Kolenboer, een verdwenen beroep brengen. Pas in 1923 werd Bergen aange sloten op het gasnet van de gemeente Alkmaar. Hierdoor kwam voor het koken wederom een nieuwe warmtebron be schikbaar. Echter, voorzover goed geïn formeerd, hadden het Sint Jozefgebouw aan de Loudelsweg en De Rustende Jager reeds een eigen gasvoorziening via een acetyleen (carbid)installatie. Naar hardheid ingedeeld bestond het aanbod van brandstoffen uit turf (lange hoogveenturf en korte bagger-laagveen- turf), bruinkool, gaskool, vlamkool, vet- kool, magere kool en antraciet. De steen kool en antraciet werden in eerste instan tie in de detailhandel verhandeld per Amsterdamse hoed 1172,4 dm'j later per mud, zijnde 1 hl. De mudzak was op deze inhoudsmaat gemaakt. Bruinkool werd per gewicht verhandeld in geperste vorm (briketten). Voorts waren er eierkolen in de handel, samengeperst uit kolengruis vermengd met koolteer. Bij warm zomer weer werd de koolteer vluchtig, als de kolenboer hierin dan moest werken, smeerde hij zijn gezicht eerst met lijnolie in met daarover, om de huid verder beschermen, talkpoeder. Een vreemde gewaarwording die mannen met enge spierwitte gezichten aan het werk in het zwarte goud, zoals kolen wel werden genoemd Ondertussen was turf grotendeels verdrongen door kolen. Dit maakte dan ook het hoofdbestanddeel uit van het assortiment van de brandstoffenhandel. Voor grotere gebouwen kwam centrale verwarming in zwang met immense stookketels. Voor een villa was al gauw een ketel van Vh m' vereist, terwijl de radiatoren uit gegoten leden waren samengesteld die in de vertrekken promi nent aanwezig waren. De vestiging van Jn. Akerboom sr. aan de Jan Oldenburglaan 8, had aan de achterzijde twee kolenloodsen aan de trambaan. Omdat het verbruik groeide werd hier in 1937 een derde loods gereali seerd. De per spoor aangevoerde brand stoffen konden direct in de loods worden overgeslagen. Vanaf het los- en laadper- ron konden de overige kolenboeren de kolen naar hun opslagplaatsen brengen, in het begin met paard en wagen en later met vrachtauto. De zomer werd gebruikt voor het bezoeken van de klanten om de in voor raad genomen antraciet uit diverse landen aan te bevelen. Op de levering van de wintervoorraad in het zomerseizoen, die gemiddeld 20 mud per huishouden bedroeg, werd een korting gegeven even- Schilderij van het bedrijf van D. Dekker aan de Kogendijk. (Foto: collectie Piet Mooij, Bergen NH) Evert Roekei met zijn handkar in de Vijverlaan. In 1938 had hij wijk en handkar overgenomen van Jacob Hartland. (Foto: collectie Piet Mooij, Bergen NH) Het eerste kolentransport na de oorlog komt in december 1945 per spoor in Bergen aan, om op geslagen te worden in de kolenloods van Akerboom tussen Plein en Jan Oldenburglaan. V.l.n.r. Jan Zentveld, Arie Veldhuizen, Van der Lely en Jan Akerboom. Op de achtergrond de woningen aan de Karei de Grootelaan. (Foto: collectie Piet Mooij, Bergen NH) 46

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2002 | | pagina 16