Het kunstenaarsdorp Bergen in de eerste
helft van de twintigste eeuw
Mr. J.G. van Rossum du Chattel
jjjjusscn 1903 en 1906 schreef Dr. H.
Blink in vier kloeke, rijkelijk geïllustreer
de delen zijn 'Van Eems tot Schelde,
Wandelingen door Oud en Nieuw
Nederland'. In deel 1: 'Holland langs de
duinen' schrijft hij over het dorp Bergen:
'Weldra bereiken wij bet schilderachtige,
kleine villa-dorp Bergen, vriendelijk aan
den kant van het Bergerbosch gelegen op
de geestgronden nabij het duin'. Van
Alkmaar naar Bergen komt men volgens
hem langs een vervelende weg welke
zich geheel door de eentonige weilanden
slingert, doch die opeens wordt afgebro
ken door den overgang van naakte wei
den tot de bosschen der geestgronden, een
verandering, zoo plotseling, dat men zich
in enkele minuten onder hoog opgaand
boomgewas en te midden van vriendelijke
landhuisjes, villa's met tuinen en boeren
woningen bevindt'. Eerder geeft deze
schrijver een verklaring voor het feit dat
Noord-Kennemerland zo eenvoudig was
gebleven: 'Ten noorden van Heemskerk
hield de rechtstreekse invloed van de
Amsterdamsche buitensbouwende patri
ciërs op, omdat deze duinstreek te ver van
bet IJ en van het algemeene verkeer lag,
om gemakkelijk bereikt te kunnen wor
den. Evenmin was hier in de middeleeu
wen, gelijk op het smalle gedeelte van
Holland, aanleiding tot het bouwen op de
geestgronden, om dienst te doen in den
langdurigen strijd tusschen de Graven van
Holland en West-Friesland'. Het was deze
geleerde nog niet opgevallen en het kon
hem nog niet zijn opgevallen dat '...tegen
het eind van de vorige eeuw, toen in de
steden de wereld in steeds scherper tegen
spraak kwam met het leven, vele kunste
naars de wijk namen, 'naar de natuur',
zoals dat heette en dus naar een of ander
'schoongelegen' en bij voorkeur oud en
klein dorp, waar de ontvluchte wereld
nog maar nauwelijks aandacht aan schonk.
Eerst waren bet meerendeels schilders, die
bun baard dan lieten staan, en er, door
hun ezel begeleid, op uittrokken om hier
oj daar een brokje natuur te verschalken.
Weldra kwamen er ook wel dichters, die
zich zoo gaarne minder ezelachtig wanen,
en die, om zich in dien waan te sterken
met verwarde gedachtenwisselingen -
waaruit zelden meer restte dan een asch-
bak vol peuken - maar al te zeer geneigd
bleken, die grootsche natuur te verheerlij
ken in de kleine dorpskroeg'.
'Dorpsstraat te Bergen', uit: Dr. H. Blink: Van Eems tot Schelde, deel 1: Holland langs de duinen.
40