Bergenaren vertellen over vroeger wij thuis een flink aantal mooie kunst werken, die ik nu vaak aan musea uit leen. Mijn vader heeft er ook heel wat doorverkocht, het ging tenslotte om de centen. Bij veel van de kunstenaars voel de ik me erg op mijn gemak, bij fan van Herwijnen bijvoorbeeld; het was de gemoedelijke sfeer die er heerste en de tijd die ze voor je hadden. Er woonden nog veel meer schilders en schrijvers in de buurt, maar de meeste indruk maakte toch de acteur Schiering op mij. Hij woonde in een zomerhuisje op Het Woud en speelde in een aantal 'vieze series' van de VPRO. Van mijn ouders mocht ik er eigenlijk niet naar binnen gaan, maar ik luisterde ademloos naar zijn verhalen en was er haast niet weg te slaan. Vogelkenner en dierenliefhebber Voor het raam aan dc Dirk Klompweg, waar Wout nu woont, staat een vogel huisje met allerlei soorten voer; het is koud als ik dit interview afneem en er zitten dan ook veel vogels. Wout wijst me op een speciale mees en blijkt een groot vogelkenner te zijn. Plotseling val len me de vele opgezette vogels op die zijn huis sieren. Ik vraag waar zijn inte resse voor vogels vandaan komt. 'Dan moet ik je eerst iets bijzonders laten zien', zegt Wout, en troont mij mee naar de keuken. Uit het vriesvak haalt hij een kleine vogel met een lange snavel en prachtige felle kleuren. 'Dit is een ijsvo- geltje, dat hier nog maar zelden voor komt. Ik laat het binnenkort opzetten; een kennis uit St. Maartenszee belde mij, hij had hem in zijn tuin gevonden. Ik hen hem direct gaan halen.We maken een rondgang langs de verschillende soorten vogels die in de kamer staan: een zanglijster, een kramsvogel, een hout snip, een watersnip en diverse andere mij geheel onbekende vogels en hij vertelt mij over zijn liefde voor dieren. 'Ik ging als kind vaak met Oom Gert Schutte, boswachter en broer van mijn moeder mee. Hij woonde met mijn tante Jannie aan de Zwarte Weg bij het pompstation van de waterleiding. Ik was vaak bij het werkoverleg dat de bos wachters 's morgens hadden in een keet van Min aan de Uilenvangersweg. De mannen bespraken dan o.a. welke nesten van kraaien of eksters uit de boom geschoten moesten worden. Er mocht een bepaald aantal nesten blijven zitten, de rest moest verdwijnen om het evenwicht in de natuur te behouden. Rond de keet liep dan een grote groep fazanten die daar met maïs bijgevoerd werden; het kan je de beroemde foto 's van Eva Besnyö, de Hongaarse schoondochter van Charley, wel noemen. 'Hou eens een gei tje vast' riep Eva, om daarna met haar camera vier prachtige foto's te maken. Bescheiden was ze niet: 'bewaar ze maar goed' zei ze tegen mijn moeder Rick, 'ze worden nog eens heel veel geld waard'. Toen in 1951 het huis van Charley 'De Vlerken' afbrandde wilde ze persé bij ons in huis om de herbouw van haar huis te volgen. Dat viel voor mijn moeder niet mee, ze was eigenlijk een beetje bunzig (bang) voor de eigengereide vrouw. Het huisje was klein en Charley nam de enige slaapkamer in gebruik. Mijn ouders slie pen in de bedstee en ik werd naar zolder verbannen. Mijn moeder moest journalis ten en nieuwsgierigen van de deur hou den. Dat heeft drie lange maanden geduurd, maar goede buren zijn we tóch gebleven. Bij Charley thuis was het altijd een komen en gaan van beroemde kunste naars; Roland Holst bijvoorbeeld of Joris lvens. Na Charley's dood in 1955 kwa men haar zoon en schoondochter, Edgar Fernhout en Netje Salomonson in het huis wonen. Doordat ik later met petroleum ging venten, kwam ik bij veel meer kun stenaars over de vloer, bijvoorbeeld bij Jaap Sax, één van de weinigen die meteen kon betalen. Bij de anderen was dat vaak moeilijker; Foeke Kampstra bijvoorbeeld of Jaap Min ofJan van Herwijnen. Ze zaten allemaal vaak zo slecht bij kas dat ze liever in natura betaalden, zo hadden Wout Akerboom in de schiettent op de Bergense kermis begin jaren vijftig, met ter weerszijden links Maarten Jimmink en rechts Cor Min. Woutje Akerboom met geit, Bergen 1941. (Foto: Eva Besnyö).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2003 | | pagina 22