Betsy Krebber
en broer Barend
Krebber.
Het graf van Betsy Krebbers zoontje Wimpie
Docter te Semarang.
prijs Aanstaande maandag gaat een par
tij naar Bergen... ik verlang erg naar de
tijd dat ik daar heen zal gaan Daarna
schrijft Daatje vreemde gedichten, o.m.:
Amsterdam 18 juni 1912.
Jong sterven
Eenzaam -was ze en droef,
en niemand aan wie ze kon klagen.
Het leed dat ze diep in baar ziele begroef
nog te jong was ze om 't te dragen.
De dood wenkte zacht
Toen nam bij baar hand
en zij, moe van 't leven, volgde gedwee.
Hij bracht baar naar 't zwijgende doodenland
en zij vond daar rust en een eeuwige vree
Daarna gebeurt er iets onbegrijpelijks. In
plaats van met haar vriendinnen naar het
geliefde Bergen aan Zee te gaan, vertrekt
zij in juli - zonder dat daar over een toe-
stemmingsbrief van het BWH is te vinden
- naar Ugchclen (bij Apeldoorn), om daar
bij een tante in een wasserij te gaan wer
ken. Op 22 juli te 18.00 uur overkomt
haar een tragisch ongeluk in die wasserij.
Ze valt in een grote kuip heet water en
loopt daarbij fatale brandwonden op.
Daatje is gebrand aan beide benen en een
deel van de onderrug zo schreef haar
broer Wim aan Haringman. Huidtrans
plantatie bestond toen nog niet, uitslui
tend opiaten ter verlichting. Ze sterft op 7
augustus 1912, 18 jaar oud in het zieken
huis te Apeldoorn. Ze is in Apeldoorn
begraven. Haar graf is nog steeds in tact.
Boven aan de grafsteen staat gebeiteld:
ONZE LIEVELING. Dit blijft een groot
mysterie!!
- Betsy Krebber, ook een mooi weesmeis
je dat vele malen in het Zeehuis logeerde,
trouwde later met Klaas Docter. Zij ver
trokken naar Nederlands Oost-Indië.
Toen in de tweede wereldoorlog de
Jappen Java binnenvielen, werd hun gezin
geïnterneerd. Klaas kwam in een mannen
kamp. Betsy met haar twee kinderen, led
en kleine Wimpie van 8 jaar oud, werd
gedeporteerd naar een als concentratie
kamp ingericht oud klooster te Semarang.
Er heerste een onmenselijk streng regime.
Ze moesten voor iedere passerende Jap
buigen, anders volgde er onverbiddelijk
stokslagen. Wimpie werd daar door
ondervoeding ernstig ziek en stierf op 17
augustus 1944, omdat er geen medicijnen
beschikbaar waren. De dood van Wimpie
is Betsy nooit te boven gekomen. Ze
schreef daar een dagboek en gedichten
over.
- Louise Bostdorp en Evert (Epie) van de
Geer.
Louise was eveneens een aantrekkelijk
BWH-mcisje dat vele zomerseizoenen in
het Zeehuis haar vakantie doorbracht. In
het BWLI kreeg ze stiekem verkering met
de weesjongen Evert van de Geer. Het
zusje, Maria van de Geer - dat nog in de
kinderafdeling van het BWH vertoefde -
moest regelmatig als postiljon d'amour
functioneren, want amoureuze omgang
tussen jongens en meisje was in het BWH
ten strengste verboden. Evert kwam uit
een groot gezin. Zijn vader had een druk
kerij in de Egelantiersstraat. Na de dood
van hun ouders kwamen de kinderen Van
de Geer in het BWH terecht. Uitgezon
derd de oudste zoon Jan, die meerderjarig
werd verklaard om de zaak van zijn vader
te kunnen voortzetten. Na hun leeftijds
ontslag (20 jaar) uit het BWH, trouwden
Evert en Louise. Zij begonnen enthou
siast een eigen drukkerij, eerst in de Van
der Hoopstraat, later op de Singel nr. 123,
waar de 'Electrische Drukkerij' tot grote
bloei kwam. Evert en Louise waren wel
gesteld. Zij hadden een leuk gezin en een
goed huwelijk. Ook de broer van Evert,
Herman van de Geer, werkte in de druk
kerij. Na de dood van Evert werd de zaak
door een der nazaten voortgezet. Heden
ten dage is drukkerij Van de Geer in
Badhoevedorp gevestigd en leidt ook daar
een bloeiend bestaan.
Afscheid van het Zeehuis
Als de kolonickinderen - na een heerlijke
vakantie in Bergen aan Zee - weer naar
Amsterdam vertrokken, zongen zij ter ere
van directrice Dona dit afscheidslied:
'Directrice lief en goed,
het spijt mij dat ik scheiden moet,
want gij hebt in deze tijd,
zoo veel liefde aan ons bereid.
En dan denk ik steeds met vreugd,
hoe gij ons steeds hebt verheugd.
29