Herinneringen aan mijn ambtelijk bestaan
Zo speelden we elk jaar het 4-gemeenten-
tournooi tegen Heiloo, Langedijk en
Heerhugowaard, en voorts tegen diverse
bedrijfselftallen uit de omgeving (o.a. de
Spoorvogels). Ook herinner ik me nog
een uitwedstrijd tegen de gemeente Den
Helder. Na afloop werd er gezellig ge
danst met dames van die gemeente. Toen
op een gegeven ogenblik de chauffeur van
de gemeentelijke vrachtauto, die ons ver
voerde, naar huis wilde haalden we een
geintje uit. Een van onze spelers stopte
een flinke aardappel in de uitlaat van de
auto, die toen met meer wilde starten.
Elelaas werd betrokkene betrapt toen hij
de aardappel weer verwijderde. Het
gevolg was, dat we de vrachtauto voor
taan niet meer mee kregen!
Resumé
Zo heb ik mij in die 43 jaar met vele
gemeentelijke zaken mogen bemoeien,
mijnerzijds met veel genoegen. Dat de
plaatselijke bevolking mijn werk ook
gewaardeerd heeft, bleek ondermeer bij
mijn afscheid in 1984 in de centrale hal
van het gemeentehuis. Nadat er op de
afscheidsreceptie toneelstukjes waren
opgevoerd omtrent de wijze waarop ik
gewerkt had, kwamen ruim 200 burgers
mij de hand schudden. Ja, dit afscheid was
grandioos. Zo werden mij behalve de echt
tientallen flessen drank (hoe wisten ze dat
ik dat wel lustte...) door de kooplui van
de zaterdagmarkt op een geïmproviseerde
marktkraam diverse artikelen aangebo
den, waarbij elke koopman voor tenmin
ste één artikel zorgde. Het resultaat was
dat naast de broodjes en koekjes, de vis,
kaas en sinaasappels ook een onderbroek,
een toiletborstel, een stel werksokken,
enz. de marktkraam sierden. Door de
plaatselijke horeca werd ons zelfs een
verblijf van vier dagen in Brussel aange
boden, waar we uiteraard dankbaar
gebruik van hebben gemaakt.
Toch zijn mijn laatste ambtelijke
jaren niet altijd even gemakkelijk geweest,
als ik bijvoorbeeld denk aan de invoering
van het systeem van functiewaardering,
de vele eindeloze vergaderingen (terwijl je
nog zoveel ander werk had liggen dat 'af'
moest), het werkoverleg, enz., enz.
Uit het vorenstaande is wel duidelijk
geworden, dat er een heel verschil bestaat
tussen de eerste en de latere - en wel spe
ciaal de laatste jaren van mijn ambtelijke
loopbaan. De gemoedelijkheid en de
gezelligheid in de omgang met de bevol
king heb ik die laatste jaren gemist.
Samenvattend mag ik toch stellen,
dat ik altijd prettig gewerkt heb, waarbij
ik het belang van de Bergense gemeen
schap steeds zoveel mogelijk heb willen
en mogen dienen.
Voor het raadhuis,
circa 1980. Bovenste
rij, vlnr: Aafjes, Klerk.
Middelste rij: Mooij,
Schotten, Bootsma,
Sijpheer, Kooijman.
Onderste rij:
Huizinga, Wessels,
Marijke Seelmeijer,
Boon, Van Keulen,
Schoonderwoerd,
Brouwers.
7&"$f
i
18