De onnodige evacuatie van 1943
GEMEENTEBESTUUR van BERGEN (Nh,)
Afdeeling Evacuatie.
Voor het in ontvangst nemen van de U toe
komende „vergoeding huurwaarde voor verlaten
woningen", kunt U zich op ZrO..J&i±...Ij
des voormiddags van 912 uur vervoegen aan
het Gemeentelijk Bureau voor Sociale Zaken,
Karei de Grootelaan 15 te Bergen (Nh.)
Zoo mogelijk wisselgeld medebrengen.
De wnd. Burgemeester van Bergen (Nh.),
W. K. SWEERTS.
waren, zagen zich genoodzaakt in de
nieuwe omgeving naar school te gaan. In
veel gevallen sloot het onderwijsprogram
ma daar niet aan bij het in Bergen genoten
onderwijs. Ook voor sport- en ontspan
ningsverenigingen was men aangewezen
op de nieuwe woonomgeving. Het vereni
gingsleven en daarmede het sociale leven
was in de gedecimeerde Berger gemeen
schap zodoende behoorlijk ontregeld.
Dat allerlei uitvluchten werden ver
zonnen om de evacuatie te kunnen ontlo
pen blijkt o.a. uit een brief d.d. 19 januari
1943 van de burgemeester aan de huisart
sen in Bergen. Hierin maakt hij gewag
van de ontvangst van de vele bewijzen,
waaruit moest blijken dat bepaalde perso
nen noodzakelijk uitstel van evacuatie
dienden te krijgen, omdat ze zich moeilijk
konden verplaatsen. Echter bleek, dat
enkele van deze patiënten zich persoon
lijk met zo'n bewijs kwamen melden op
het gemeentehuis, zodat dit twijfel zaaide.
Verzocht werd uitsluitend in de meest
ernstige gevallen zo'n bewijs af te geven,
omdat anders met die verklaringen geen
rekening kon worden gehouden.
Opvallend is het, dat in de kranten
van januari 1943 geen enkele mededeling
over de evacuatie is verschenen. Alleen in
de krant van 29 januari wordt verslag
gedaan van de vergadering van de WV te
Bergen. De voorzitter D.A. Klomp deelt
daar mede, dat van de viering van het 7e
lustrum wordt afgezien 'nu de bevolking
her- en derwaarts is verspreid' en ook 'dat
geen contributie zal worden geheven'.
Uit de Duitse nederlaag bij Stalingrad
op 2 februari 1943 putten de burgers in de
bezette gebieden weer hoop. In de tweede
groep van te evacueren Bergenaren, die
vóór 1 maart 1943 moest vertrekken,
heerste twijfel of dit bevel al dan niet
opgevolgd moest worden; misschien
stond het hele Duitse leger wel op instor
ten. Een klein deel van de te evacueren
gezinnen besloot daarom illegaal in
Bergen te blijven. Het probleem voor
deze 'blijvers' was, dat de bonkaarten bij
het distributiekantoor van het evacuatie
adres afgehaald dienden te worden.
Uiterst merkwaardig, haast onvoor
stelbaar, was de mondelinge mededeling
aan de waarnemend burgemeester Fijn
van de Ortskommandant Döll te Bergen
op 2 maart 1943, in opdracht van de
Abschnittskommandant, om 'de evacuatie
niet verder doorgang te doen vinden'.
Deze mededeling werd per brief van 4
maart 1943 door de Landwirtschaftsrat
vanuit Haarlem bevestigd. Uit zijn brief
van 11 maart 1943 van de waarnemend
burgemeester van Bergen aan de Com
missaris der Provincie Noord-Holland
blijkt, dat volgens de Ortskommandant
'zij, die tot op het moment niet aan het
evacuatiebevel hadden voldaan, niet hoe
ven te vertrekken'. Voorts maakt hij er
gewag van, dat de beslissing van de
Ortskommandant vele onbillijkheden
geeft en een vreemde indruk ten opzichte
van de reeds genomen maatregelen ach
terlaat, 'terwijl blijkt dat meerderen thans
pogingen doen tot terugkeer'. Logischer
wijs was de beslissing van de Ortskom
mandant uitgelekt, zodat het niet slechts
bij 'pogingen' tot terugkeer door meerde
re gezinnen is gebleven. Van de 22% van
de bevolking die kon blijven, werd een
aantal beschouwd 'verkeerd' te zijn.
Reden voor de blijvers, al dan niet ille
gaal, om voorzichtig te zijn in hun doen
en laten. 'De verrader slaapt niet' was
destijds een slogan.
De Ortskommandantur gelastte de
burgemeester per brief van 15 juni 1943
een tweetal huizen 'aus militarischen
Gründen' te ontruimen. Omdat de bewo
ners zich uitsluitend in Amsterdam
mochten vestigen blijkt dat het hier om
joodse inwoners ging.
De Commissaris der Provincie
Noord-Holland dringt er per brief van 15
december 1943 bij de gemeente Bergen op
aan toezicht te doen uitoefenen op de
door evacuatie leegstaande woningen en
eventueel noodzakelijk onderhoud te ver
richten om die woningen voor verval te
vrijwaren. Hiertoe werd een twintigtal
Familie Ma Prins met de verhuiswagen uit Oud-Karspel
Ibij de luizenknip) gaat terug naar Bergen, juni 1945.
(Oorlogsdocumentatie Ma Prins, beschikbaar gesteld
door H. Weit, Bergen).