Pension 't Witte Huis, Ruïnelaan 15 Ifotocollectie Piet Mooij, Bergen NH).
van Piet van Wonderen is gevestigd, num
mer 5, is jarenlang een sigarenwinkel
geweest van Henk de Jonge. Henk was
een broer van Barend de Jonge, directeur
van het postkantoor.
Als we de Dorpsstraat oversteken,
zien we op nummer 7 de woon- tuin
meubelwinkel Bergerac, waar vroeger de
manufacturenwinkel van Jan den Broeder
was. De garage van Piet Smit had zijn
werkplaats naast het kleine steegje. In de
oorlog hadden de Duitsers hier hun
werkplaats. Ik kan mij herinneren dat er
spreuken in mooie gotische letters op de
muren stonden.
Het huisje achter de winkel van
Geerts was het woonhuis van Jan Smit Sr.
Het zou nummer 9 moeten zijn, maar
volgens mijn weten heeft het nooit dat
nummer gehad, want J. Smit stond met
winkel en werkplaats ingeschreven op
nummer 11. Vele malen heb ik J.H. Rog
geveen met zijn palet op het pleintje zien
zitten om het huisje te tekenen of te schil
deren. Soms kom ik zo'n 'Roggeveen'
tegen, dan gaan mijn gedachten altijd
terug naar die tijd.
Als we de Molenstraat ingaan, zien
we de klokkenwinkel van Jan Stomps.
Dat was vroeger de sigarenwinkel van Jan
Scholten, de vader en grootvader van de
Scholtens van de drankenhandel. Dit even
terzijde.
We komen nu bij de zomerwoningen
(nummers 13a, b en c) van 't Witte Huis,
waarvan de ingang op nummer 15 ligt.
Van 't Witte Huis is het oorspronkelijke
aanzicht geheel verdwenen. Maar laten we
niet sentimenteel worden. De tijd brengt
nu eenmaal met zich mee dat we niet alles
kunnen bewaren. Maar bij het zien van
het tegenwoordige hotel-restaurant moet
ik, om mijn herinnering op te halen, een
oude foto ervan bekijken uit de verzame
ling van Piet Mooij. Ik zie dan weer in
gedachten mevrouw M.C. Grin voor het
raam zitten van 'het Kluiske'. Dat huisje
stond waar nu de ingang van het etablis
sement is. Het was een pension voor
oudere mensen. Ik zie nog enige vrouw
tjes in de tuin lopen met hulletjes
(Noord-Hollandse neepjesmuts) op. Het
geheel was eigendom van de familie
Bogtman.
Het huis nummer 17, op de hoek van
de Beemsterlaan, werd bewoond door de
weduwe J. Lotz-Duijker. Zij woonde
samen met meneer S. Zwaan. Meneer
Zwaan deed aan spiritisme. Ik vond dat
reuze spannend. Telkens als ik bij hem
kwam riep hij mevrouw Lotz en zei:
'Kijk eens, Pietje heeft het profiel van
TflwMföTO
;j WITTE HUIS'
pension
pension
13