REGENTEN ENDENS BERGEN, YWillem Adriaan BED] G REGULAMENT KENNEMERLAND. De Heerlijkheid Bergen, een heerlijkheid? Der Ende Minder Vrye Heerlykheyd van In Gr ave van Nassauw, Vry-Hter van Bergen, in Kennemerland &c. doen weetcn dat tot Onfe kennifTe gekomen is dat veele moejelykheden ende verlchillen tuf- A z fclien onder de H. Greeven Het ligt voor de hand om bij heerlijkheid te denken aan al hetgeen Bergen bewoners en gasten te bieden heeft: een fraaie dorpskern, aantrekkelijke winkels en veel horecafaciliteiten, wandel- en fietsmogelijkheden ook in de omringende polders en duinen, en een uitgestrekt zeestrand. In oude teksten wordt al over heerlijkheid gesproken. Bekend is de oorkonde van 1428, waarin gravin Jacoba van Beieren aan heer Fioris van Haemstede, die reeds de ambachtsheerlijkheid bezat, nu ook de hoge heerlijkheid over het dorp Bergen in leen gaf. Dat betekende dat heer Fioris over alle overheidsgezag kon beschikken. Naar eigen goeddunken kon hij zijn dorp besturen en was daar niemand verantwoording over schuldig. De wetgevende en uitvoerende macht en de uitvoering van de vonnissen van de rechtsprekende macht waren in zijn hand. Voor hedendaagse verhoudingen een 'middeleeuwse' toestand. De Verlichting van de 18e eeuw en de daaruit voortgekomen revoluties, zoals de Franse van 1789 en de Bataafse van 1795 hebben bestuur, wetgeving en rechtspraak van elkaar gescheiden machten gemaakt. Bovendien werd het volk soeverein: de overheid ontleent nu zijn macht aan het volk en wordt ook door het volk gecontroleerd. Reglement voor regenten en beamb ten van de heerlijk heid Bergen (detail), 1735. Familiearchief Van Foreest, inv. nr. 265. Het ontstaan van overheidsgezag Hoe kon een graaf een heer overheidsge zag schenken? Hoe was de graaf zelf aan die macht gekomen? Het is de vraag naar het ontstaan van het vorstelijk gezag en meer in het bijzonder naar dat van over heidsgezag in deze omgeving. Voor een goed begrip is het nodig ver in het verleden terug te gaan. De Germaanse samenleving voor de Volks verhuizingen is door het ontbreken van schriftelijke bronnen moeilijk te recon strueren. Men neemt gewoonlijk aan dat deze bestond uit vrije boeren, die een van hen tot aanvoerder of koning kozen. Hem kwam in ieder geval geen overheidsgezag toe. Beslissingen werden genomen door de vergadering van de vrije mannen. Door de Volksverhuizingen zijn de Ger manen echter in aanraking gekomen met de Romeinen, bij wie de keizer een heel andere positie had: hij had absolute macht. Door dat contact werden de Germaanse koningen beïnvloed. Zij slaagden erin een machtspositie over de vrije mannen op te bouwen. Bij de Franken kwam die macht eerst in handen van de Merovingen (o.a. Clovis), later van de Karolingen (Karei de Grote). Het Rijk van Karei de Grote In de tijd van Karei de Grote (circa 800) was het rijk verdeeld in kleinere bestuurs- districten, pagi of gouwen genaamd. Aan het hoofd daarvan stond een graaf. Meestal was het een grootgrondbezitter in dat gebied, die in dat ambt door de koning werd benoemd. 'De graaf was de koninklijke vertegenwoordiger met volle dige bevoegdheid op het gebied van poli tie, rechtspraak, militaire aangelegenhe den en de heffing van wat aan belastingen was blijven voortbestaan. Zijn gezag berustte dan ook, zoals dat van zijn vorst, op de ban, (dat is) het recht om te beve len, te verbieden en overtredingen te bestraffen'. Onder de opvolgers van Karei de Grote verdween het centrale gezag. Daarom zochten de inwoners tij dens de invallen van de Noormannen (tussen 800 en 1050) bescherming bij de graven en andere plaatselijke machtheb bers. Deze wisten hun positie in de loop der tijd erfelijk te maken. Van graaf in een gebied werden zij graaf van een gebied (bijvoorbeeld Graaf van Holland). De keizer was ver weg en daardoor niet in staat zijn gezag te laten gelden. Voor de inwoners van de gouw was de graaf hun landsheer, hun soeverein geworden. De graven wisten hun macht verder 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2000 | | pagina 5