I
Geen verklaring van borgtocht
In deze rubriek heeft u eerder kunnen
lezen hoe voor Pieter Winder een verkla
ring van goed gedrag werd afgegeven.
Deze verklaring was belangrijk om te kun
nen overleggen in bepaalde situaties.
Naast verklaringen van goed gedrag wer
den ook zogenoemde akten van indemni
teit of cautie (=borgstelling) door gemeen
tebesturen afgegeven. Bij voorbeeld in
het geval een inwoner van Bergen ver
huisde naar Akersloot, werd op verzoek
van de nieuwe gemeente Akersloot een
akte van indemniteit afgegeven door
Bergen. Daarin verklaarde het gemeente
bestuur zich gedurende een aantal jaren
Regionale samenwerking avant ia lettre
De brug bij het tolhek over de Koedijker
vaart (het tegenwoordig tracé van het
Noord-Hollands kanaal) vertoonde manke
menten. Omdat ook Bergen belang had bij
een goede oeververbinding, bedachten de
vroede vaderen van Koedijk om deze
reparatiekosten gezamenlijk te dragen.
Zodoende werd aan het gemeentebestuur
van Bergen een brief geschreven van
navolgende inhoud: 'Burgers, daar de
Brug over de Koedijkervaart bij het tolhek
te Koedijk, zodanig slegt is, hebben wij
geresolveert, om een Commissie uit
u/.(ieden) midden te verzoeken tegens
maandag 16 juli voormiddag om 7 7 uure
in het tolhek te Koedijk, ten einde met ons
zodanige middelen te beramen, als meets
(bedoeld is meest) geschikt zullen worden
geoordeeld om gevaarlijke ongelukken
waar 't mogelijk te voorkomen; gij kunt
zulks verkiezende uw Dorps Timmerman
medebrengen. Terwijl wij de onse, met
die van de Stad Alkmaar de Brug zullen
laten examineere, of hij al, dan niet, moet
afgeschut worden. In afwagting, blijven
wij Uwe Medeburgers!'
Over het verloop worden wij veel
later geïnformeerd, als Alkmaar zich op 21
januari 1806 schriftelijk tot het Bergens
gemeentebestuur richt. In die tussentijd
heeft men niet stilgezeten, getuige de
brief van secretaris Vonk. 't Bestek tot
vernieuwing van de Koedijker Brug als
ook het keuren van 't Hout en verdere
Materiaalen, gelijk meede het dagelijks
opzicht en het finaal opneemen derzelve,
beloopen de Somma van 164:18:--. En
daar gijlieden een vierde gedeelte in die
som moet dragen, zo is deeze meede die
nende om Ul.(ieden) namens voorn.(oem-
de) leden te verzoeken om binnen den
kor(t)st mogelijken tijd, het door L//.(ieden)
verschuldigde vierde gedeelte ter somma
van 41:4:8 ter secretarie deezer Stad te
betaalen, waarvoor door een der Secre
tarissen deezer Stad behoorlijke quitantie
zal worden afgegeven. In vertrouwe' enz.
enz. was getekend, H.J. Vonk.
Ook toen kon men elkaar vinden in
het gezamenlijk delen van de kosten voor
iets waarvan beide partijen profiteerden.
(Regionaal Archief Alkmaar, Oud Archief
Bergen NH 1464 - 1811, inv.nr. 9).
garant te stellen voor het geval de nieuwe
inwoner in financiële nood zou geraken.
Op die manier wilde de nieuwe gemeente
voorkomen, dat zich bij hen al teveel arm
lastigen zouden vestigen. In het geval van
Hendrik Nel uit Naarden speelde zich het
volgende af. In de notulen van van het
gemeentebestuur van 7 oktober 1807 is
het volgende aangetekend: Nog inge
komen een Acte van Cautie van 't gemeen
tebestuur van Naarden ten behoeve van
Hendrik Nel voor den tijd van 6 jaaren,
over welke Borgtogt 't gemeentebestuur
of den raad der stad Naarden zal worden
kennis gegeeven en tevens te verzoeken
of zulk een verzekering door hunlieden
waarlijk is afgegeven'. Hendrik Nel wilde
zich zeker in Bergen vestigen en blijkbaar
was er reden om te twijfelen aan een door
hem overgelegde akte van borgtocht. Het
antwoord van Naarden laat niet lang op
zich wachten. Op 13 oktober 1807 schrijft
het gemeentebestuur: dat de bij
dezelve missive genoemde Hendrik Nel
zedert eenige jaren van hier is afweezig
geweest met achterlating van zijne vrouw
en kinderen, welke alhier gealimenteerd
(=financiëel ondersteund) worden. Waar
van de reedenen dezelve Hendrik Nel best
bekend zullen zijn waarom hij zulks
gedaan heeft, en aangaande de onderte
kening der Acte hebben wij de eer te
resc/7beren(=antwoorden), dat bij ons
geene Persoonen van die naamen waar
door dezelve ondertekend is bij ons
bekend zijn, veel min dat door ons eene
Acte van Indemniteit aan meergemelde
Hendrik Nel zoude zijn afgegeeven. Wij
hebben de eer' enz.
Op deze ingekomen brief heeft de
'provisioneel' (=waarnemend) secretaris P.
Nierop de aantekening gezet: 'hier van
Extract (=uittreksel) afgegeeven op de 19e
october 1807 aan A. Hanedoes Secretaris
van de Egmonden, ten Einde met 't huwe
lijk geen voortgang te maaken'.
Hieruit blijkt dat Hendrik Nel een ver
valste akte van indemniteit had afgegeven
bij het gemeentebestuur Bergen en wilde
trouwen met een Egmonds meisje, terwijl
hij al getrouwd was en zijn vrouw en kin
deren door de gemeente Naarden werden
onderhouden. Foei toch.
Bronnen: Regionaal Archief Alkmaar, Oud
archief Bergen NH 1464-1813, inv.nr.11
De Koedijkerbrug in 1789. Links het tolhuis met
het tolhek. Tekening door C.W. Bruinvis naar
H. Tavenier, 1850. (Foto: Regionaal Archief,
Alkmaar).
7