Bergenaren vertellen over vroeger
Heksenketel
"Ik hielp elke dag in de bakkerswinkel en als
het slecht weer was speelden de kinderen
vaak op zolder onder leiding van dochter
Ann, die is later onderwijzeres geworden.
Het was dan een drukte van belang, met
recht een heksenketel. Tegen etenstijd holden
ze allemaal tegelijk naar beneden. Ik riep dan
altijd: 'Er komt weer een hele rits muizen
naar beneden!' Als ze na het eten met veel
lawaai naar buiten gingen was mijn vaste
opmerking: 'Ga de runnik maar op' (even
wegwezen). Ja, het was een druk gezin!"
Van warme bakker naar koude bakker
"In 1949 overleed mijn man, toen moesten
Hobby's
"Schaatsen ofwel 'zwieren' ivas mijn lust
en mijn leven; als er ijs lag op het Oude Hof
reed mijn kroost in de vorm van een lint
mee, eikaars handen vasthoudend, dat was
een mooi gezicht. Tot mijn vijfenzestigste
jaar heb ik nog geschaatst. Door een flinke
val, waarbij ik mijn rechter arm zwaar
kneusde, durfde ik niet meer te schaatsen.
Veel tijd voor andere liefhebberijen had
ik niet toen de kinderen klein waren. Ik heb
echter wel veel sokken gebreid, zelfs voor
neven en nichten. Nadat de kinderen de
deur uit waren ben ik gaan borduren.
Naar aanleiding van mijn tachtigste
verjaardag is er van al mijn handwerk een
nog samen met één van mijn dochters naar
Abu Dliabi gereisd. Zelfs Thailand heb ik
van daaruit bezocht.
Na verloop van tijd kwamen beide kin
deren weer terug in Nederland. Mijn zoons
wonen nu allemaal in Bergen. Vanaf mijn
vijfenzestigste verjaardag heb ik iedere vijf
jaar een groot feest gegeven en zelfs op mijn
vijfennegentigste verjaardag is er nog een
receptie in hotel Het Witte Huis gehouden
met alle neven en nichten erbij.
Ik ben nog de enige van de familie
Olbers die in leven is." Wat zachter zegt
mevrouw Leijen: "Zelfs drie kinderen heb
ik overleefd.
De laatste tijd zie ik een stuk slechter,
Vlak na de oorlog. Jan en Trien Leijen met bak
kersknecht Cor bij de met kolen gestookte oven.
Mevrouw Leijen op
95-jarige leeftijd met
achterkleinkind.
wij het met elkaar redden. Twee knechten
hielpen ons daarbij, één in de bakkerij en één
met venten. Weduwen van zelfstandige
ondernemers kregen vroeger geen uitkering
en twee knechten betalen werd al gauw te
duur. Wij namen vervolgens ons brood af
van bakker Buisman uit de Molenstraat.
Wij bakten dus zelf niet meer en zo werden
wij van warme bakker koude bakker. Na
schooltijd brachten de kinderen het brood
weg. Op een oude film van Sven Selliger
over Bergen zie je mijn dochter Nel nog op
de bakfiets rijden.
tentoonstelling samengesteld; zelfs de
gebreide sokken, aan een lijntje opgehangen,
ontbraken niet.
Wij pauzeren even.
"Ik heb in mijn leven al heel wat afgereisd.
Mijn dochter Ann woonde in Zuid-Afrika
en vanwege ziekte van haar kind ben ik op
zestigjarige leeftijd naar haar toegegaan om
haar te helpen.
Mijn zoon Thomas werd met zijn gezin
naar de Verenigde Arabische Republiek uit
gezonden. Toen ik tachtig jaar was ben ik
wat ik heel jammer vind, maar koken doe ik
nog steeds zelf en als de kinderen komen,
maak ik nog altijd groentesoep. Volgens
mijn kinderen is de groentesoep a la Moeder
Leijen beroemd!"
Ze zucht. We zijn klaar met het interview
en ik neem afscheid van een vrouw die al
bijna honderd jaar is.
Bijzonder!!
T>
sïifc