Het Zeehuis te Bergen aan Zee
Personen en karakters
Dc directrice van het Zeehuis kon goed
organiseren en ging op economisch voor
delige wijze met het haar toevertrouwde
Zeehuisbudget om. Ze vormde 'clubs'
(zoals zij dat noemde) van vaste geleid
sters die met een vaste groep kinderen
moesten optrekken. Zo leerden zij elkaar
goed kennen. Er ontstond zo een vriende
lijke communicatie en een efficiënte con
trole. De geleidsters maakten lange werk
dagen, soms van 9.00 tot 21.00 uur, met
's middags een uur vrij van dienst. Dona
was warmhartig en kwam altijd op voor
de zwakkeren. Zij hield veel van kleine
peuters en was lief voor haar patiënten.
Voor haar personeel was ze vriendelijk,
doch streng. Ze kende bij overtredingen
of disfunctioneren maar één straf: op
staande voet ontslag. Dit ondervonden in
het voorjaar van 1908 de geleidsters:
Annctjc van Pernis (uit Ede Gld.) en
Immetje Mentz (van Texel). Dona stuur
de ze met twee groepen kinderen naar het
strand met de strenge instructie 'pootje
baden verboden'. Pas wanneer Dona of
de huisknecht op het strand verscheen
mocht er onder hun supervisie 'pootje
worden gebaad'. Maar ja, in een onbe
waakt ogenblik deed een van de kinderen
het toch. Dc geleidsters renden er hard
achteraan. Te laat! Op dat moment ver
scheen Dona. Ze kregen allebei op staan
de voet ontslag. De twee hevig veront
waardigde vrouwen reisden per trammetje
en trein naar huis terug. Zij beklaagden
zich schriftelijk over deze onheuse behan
deling bij dc bestuurscommissie van het
BWH. Omdat ze voor een heel seizoen
waren aangenomen, eisten ze financiële
compensatie. Dit werd aarzelend, gedeel
telijk ingewilligd.
Ook als een jongen onhandelbaar
werd, ging hij linea recta terug naar
Amsterdam. Voor meisjespatiënten was
zij zachter. Daatje van Beest, een meisje
van 14 jaar, vloekte en schold een zuster
uit voor publieke vrouw. Dona berispte
haar streng, maar ze mocht toch blijven.
Wel schreef ze het aan Haringman.
Dona was vaak in administratief
opzicht niet accuraat. Zo schreef ze
Haringman eens: 'Ik heb twee nieuwe
dienstmeisjes aangenomen Trijntje en
Cato.' Verdere informatie werd niet ver
strekt. Haringman schreef terug: Zou
ik ook mogen weten hoe hun achterna
men luiden, want die gegevens heb ik
nodig voor de boekhouding Ook ver
gat zij nogal eens rekeningen op te sturen
of die werden per abuis met oude kranten
weggedaan.
Als ze het met een leverancier aan dc
stok kreeg, dan was deze nog niet jarig.
Dit ondervond schoenmaker Seewald uit
Bergen, die in 1915 Dona een onheus ant
woord gaf op een aanmerking die ze over
de reparaties maakte. Dona schreef hier
over aan Haringman: dat ik als bewijs
dat er nog andere schoenmakers bestaan
twee keer dc laarzen niet door hem heb
laten repareren, doch in Alkmaar. Heel
gauw kwam er een brief vol excuses en ik
hoop dat hij dergelijke dingen zal nala
ten.'
Voor de aanmonstering van een huis
knecht hanteerde ze eens een merkwaar
dige methode. Zo had ze in 1915, tijdens
dc eerste wereldoorlog een dienstplichtig
soldaat van dc dichtbij gelegerde kust
wacht gerekruteerd. Voor 2,50 per
week, zonder de kost schreef ze aan
Haringman. het is een boerenknecht
uit Soestdijk en hij werkt goed
Haringman schreef prompt terug: zou
U dat nu wel doen? Mag hij dat van zijn
Commandant? En moet die man dan
nooit dienst doen? Maar Dona hield
voet bij stuk. En daarmee was de kous af.
Levensloopfragment van personeelsleden
Ieder voorjaar werd er via advertenties of
anderszins nieuw Zeehuispersoncel
geworven. Dit leverde jaarlijks een scala
van persoonlijkheden op. Soms werkten
er opmerkelijke personen in het Zeehuis,
zoals Dorus Windhorst, de huisknecht en
Marie Sennef die - zoals reeds werd ver
meld - in 1909 te Utrecht trouwden.
Nauwelijks anderhalve maand na de ope
ning van het seizoenjaar 1909 namen ze al
ontslag. Marie ging werken als dienstbode
bij Het Hof van Bergen, terwijl Dorus
paardenknecht annex pikeur werd bij Van
Alkemade op de Renbaan in Bergen. Ze
woonden in de Breelaan. Toen het eerste
kindje - ook Theodorus genaamd - werd
geboren, geschiedde de aangifte door
dokter Van Pelt. Vader Dorus liet verstek
gaan, want op die dag reed hij een par
cours met paard en sulky te Duindigt en
won de Grote Prijs van Duindigt.
Levensloopfragmenten van drie BWH-
meisjes
- Daatje van Munster, een lief, knap,
spontaan en levenslustig weesmeisje, 17
lentes oud, schreef ontroerende poëzie.
Zij was altijd zeer enthousiast over haar
vakanties in het Zeehuis met haar vrien
dinnen, Corry de Jong en Jet Brinkman,
ook BWH-meisjes. Samen beleefden ze
allerlei heerlijk spannende avonturen in
Bergen aan Zee. Zo schreef Daatje op 12
juni 1912 aan haar weeshuiszusje Lena
Seeler: lieve Leen, laat ik je hartelijk
bedanken voor je felicitatie (9 juni was
Daatje 18 jaar geworden) kind, wat lief,
dat je daar aan gedacht hebt, dank je
vriendelijk hoor. Ik stel zooiets erg op
De Burger-Weeshuismeisjes: links Daatje van Munster, rechts Corry de Jong.