Interview met Lo de Ruiter ik toch te ver gaan. Ik haastte mij naar de kerk en sprak met de befaamde archi tect. 'Ik wil geen pottenkijkers binnen' was zijn antwoord, waarop ik streng zei: 'ik ben uw opdrachtgever, u maakt uw excu ses anders kunt u vertrekken!' Na enige aarzeling gaf hij mij de hand en zei ik zal naar de dominee toegaan'. Tussen die twee kwam het gelukkig goed. Een jaar later gaf de architect een toelichting in de Ruïnekerk tijdens het werkbezoek van Koningin Juliana op 11 juli 1961 aan Noord-Holland. De Koningin roemde de deuren van de Nassaukapel. Ik vertelde dat in die kapel de nazaten van prins Maurits begraven lagen. 'Dat kan toch niet want Maurits had geen kinderenzei de Koningin. 'Ja mevrouw maar niet bij zijn eigen vrouw'. Waarop zij antwoordde:' mannen waren toen ook al ondeugend. Enkele markante personen die ik mij her inner uit mijn ambtsperiode. De vriendschap met Roland Holst was mij zeer dierbaar en heeft zestien jaar geduurd. Vooral de laatste jaren was ons contact intensief. Ik zie hem nog fietsen met zijn wandelstok dwars over het stuur. Hij had een fobie voor de trein en daar door bracht ik hem vaak met de auto naar vrienden en officiële gelegenheden buiten Bergen. In Het Huis met de Pilaren bracht hij vele uren door aan het eerste tafeltje bij het linkerraam, vergezeld van een 'jonge klare'. Met loet kleinste potloodje dat ik ooit zag maakte hij in een minuscuul zak boekje aantekeningen voor een nieuw vers. Wie hem stoorde kreeg een snauw. Hij leefde solitair en wilde zich niet aan een vrouw binden. Vooral de laatste jaren was ons con tact intensief. Ik had de sleutel van de zij deur van zijn flat in Frankenstate. Ik noemde het gebouw de 'koekdoos' en hij had het altijd over 'het gesticht'. Ik hielp hem bij het gereedmaken voor de nacht. Twee maanden voor zijn dood in 1976 verscheen zijn bundel 'Voorlopigaan mij opgedragen voor een trouwe vriendschap. Lucebert, de koning van de vijftigers bewonderde ik zeer, zijn verzen intrigeer den mij. Ik ontmoette hem met zijn vrouw bij de Eerste Bergensche Boek handel en door deze kennismaking ont stond een vriendschap tot aan zijn dood. Nu nog heb ik contact met zijn familie. Met dr. Jaap Hemelrijk, oud-rector van het Murmelliusgymnasium en wet houder van Bergen heb ik eens een aan varing gehad. Ik deed een voorstel aan Na afloop van de bezichtiging van de Ruïnekerk brengt koningin Juliana een bezoek aan Bio Vacantieoord in Bergen aan Zee. burgemeester en wethouders - waarover het ging weet ik niet meer - en Hemelrijk zei: 'dit gaat niet door, over mijn lijk'. Gemeentesecretaris De Vries verbleekte en wethouder Ellis verstarde. Ik dacht er op of er onder. Ik keek Hemelrijk strak aan en zei: 'over zo'n klein lijk stap ik wel heen. ....Stilte..., Hemelrijk lachte; 'als u het graag wilt mag het wat mij betreft door gaan Een dag later kwam hij mijn vrouw tijdens de thee een paar boekjes brengen over zijn verblijf in de concentra tiekampen. Nadat ik ze gelezen had kreeg ik diep respect voor deze man. Mr. Frits Zeiler was de lokale en regionale jurist. Hij reed altijd met een vuilniszak met daarin zijn tassen met pro cesstukken voor en achter op zijn fiets naar zijn kantoor in Alkmaar. Hij hield iedere verandering in Bergen bij en wist ook alles; hij richtte in 1969 de vereniging 'Nieuw Bergenop. Zelf was hij toen niet in de gemeenteraad, maar bij iedere raadsvergadering zat hij op de eerste rij en instrueerde 'zijnraadsleden. Bij een behandeling van een voorstel waarvan ik de strekking ben vergeten, hoorde ik hem sissen tegen mevrouw Eisma (wethouder) van zijn partij: 'pak hem nuwaarop ik zei: 'ik dank de heer Zeiler voor zijn ongevraagd advies; in de raad wens ik niet gepakt te worden, zelfs niet door een vrouw'. Hilariteit en rode hoofden. Enige tijd later werd er een bordeel in de buurt van de Hertenkamp geves tigd, voor de omwoners een kleine ramp. Ik vroeg Frits of er iets aan gedaan kon worden. Hij speurde in de oude archieven en vond een servituut waarin tal van ver bodsbepalingen waren opgenomen o.a. het houden van varkens en niet meer dan zes kippen en een haan, ook bordelen en de exploitatie van huizen van ontucht waren niet toegestaan. Wat een opluchting voor iedereen. Frits Zeiler hoefde geen moeite te doen om gezag uit te stralen, hij had het van nature. Bert Schuil was een karaktervol mens en een opvallende verschijning. Hij was leerkracht van de MUEO in Bergen en besteedde veel tijd aan jonge mensen. De natuurclub KJVO (Kennemer Jeugdbond voor Onthouding) werd door hem geleid. Hij organiseerde excursies en was fervent geheelonthouder, vegetariër, en droeg 'gezondheidskleding'. Zijn aanhangers bestonden veelal uit mensen die van de natuur hielden. Wij hadden af en toe een aanvaring maar ik hield van deze oprech te dwarsligger.Hij was strijdbaar en kende weinig compromissen. Bij de vaca ture hoofd van de MULO werd hij gepas seerd, men vond hem te links. Dit was een foute en domme beslissing van het gemeentebestuur. Voor enige tijd verliet hij Bergen en werd leraar in Almelo. Na zijn pensionering keerde hij weer terug en werd raadslid voor de P.S.P. Op weg naar huis bij de T-kruising Eeuwigelaan en Mosselenbuurt is hij overreden. Bij zijn herdenking (hij had zijn lichaam ter beschikking van de wetenschap gesteld) heb ik op het grasveld van het Oude Hof een toespraak voor zijn familie en vrienden gehouden. Bert Schuil was een mens die zijn geest en werkkracht voor anderen inzette. Piet Mooij mag ik zeker niet vergeten te noemen. Hij heeft veel interesse in de samenleving en kent de geschiedenis van Bergen op zijn duim. Hij is een pijler waar je op kunt steunen. Zijn omvangrij ke fotocollectie is zeer waardevol voor Bergen. 56

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2002 | | pagina 26