EO
Een herinnering aan Jacob van Reenen
Dick Langereis
Jacob van Reenen -
zijn markante snor in
tegenlicht - bij zijn zelf
ontworpen windmo-
len. (Foto: familie
archief Van Reenen,
inv. nr, 483, Regionaal
Archief AlkmaSr).
Het blijkt dat de Bergense Kroniek ook
op het zuidelijk halfrond wordt gelezen.
Uit Katoomba, Australië, kwam deze
bijzondere bijdrage van oud-Bergenaar
Dick Langereis, die op 12-jarige leeftijd
in de Zwarte Schuur op de grote draai
bank zijn eerste as draaide en in 1953
als instrumentmaker emigreerde.
et is nu vele jaren geleden dat ik voor
eerst in aanraking kwam met 'de Heer
van Bergen'. Het gebeurde in die donkere
dagen van de economische depressie, toen
zovelen in Holland zonder werk zaten.
Mijn vader, die leed aan een oogziekte die
hem op den duur blind zou maken, werd
toen ook slachtoffer van die werkloos
heid.
Mijn vader, die zeer inventief was,
dacht een verbetering te hebben aange
bracht aan de stofzuiger die in ons pen
sion gebruikt werd. Hij moest namelijk
mee helpen bij het schoon houden van de
kamers en dergelijke om een dienstmeisje
uit te sparen. Het aanvragen van een
patent op deze verbeterde stofzuiger was
natuurlijk een hele opgave. Hij besloot
daarom de toenmalige burgemeester
H.D.A. van Reenen te vragen of diens
broer Jochem, die advocaat was, daarbij
zou willen helpen.
Op een avond gingen mijn vader en
ik naar huize Kranenburgh. Van die uit
vinding kwam niets, omdat de 'Hoovcr'
van het huis, gedemonstreerd door een
van de keukenmeisjes van de Van
Reenens, precies dezelfde kwaliteiten had
die mijn vader als verbetering had aange
bracht. Terwijl dit alles gebeurde kwam
de heer des huizes, de vroegere burge
meester Jacob van Reenen, ook eens kij
ken wat er aan de hand was. Hij was
ogenblikkelijk vol interesse en vroeg of
mijn vader bij geval machinebankwerker
was. Hij had namelijk ontzaggelijk veel
moeite om de beitels voor zijn draaibank
scherp te houden en bovendien waren alle
boren stomp, zodat hij ten einde raad
was. Mijn vader bood aan om langs te
komen en daarmee ontstond een contact
dat vele jaren zou duren.
De werkplaats bevond zich in de
Zwarte Schuur, toen in Bergen bekend als
'de Manege', naar het vroegere gebruik
ervan. De meeste activiteiten in de werk
plaats hadden betrekking op het fabrice
ren van zelfregulerende wieken voor
windmolens, waarbij ongeacht de wind
sterkte, het aantal toeren per minuut con
stant zou moeten zijn. Het houtwerk
werd gemaakt door Reinier Wittebrood
van het Nachtegalenlaantjc en het staal-
werk kwam voor rekening van mijn
het
46