Hof laan 16 - 'In de Kat van de Kinderdijk'
of 'Anna'. (Foto F.D. Zeiler)
tyxn.sLJ&jfüJ
lrz_ *j£uxtn_jJtJil-CAhJ^il JQ2.J o. ft*.
nx^vatifètfi-^fus^o.^ peLfQtr-*)Z^/ita.^fxA.
(vxj un^oo tnoti.trlji<rxrh_ vctri-jv trCj-L. tn 'èe jaainar
'.ofót2^j)i^cJfti^(^'cAn^n-iJiCe&xnjéf Zufênbé.
jljtüucoSuji: truii ï'A/n)t Ktn.jtrM.oj. e/t/L, fnJt tm. ■-
Qitiua.n}tKirSètr£^ ij'ci £ij* ^riLfru'rtJJetrAèAf/iKriUz.
QeujL)ttjClAc/_ ftfjicmÈ) cnQt
__0 /..--/ Cil
Vermelding in het
Memorieboek
550-1667 (Afschrift
1739 van uittreksel
1717, in de Collectie
Aanwinsten Regio
naal Archief Alkmaar,
inv. nr. 38)
mr. F.M. Horningc-Jacobs, die er tot haar
overlijden in het voorjaar van 2002 heeft
gewoond.
In de nacht van 16 op 17 maart 1992
woedde een felle brand die het pand zeer
ernstig beschadigde. Gelukkig is het daar
na zorgvuldig hersteld en opgebouwd,
waardoor het met ere weer op de gemeen
telijke monumentenlijst prijkt. Toeval of
niet, evenals bij het wiegje met kind in de
storm bij Kinderdijk, speelde bij de brand
in 1992 ook een huisdier een belangrijke
rol. De hond Bram maakte met zijn
geblaf mevrouw Horningc-Jacobs wakker
en redde daarmee haar leven. Het is triest
dat de hond zelf daarna in de vlammen
omkwam.
Zowel de muurschildering als het
opschrift van Hoflaan 16 hebben ook bui
ten de gemeentegrenzen bekendheid
gekregen. In het boek 'Park' Huis te
Kinderdijk wordt beschreven hoe de
legende van Kinderdijk op deze twee
woonhuizen in ons dorp is vereeuwigd.
Het mirakel
Ook in andere delen van Nederland liet
de Sint Elisabethsvloed van 1421 haat-
sporen na. Het zeewaterpeil was zo hoog
gestegen dat bijna heel Holland, Zeeland
en Vlaanderen onderliepen. In Kenne-
merland waren heel wat dijken doorge
broken, waarbij onder andere het dorp
Petten door de zee werd verzwolgen. In
de kerk van Petten hadden zich 400 inwo
ners verschanst in de hoop daarmee veilig
te zijn voor het watergeweld. Dit hield
echter zo aan, dat uiteindelijk de muren
van de kerk instortten en de gevluchte
inwoners met de kerkinventaris een prooi
der golven werden.
De volgende morgen, toen het storm-
geraas was bedaard, trok de schout van
Bergen, Jan van Prucen, er op uit om de
schade op te nemen en zich over mogelijk
aangespoelde voorwerpen te ontfermen.
Zo vond hij tegen een slootkant een hou
ten kistje met een ciborie (vaatwerk waar
in gewijde hosties werden bewaard) en
andere gewijde voorwerpen. Hij liet
onmiddellijk pastoor Antelius van Bergen
waarschuwen, die daarop met zijn kostcr
Gerardus kwam en gezamenlijk het
gevonden kistje met inhoud in veiligheid
brachten. Pastoor Amelius droeg daarbij
de ciborie met de gewijde hosties en de
koster de ivoren pvxis (hosticdoosje) die
ook in het aangespoelde kistje was aange
troffen. Omdat de koster uit eerbied het
gewijde voorwerp niet met zijn handen
wilde aanraken, droeg hij de pyxis op een
houten schaal. Pastoor Joanncs van Petten
had de ramp overleefd omdat hij toevallig
een paar dagen elders verbleef. Toen hem
de vondst ter ore kwam, haastte hij zich
naar zijn Bergense collega om de aange
spoelde heiligdommen in ogenschouw te
nemen. In aanwezigheid van pastoor
Amelius en koster Gerardus opende hij
de ciborie en nuttigde de gewijde hosties,
die nauwelijks door het zeewater waren
aangetast. Toen hij ook naar de pyxis
vroeg omdat zich daarin ook gewijde hos
ties bevonden, schrok pastoor Amelius.
Hij had kort tevoren nog zelf de pyxis
geopend en gezien dat deze leeg was.
Toch gaf hij de pyxis aan pastoor Joannes
en gezamenlijk stelden zij vast dat zich
daarin, zij het verkleefd door het zeewa
ter, de hosties bevonden. Omdat de hos
ties nogal wat zeewater bevatten en het
nuttigen daarvan niet goed mogelijk was,
besloot pastoor Joannes de inhoud van de
pyxis te legen in de houten schaal die kos
ter Gerardus bij de overbrenging naar de
kerk had gebruikt. Vervolgens werd het
geheel opgeborgen in een kast.
Er ging enige tijd voorbij; pastoor
Amelius was afgereisd naar Brabant en
had zijn parochie toevertrouwd aan
Gerardus die inmiddels tot priester was
gewijd. Toen deze een ziek meisje de
gewijde hostie had gebracht, dacht hij bij
het opbergen daarvan aan de houten
schaal waarop de door zeewater vervorm
de hosties waren uitgestort. Groot was
zijn verbazing toen bleek dat het zeewater
was verdwenen en de hosties droog waren
37