De Rustende Jager zelf als ook
in de directe omgeving.
Van het perceel van De Rustende
Jager waren tot op dat moment geen
schriftelijke meldingen van vondsten
bekend. Het was daarom in eerste instan
tie ook moeilijk in te schatten wat er op
de locatie zou kunnen worden aangetrof
fen. Wel is bij een voorgaande verbou
wing van het pand De Rustende Jager
(het huidige café d'Alderliefste) aarde
werk gevonden. Het betrof middeleeuw
se potten, waarvan enkele in complete
staat zijn gelicht.
Daarnaast zijn er wel diverse meldin
gen van archeologisch onderzoek en
vondsten uit de directe omgeving. Op
ruim 150 meter ten zuiden van het te
onderzoeken perceel is in een bouwput
met behulp van een metaaldetector een
Romeinse munt gevonden. De munt, een
sestertie met beeltenis van Marcus
Aurelius, is gemaakt van messing.
Op ongeveer 50 meter naar het wes
ten staat de oude kerkruïne van Bergen,
een markant punt in de dorpskern, zeker
ook ten tijde van de middeleeuwse bewo
ning in het gebied.Het betreft namelijk de
laat-middeleeuwse opvolger van één van
de vroegst bekende kerken in het gebied.
De oudst bekende vermelding dateert van
1094. In 1574 werd de toen bestaande
bakstenen kerk verwoest en de overblijf
selen zijn nog immer zichtbaar. Het uit
Hoe dan te onderzoeken?
Het onderzoek op het terrein rondom De
Rustende Jager is gefaseerd uitgevoerd.
Allereerst werd er in februari 2001 een
klein vooronderzoek gedaan door de
Universiteit van Amsterdam. Later dat
jaar, in december 2001 en januari 2002 tij
dens de bouwwerkzaamheden, werd een
groter onderzoek uitgevoerd in de uitge
graven bouwput door de amateurarcheo
logen van de Archeologische Werkge
meenschap Nederland. Het vooronder
zoek had tot doel het inventariseren van
de aard, kwaliteit, omvang en ouderdom
van de archeologische sporen en vond
sten, om zo een advies te kunnen geven
aan de Archeologische Monumentenzorg.
Daarmee kon dan tevens worden bepaald
welke vorm van onderzoek er tijdens de
bouw moest worden gevolgd. Het groot
schalig onderzoek door de amateurar
cheologen had meer het karakter van een
noodonderzoek met als doel een zo goed
mogelijke documentatie van de archeolo
gische sporen en vondsten te verrichten
voordat de nieuwbouw van start zou
gaan.
Voorafgaand aan het archeologisch
veldonderzoek zijn enkele onderzoeks
vragen opgesteld als leidraad voor het
werk, die, kort samengevat, als volgt lui
den:
- Het onderzoek naar de ontwikkeling
van de bewoning ter plaatse vanaf de pre
historie tot en met heden. Welk type
bewoning heeft er in de loop van de tijd
bestaan op het terrein van De Rustende
Jager-
- Het onderzoek van de ontwikkeling van
de dorpskern van Bergen. Het ging hierbij
om de ontwikkeling van een veronderstel
de agrarische nederzetting in de vroege
Middeleeuwen naar een dorspkern in de
late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd,
voor wat de rol van De Rustende Jager
betreft dus: van boerderij tot herberg.
- Het onderzoek naar de ouderdom van
de geestdorpen in het algemeen en Bergen
in het bijzonder. Dit deel van het onder
zoek is gericht op de (vroeg)middeleeuw-
se bewoning van de veronderstelde geest
nederzetting, met name binnen de huidige
dorpskern, aangezien dit in het verleden
niet heeft plaatsgevonden.
Archeologisch onderzoek
Voor het vooronderzoek zijn zes verken
ningssleuven op het terrein aangelegd.
Vier wcrkputten met een breedte van 2
meter bevonden zich aan de noordzijde
van het huidige pand van De Rustende
Jager. Twee kleinere werkputten met een
breedte van 1 meter bevonden zich aan de
zuidwestzijde van het terrein, tegen de
bebouwing van het café d'Alderliefste. De
ligging en het formaat van deze werkput
ten werden grotendeels bepaald door de
nog niet gesloopte bebouwing en door de
aanwezigheid van talrijke voorwerpen in
de bodem zoals leidingen en een olietank.
Gedurende het onderzoek zijn in de
werkputten verschillende sporen en vond
sten van vroege bewoning en landgebruik
aangetroffen. De meeste sporen waren
kuilen en greppels. Enkele kuilen konden
specifieker worden gedefinieerd tot
haardkuilen en paalkuilen. Daarnaast zijn
er oude oppervlakten (het loopniveau uit
eerdere perioden) en enkele dump- en
ophogingslagen aangetroffen. Het vondst
materiaal bestond hoofdzakelijk uit aar
dewerk, met daarnaast bot, glas, diverse
metalen objecten, baksteen en natuursteen
(waaronder veel leisteen).
Bij het grote onderzoek werd de
omvang daarvan bepaald door de opper
vlakte van de uitgegraven bouwput en de
daarbinnen te betreden gedeelten.
Aangezien de voormalige panden van het
perceel gesloopt waren, was er een rede
lijke omvang te onderzoeken. Tijdens dit
deel van het archeologisch onderzoek
kwamen eveneens sporen aan het licht in
de vorm van greppels en kuilen met daar
naast ook circa 12 waterputten en vlecht-
werkwanden, die wijzen op een onafge
broken bewoning van het terrein vanaf de
12 -13 eeuw tot heden. Deze bewoning
lijkt zich vooral geconcentreerd te hebben
op de hoek van de Breelaan/Karel de
13