L 4 L rLrl q Een logement met geschiedenis De Rustende Jager en de bij behorende percelen, genum merd sectie C nrs. 1, 2 en 3, vanaf het eerste minuutplan van het Kadaster. Ingetekend in het jaar 1821. Linksboven in perceel 1 de theekoepel. Dit kaartje is opgemaakt door het Kadaster in april 1876. Hier zien we de aangebouwde kolf baan. Het perceelnummer is gewijzigd in C 458. Hier wordt een gedeelte van het terrein rond 1912 afge splitst. De perceelnummers wijzigen in C 746 en 747. In april 1913 gaat een gedeelte van C 747 naar het aangren zend perceel, zij krijgen een nieuw kadastraal nummer, nl. C 764 en C765. De kolfbaan van rond 1876 is inmiddels gesloopt een aan bouw is gerealiseerd. De ver bouwing zal rond of na 1894 gebeurd zijn, toen Warner Veenhuijsen eigenaar was. Dit kaartje is opgemaakt in maart 1914 en een nieuwe kolfbaan is gebouwd (later in gebruik als toneelzaal). u 951 8si Op dit kaartje, sept. 1918, zien we enige perceelswijzigingen. C 746 wordt geplitst in C 853 en 854 en C 765 wordt geplitst in C 855 en 856. U 8si W v°t 0 &55 1" 1 Op dit kaartje, ca. 1920, zien we dat er een gedeelte van C 854 wordt verenigd met per ceel C 764. C 854 en C 856 worden respectievelijk C 910 en C 911. Op dit kaartje wordt er een schuur gebouwd op perceel C 910, t.w. de nu nog bestaande garage van Rob Bos-Eyssen. De percelen C 910 en 911 ver anderen weer en worden in oktober 1921 ingetekend als C 953 en 954. u 1 IIis L_ TTr De kolfbaan annex toneelzaal is op 30 september 1925 ver brand. Dit kaartje van maart 1927 geeft een aantal verbou wingen weer. In 1921 en 1926 was er sprake van een aan bouw, in1927 werd de toneel zaal gerealiseerd. De percelen C 853 en 855 worden samen gevoegd tot C 1115. In maart 1939 werd door het kadaster de aanbouw van de dancing opgetekend. Toelichting op de Kadastrale registratie van De Rustende Jager vanaf 1821. Op een gedeelte van de kaart van Blaeu uit ca. 1660, afgedrukt op de achterzijde van de omslag van onze Kroniek is reeds bebou wing te zien op de hoek van wat thans de Karei de Grotelaan en de Breeiaan is. Na de invoering van het Kadaster in 1811, werden eerst alle gemeentegrenzen vastgesteld, de gemeenten in secties verdeeld en voorzien van een letter. Vervolgens werden alle perce len en de daarop voorkomende bebouwing ingemeten en per sec tie van een nummer voorzien. Per eigenaar werden vervolgens de percelen geregistreerd met vermelding van o.a. de oppervlakten. In 1832 zijn de kaarten en registers voor het hele land klaar. Telkens als een wijziging van de bebouwing of van het perceel plaats vindt, is dit reden opnieuw een meting te verrichten. De kaartjes zijn door H.J. Min overgenomen van de originele minuutplans, zoals door het Kadaster ingetekend, en de kadastrale gegevens zijn door hem opgezocht in de Kadastrale Registers in het Kadaster te Alkmaar. Ru Waalewijn Op dit laatste kaartje van 1963 is een aanbouw van 1956 en een verbouw van 1962 opgete kend. Het huis linksboven werd gebouwd rond 1953. Het gehele complex krijgt een nieuw kadastraalnummer nl. sectie C nr. 2066. Een gedeelte van het perceel rechtsboven wordt bij de openbare weg getrokken. Bergen). Toen het oude gedeelte met de doorrijstal in 1961 werd verbouwd tot Taverne, verdween daarmee een lange en rijke traditie. De eerste decennia na de oorlog bleef De Rus, zoals het complex inmiddels lief kozend door de Bergenaren werd genoemd, het brandpunt van culturele en sociale activiteiten. Maar aan het eind van de jaren zestig begonnen de problemen zichtbaar te worden. De Rustende Jager was niet het enige etablissement dat met de veranderde eisen en wensen van het publiek worstelde. Ook elders in Bergen en in het gehele land kampte de horeca met een verlies aan klandizie, onder ande re omdat het aloude concept van 'familie hotel' niet meer voldeed. De feitelijke sluiting van het bedrijf leidde in 1973 tot een grote actie onder de Bergense bevol king. Onder het motto 'Laat de Rus niet rusten' werden in korte tijd honderden certificaten van deelname uitgegeven voor een nieuw cultureel centrum, dat in het complex zou moeten worden gevestigd. Tenslotte waren de 'stadse' behoeften van de dorpsgemeenschap alleen maar groter geworden. Door allerlei oorzaken, en niet in het minst door de aarzelende houding van de gemeentelijke overheid, verliep de actie en werd De Rustende Jager uiteindelijk overgenomen door de firma Schrama. Deze exploiteerde aan de andere zijde van de kerkbrink reeds jarenlang een lunch room en later ook het restaurant 'De Dikke Boom'. Met kunst- en vliegwerk werd geprobeerd om de openbare bestemming van het complex te handha ven. De toneelzaal bleef weliswaar geslo ten, maar door een verbinding met het oude gedeelte werd de mogelijkheid voor grote verenigingsbijeenkomsten gehand haafd. Ook het café, omgedoopt tot d' Alderliefste', bleef in trek, met name bij de jeugd; regelmatig traden er jazz bands op. Het grote restaurant probeerde in april 1978 een nieuwe start te maken als De Pepermolen, maar ook dat verliep na enige tijd. Uiteindelijk viel het besluit tot sloop en nieuwbouw voor andere doeleinden; tenslotte was de dancing al een jaar of dertig daarvoor aan het com plex onttrokken en ingericht als super markt. Het kleine, in 1953 volgens ont werp van C. Noort jr. aan de koepel gebouwde woonhuis was leeg komen te staan en de grote, hoge toneelzaal deed geen dienst meer. Op 14 maart 2001 verd wenen de laatste dakspanten van deze roemruchte zaal in de grijper, waarmee een traditie van tenminste zes generaties 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2003 | | pagina 12