Een spoor
uit het verleden
Aantekeningen van
een hoekmeting
tussen Bergen en
Wimmenum in het
boekje van Gerrit
Hengeveld. Oost is
boven, west onder.
De torens boven zijn
die van de kerk
in Bergen, de kapel
'Op 't Woud', de
Waag in Alkmaar,
de toren in Heiloo en
die van het Slot op
den Hoef. Het gaat
in de schets om de
richtingen, nog niet
om de afstanden.
De paal C staat aan
de voet van de
duinen ter hoogte
van Wimmenum,
de paal D aan
- waarschijnlijk - de
gemiddelde hoog-
waterlijn die
links/rechts door het
beeld loopt.
Daaronder noteert
Hengeveld dat
de afstand tot de
toren van Egmond
aan Zee 737 roeden
is bevonden.
In het Oud Archief van de gemeente
Bergen wordt een klein notitieboekje uit
het eind van de zeventiende eeuw
bewaard. Het behoorde toe aan een land
meter, die het bij zijn tochten in de omge
ving van Bergen gebruikte. Sinds een
onderzoek van H. Schoorl is de naam van
de eigenaar bekend. Schoorl stelde vast
dat het handschrift in het notitieboekje
overeenkomt met het handschrift op enke
le kaarten van Bergen en omstreken die
vervaardigd zijn door de landmeter Gerrit
Hengeveld.Hengeveld werd op 9 sep
tember 1692 na succesvol afleggen van
het verplichte examen wiskunde en geo
metrie officieel toegelaten als landmeter.
Een kopie van zijn admisseringsbewijs is
bewaard gebleven in het Nationaal
Archief te Den Haag." Landmeters vervul
den altijd een belangrijke rol bij het inpol
deren en structureren van het landschap.
Hen werd advies gevraagd bij het aanleg
gen van uitwateringen en ringdijken. Na
de uitvoering van het werk controleerden
zij of alles volgens plan gemaakt was. In
drooggevallen polders verzorgden zij het
uitzetten en afbakenen van kavels. Ook
werden landmeters - zoals heden nog -
vaak ingeschakeld bij het oplossen van
eigendomsgeschillen. Na het afleggen van
een eed van onpartijdigheid konden zij
juridisch bewijs leveren. Het beroep van
landmeter werd niet regelmatig uitgeoe
fend maar alleen als het nodig was. De
zeventiende-eeuwse Alkmaarse burge
meester Adriaan Anthonisz was bijvoor
beeld naast bestuurder een bekwaam en
door het hele land gerespecteerd landme
ter, die in dienst was van prins Maurits
om versterkingen te ontwerpen en uit te
zettenGerrit Hengeveld zal naast het
landmeten nog een ander beroep hebben
uitgeoefend maar het is niet bekend welk
beroep. In zijn notitieboekje geeft hij blijk
van meer interesses dan alleen het land
meten. Hij heeft er namelijk een aantal
huishoudelijke recepten in opgeschreven.
Hengeveld schreef deze zowel in het
Nederlands, doorspekt met Latijn, als in
het Frans. Deze recepten gunnen ons een
blik in de keuken van de zeventiende
eeuw.
'Almut Sommer is afgestudeerd in de
geschiedenis van de Nieuwste Tijd aan de
Vrije Universiteit te Amsterdam.
39
Notitieboekje van een landmeter
engeveld behoorde door zijn hoog
opleidingsniveau waarschijnlijk tot de
groep van financieel beter gesitueerden.
In deze kringen werd 's middags warm
gegeten. Als het er uitgebreid aan toe
ging, bestond het middageten uit drie
gangen - namelijk de vertrouwde volgor
de van voorgerecht, hoofdgerecht en
nagerecht. Als voorgerecht nuttigde men
vaak soep, bijvoorbeeld van groene of
grauwe erwten, of bouillon met brood.
Stoofpotjes van grutten of kool werden
eveneens als voorgerecht gebruikt.
Hieronder twee voorbeelden van gerech
ten die als voorgerecht gebruikt werden
en zoals de landmeter ze in het notitie
boekje heeft opgeschreven:
Somer Pottagie
Man: Zuringh 4 kroppen sonder Ribbcns
rnani: beet sonder ribbens, wat aspar-
Almut Sommer"'
gies, pf melisse pp petercelic tot grof
moes gecaptt ende op t' lest daer wat
boter in.
Winter Pottagie
Endivie. Beet, Zuringh sonder Ribbens
Pitercelie, pertulaca man. 7i man.
Tarwe blom, een tinne lepel opgehoopt
met suycker, de groote van 2 eyere boter,
fiat mixt, met pompwater.
De twee recepten bieden een samenstel
ling van ingrediënten maar weinig infor
matie over de bereiding van de gerechten.
De aanduiding van de gerechten als 'pot
tagie' doet denken aan het Franse woord
voor soep: potage. Dat zou een aanwij
zing kunnen zijn dat de ingrediënten in
de vorm van een soep opgediend zullen
worden. Maar in het eerste recept is er
nergens sprake van water of bouillon, die