m
Jan Kooistra::' I Bergen op de bon
De Eerste Wereldoorlog ook 'uitgevochten' in Bergen.
e geschiedenis van de Eerste Wereld
oorlog staat in Nederland opnieuw in de
belangstelling. Het artikel in de Bergense
Kroniek (mei 1999) van Jan van Baar over
het interneringsdepot en het deserteurs
kamp te Bergen is daarvan een voorbeeld.
De oprichting van de Stichting Studie
Centrum Eerste Wereldoorlog in februari
2001 en het verschijnen van Paul Moeyes'
'Buiten Schot' getuigen ook van deze her
nieuwde belangstelling. Moeyes richt zich
op de binnenlandse problemen veroor
zaakt door de oorlog, een nog weinig
onderzocht terrein. Hij richt zich op de
moeilijkheden die volgden uit de Neder
landse wens neutraal te blijven. Met name
de mobilisatie en de economische proble
men komen uitgebreid aan bod.
Door de oorlog ontstond er een
schaarste aan allerlei goederen; brandstof
fen, kunstmest en verschillende voedsel
gewassen waren steeds moeilijker ver
krijgbaar. Vooral na de start van de
Duitse duikbootoorlog in februari 1917
was de invoer van dergelijke schaarse goe
deren problematisch. De Nederlandse
overheid nam verschillende maatregelen
om de moeilijkheden het hoofd te bieden.
Het is interessant te weten dat de ons zo
bekende zomertijd ingevoerd is tijdens de
Militaire kantine in
De Rustende Jager
voor het bewakings
korps. (Foto:
Collectie Piet Mooi],
Bergen NH).
Eerste Wereldoorlog. Met deze maatregel
kon brandstof bespaard worden op de
stadsverlichting.
Maar wat merkten gewone burgers,
bijvoorbeeld in Bergen van de overheids
maatregelen die de gevolgen van de oor
log probeerden tegen te gaan? Dit artikel
is gebaseerd op wat Paul Moeyes geschre
ven heeft over Nederland in de Eerste
Wereldoorlog en wat de auteur tijdens
een onderzoek in het Regionaal Archief
Alkmaar aan informatie heeft kunnen vin
den met betrekking tot de situatie in
Bergen tijdens de genoemde periode.
Inwoners van Bergen kwamen zelf in
actie, om de problemen veroorzaakt door
de oorlog aan te pakken. Al snel na het
uitbreken van de oorlog werd een steun
comité opgericht. Dit comité zou van
1914 tot na het einde van de oorlog be
staan. In een brief van 10 augustus 1914
aan de raad van Bergen deden verschillen
de Bergenaren een oproep het door hen
opgerichte comité financieel te ondersteu
nen. Het waren mevrouw M.A.D.van
Reenen-Völtcr, voorzitter van het comité,
B. Huizinga, penningmeester, C. Bogt-
man Azn., secretaris en verder de leden
A. Oldenburg-Fraijman, A. Plate-Kat, en
10