Het 'spoorhokkie' van halte Oostdorp in de win
ter van 1947. (Foto: Collectie Piet Mooij, Bergen
NH).
De Oosterweg in de winter, circa 1920. Rechts
de huisjes die bewoond werden door werkne
mers van de steenfabriek. Links het huis waar
nu Bertus Stoop woont (nr. 11). Op de achter
grond rechts de stalhouderij van Schouten.
(Foto: Collectie Piet Mooij, Bergen NH).
clen die nu een rondje draaien op de
rotonde tussen de Dreef, de Bergerweg en
de Van Blaaderenweg zullen zich niet
realiseren dat hier in de eerste helft van
1900 alleen maar de rails hebben gelegen
van het reeds beroemd geworden tram
metje Bcllo'Het trammetje ging vanaf
het station Alkmaar (perron 6) over de
Helderseweg, langs het water van het
Noord-Hollands Kanaal naar Koedijk,
om dan via de Kogendijk en de Van
Blaaderenweg naar Bergen en Bergen aan
Zee te rijden.
Het enige dat bij de rotonde nog her
innert aan de situatie van toen is de naam
van het Spoorlaantje. Hier stond namelijk
het in de volksmond genoemde 'spoor
hokkie' van halte Oostdorp. De reizigers
uit Tuin- en Oostdorp hoefden dan niet
naar het station van Bergen te gaan. Ser
vice stond toen nog hoog in het vaandel
bij de NS.
Dit hokje had een multi-functioneel
gebruik. Je kon er niet alleen wachten op
de tram maar het was ook een gewilde
speelplek voor de jeugd. Nu noemen we
zoiets een jongeren hangplek. Als je je
een beetje 'mans' begon te voelen dan
kocht je voor een dubbeltje een pakje
Triumph sigaretten en die rookte je daar
dan op. Want thuis mocht je niet roken,
daar was geen sprake van. Deze plek was
nogal een bosrijk gebied. Er stonden veel
bomen waarvan de takken over het
spoorhokje hingen. Daar klommen we
dan in om Tarzan te spelen, de filmheld
uit die tijd. Totdat Opoe Roobeek kwam
met snoepjes. Het goede mens was bang
dat we uit de boom zouden vallen. Opoe
Roobeek woonde in het huisje aan de Van
Borselenlaan (nummer 5), dat kleine stuk
je vanaf de Dorpsstraat naar de Dreef.
Het huisje is er nog steeds maar het is
inmiddels een bouwval geworden. Als je
in die tijd niet zo goed wist wie Opoe
Roobeek eigenlijk was, dan kreeg je te
horen dat het de moeder was van Willem
en Cor Roobeek en ook de moeder van
de vrouw van De Rover. Vandaar weer
die snoepjes, want.... ook de jongens van
De Rover zaten samen met ons in de
bomen.
Het was niet alleen kattenkwaad dat
we uithaalden, 's Avonds was het een
ideale plek om te vrijen. Er zal daar wat
af gescharreld zijn, vooral op zondag
avond in het tramhossie ging je dan een
zoentje stelen, 'n heel mooie tijd was dat.
We gaan nu naar het Spoorlaantje.
Dat liep vanaf de hoek bij Opoe Roobeek
tot aan de Jan Apeldoornweg. Het eerste
stuk van de weg was begaanbaar maar het
43