mm '!«r gestrafd en ten eeuwigen daege uijt den lande van Holland en Westvriesland gebannen te werden Deze tekst werd door secretaris Willem Lodewijk Ivangh overgenomen op het 'Formulier van eed voor de turff- tonders en tonsters', dat in Bergen werd gehanteerd. 'Geswoore' tonders en tonsters Jan Klaesz. Boot legde op 12 april 1769 'op den Raedhuijze van en tot Bergen in Kennemerland' in handen van de officier (schout) Gerrit Sumerij de eed af, met onder andere deze woorden: 'beloove en sweere, dat ik geenerleij turff zal tonnen of bewerken uijt eenige scheepen off vaar- tuijgen, waagens off karren, als waer van mij gebleeken is, dat dezelve aen de col lecteurs daar toe gesteld behoorlijk is aen- gegeeven'. Ook dit gebeuren legde secre taris Ivangh vast. Een turftonder ontving van degene die de turf had laten aanvoeren, een 'tee lten of loot', dat deze op zijn beurt bij de aangifte had gekregen van de collecteur van de impost. De 'vuldcrs' mochten 'niet in het werk treden om turff te tonnen voor en aleer zij het selve loot of teeken zullen hebben gezien De eedsverklaring besloot als volgt: 'dat ik ten allen tijden in mijne te geeven ■verklaeringen opregtelijk en na waerheijd zal opgeeven de waaragtige quantiteijt tonnen turff, die ik uit het schip waer over mijn verklaring gaan zal, effectivelijk en met er daad getond hebbe, zonder om lieff of leet minder op te geeven als ik waerlijk getond hebbe veel minder mij tot het doen van een quaade opgaeve te zul len laeten omkoopen off corrumpeeren' Toen Jan Klaesz. Boot was overle den, werd op 8 mei 1782 zijn weduwe Trijntje Maertensdochter tot turftonstcr aangesteld. Ook zij legde de eed af 'in handen van' de schout Gerrit Sumerij. R Het beroep van turftonster werd ook in de 79e eeuw nog uitgeoefend. Deze kinderprent uit 1850-1880, uitgegeven door Prentenfabriek D. Noothoven van Goor te Leiden als nr. 6 in de serie 'Holland en zijn bewoners', heeft als onderschrift: Deez vrouwen zorgen dat de maat, Vol turven naar den kooper gaat. (Foto Nederlands Openluchtmuseum, Arnhem). KM N 'M •;*-*»/ 4 V;'' Over turf en tonnen De volgende soorten turf worden onder scheiden: - Turf uit hoogveengebieden (voorname lijk Groningen, Drente en Overijssel); lange, losse turf, ook wel steekturf genaamd. Ze meten circa 30 x 10 x 10 cm. - Turf uit laagveengebieden (in hoofdzaak Zuid-Holland en Utrecht): harde, korte turf, baggerturf. Deze meet ongeveer 10 x 10 x 4 cm en is dus kleiner dan steekturf, maar vaster en brandt langer. - Mos-, heide- of gele turf is eveneens uit het hoogveen afkomstig en wordt meestal als turfstrooisel gebruikt. Een turfton was geijkt met een vaste inhoudsmaat, namelijk 227 liter. Dat was een forse ton als men hem vergelijkt met de Amsterdamse bierton van die tijd, die 152,2 liter bevatte. Tonnen werden in vroeger eeuwen voor veel meer producten gebruikt dan thans; behalve voor bier en turf onder andere ook voor cement, kalk, appelen en Spaanse noten. Altijd ging het dan om de maat op de waag. Volder: verwant met vullen, vol maken. Tonners en tonsters, ook: turfvul- ders en -vulsters. De turfvolder verrichtte zijn werk 'om de geregtigheid in de turff- maat te handhaven'. jSju ft fT Bronnen Regionaal Archief Alkmaar, Oud Archief Bergen NH 1464 - 1811, inv.nrs. 33 en 34. -, Stadsarchief Alkmaar 1254 - 1815, Ordonnantie 1749, tweede deel. A.C.J. de Vrankrijker, Geschiedenis van de belastingen, Bussum 1969. S. van der Hoek, Het bruine goudkro niek van de turfgravers in Nederland, Amsterdam 1984. 37

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2000 | | pagina 11