Toch had hij dc uitstraling van een artiest. Wat ik nooit zal vergeten was, toen op 10 mei 1945 's morgens vroeg de Duitsers het vliegveld bombardeerden, stonden wij in de tuin te kijken wat er gaande was. Roggeveen kwam ook naar buiten, in zijn lange onderbroek Het eerste wat hij, sinds wij er woonden, tegen Moe zei was: 'buurvrouw is er oorlog?' Het 'Blokker-bosje' was ons speel terrein. Het lag voor de oude begraaf plaats, (die nu fantastisch gerenoveerd wordt door vrijwilligers). We bouwden er 'hutten', speelden schuilhokje, 's winters gingen we 'skossie springen' d.w.z. als er ijs op het slootje lag en het nog niet al te dik was, probeerden wc toch aan de over kant te komen. Menig nat pak heb ik ervan over gehouden. Naast het nu nog bestaande pad stond alleen het lijkenhuis je en dat had een huisnummer, nummer 18 In de mobilisatietijd werd het gebruikt als gashuisje. Een officier gooide er een gaspatroon in en de soldaten moes ten er dan, om te oefenen met gasmaskers, een tijdje inblijven. In de oorlog gebruik ten Duitsers het voor opslag van doodkis ten (wat meer aan het doel van het ge bouwtje beantwoordde). Als er 's avonds laat of 's nachts een auto op het padje naar het kerkhof reed, dan kon je de vol gende dag een stram marcherend peloton soldaten, in paradepas, door de laan zien gaan op weg naar het Duitse kerkhof aan Pension Marco, Ruïnelaan 34 (fotocollectie Piet Mooij, Bergen NH). de Kerkedijk. Voorop een muziekkorps, met omfloerste trommels. Een uur latei- kwamen zij terug, vrolijk marsmuziek spelend. Het Blokkerbosje reikte tot aan Huize 'De Wingerd', Ruïnelaan 20, van Jan Smit, vader van Dick Smit, de huidige bewoner. Dick zijn vader had het huis in 1920 laten bouwen. We zijn nu bij het Spaansche pad. Een laantje waar maar enkele kleine huis jes stonden. Onder andere van Willem Blokker, de doodgraver. Hij was de vader van Piet Blokker, de post. Piet Blokker was in die tijd een bekend figuur. Vele brieven heeft hij rondgebracht in het dorp. Als we het Spaansche pad oversteken komen we bij nummer 18. Vroeger woonde hier Pietje Blokker, die heel lang de bijnaam 'Pietje Bibber' heeft gehad. In die tijd was het de gewoonte om, als iemand even iets anders had of deed dan 'normaal', hem een bijnaam te geven. In 1939 was in dit huis de manufacturenzaak van de dames Goosen en Schild gevestigd. Twee gezellige dames die overal raad op wisten. Ook aan dit huis is in loop dei- jaren veel verbouwd. De boerderij die op nummer 14 staat was dc boerderij van Broertjes. Piet Broertjes had er met zijn vrouw een vis handel. Zelf zat Piet vaak op zee te vissen terwijl zijn vrouw de winkel bij hield. Het was een gezellige, nogal 'gezette' vrouw. Na de oorlog, toen ik als jonge man wel eens aan het stappen was geweest, kon het zo laat niet zijn, of een visje kon je altijd bij haar kopen. Vaak smeerde vrouw Broertjes ons dan ge rookte paling aan. Maar wel met dc nodi ge bezorgdheid. 'Jongens, doe eerst een slab voor, want oh, jongens palingvet is niet uit jullie pakken te krijgen!!' was haar steevaste waarschuwing. Lange tijd na de vishandel is het de antiekhandel Het Boerenhuis geweest. Achter de boerderij staat nog een boerderij die bekend stond als de boerde rij van timmerman/aannemer Willem Rampen (nummer 16). Later woonde J. Elfering erin. Je komt er via het pad dat loopt langs dc hedendaagse videotheek. Een naam die in die dagen nog in geen woordenboek te vinden was. De radio was het enige dat bestond. Jarenlang was in dit pand van dc videotheek (nummer 12) de kruidenierszaak gevestigd van Piet Borst. Welke oud Bergenaar heeft deze winkel niet gekend, die de trotse verte genwoordiging had van Kempinski wij nen. In die tijd waren er ongeveer tien kruideniers in Bergen. Als er dan ook een nieuwe klant was te 'versieren' moest je er als zakenman als de kippen bij zijn. Zo kwam het voor dat de ene knecht met een bestelboekjc bij dc voordeur zijn baas promootte en een ander bij de achterdeur zijn best deed om maar vooral het boekje met dc naam van zijn winkel achter te kunnen laten. Ik voer er wel bij, want een gratis opschrijfboekje was voor mij een welkom geschenk. De winkel van Borst was nog een echte kruidenierswinkel. Een lange glazen toonbank met daarachter schappen met diverse grutterswaren, kof fie, thee, enz. Er werden nog veel produc ten met de hand afgewogen. Achteraan in de winkel was de kaas en worstafdeling. Daar stond een snijmachine waar je aan een groot wiel moest draaien om plakken vlees of worst af te snijden. Als je de kruidenierswaren wilde afrekenen werden de bedragen op de kassa met de nummer- hendels ingedrukt; een slinger zorgde er dan voor dat het te betalen bedrag kwam te staan achter een glazen venstertje. Het pand ernaast was de schoenen winkel van Seewald. Daarna hebben F. van Overbeek en Flurschutz er hun brood als kapper verdiend. Na vele veran deringen o.a. het cafe van Dolstra en de wijnhandel van Gerard Kager is het nu toch weer een kapperszaak geworden. Het is niet voor te stellen dat op de plaats waar nu de winkels met bovenwoningen zijn, vroeger een boerderij heeft gestaan. Deze hoorde bij de Dorpsstraat. Hier woonden de gebroeders Hoogvorst, het waren slagers. Nog zie ik de twee broers door de Ruïnelaan lopen met hun hand karretje met daarop het vlees, dat zij had den laten slachten in het slachthuis aan de Lijtweg. Allebei witte schorten voor die onder het bloed zaten. Zo brachten zij het vlees naar de slagerij in de Kerkstraat. Zo hebben we dan de laan gehad en gaan naar de hoek van de Raadhuisstraat, waar zoals de naam al zegt de laan begon aan de zijkant van het oude raadhuis. Achter het raadhuis in de tuin stond het arrestantenhok, het was niet de enige gevangenis die Bergen rijk was.Ook was er nog het 'Spekhok', een klein gebouwtje aan dc Hoopweg naast café Hillebrand. Hier werd je in opgesloten als je alibi of je staat van nuchterheid te wensen over liet. In de mobilisatie werd in de tuin van het raadhuis een schuilkelder gebouwd. En zo ben ik weer terug bij dc Ruïnekerk, waar onze laan naar genoemd is. 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2001 | | pagina 17