Strand in Bergen aan Zee, 1929, voor de rood-wit gestreepte tent. Van links naar rechts: de moeder van David, broer tje Gerrit, David en rechts zijn vriendje Friso ten Holt. David Kouwenaar en Jeanne Bijlo, 13 maart 1946. reerde ik schilderijen, wat ik boeiend werk vond. "Mijn leven zie je in mijn schilderijen voorbijtrekken" "De maatschappelijke wereld om mij heen en de schilderkunst hadden meer met elkaar te maken dan ik dacht. De schil ders Picasso, Braque, Matisse en Léger brachten mij na de oorlog op een ander spoor. Ik raakte geboeid door de verschil lende stromingen in de schilderkunst. De angst van de afgelopen oorlogstijd ging ik met mijn eigen wapen te lijf door angstige mensen, bombardementen en dergelijke te schilderen. Het was een morele benade ring. Al schilderend kwam er een gesple tenheid in mijn werk. De verschrikkingen van de oorlog verbeeldde ik op een te esthetische wijze, zodat ik besloot hiermee te stoppen. Ik raakte gefascineerd door de ruim tevaart. Door de sciencefiction ging ik afstandelijker denken en kijken. Daarna volgde een periode dat ik probeerde onderwerploos te zijn en toch zo reëel, dat ik trachtte de wereld om mij heen op een eenvoudige wijze weer te geven. Eén van mijn grote werken hangt in de hal van het Gemeentehuis. Later zocht ik mijn onderwerpen in mijn nabijheid, onderwerpen waar ik van hield. Mijn vrouw, dochters, de tuin, de kat, mijn eigen spiegelbeeld. Ik heb schilderijen gemaakt om ze te maken en niet om te verkopen. Commer cieel ben ik nooit geweest, als iemand din gen in mijn schilderijen herkent, dan her kent hij iets van mij en voel ik mij ge streeld. Men vond mij vroeger maar een rare jongen die maar wat deed en nu begint er waardering te komen. De laatste jaren schildert David niet meer. "Ja" zucht hij, "zachtjes aan wor den we oud en dus sneller moe, maar nu gaan steeds meer mensen ons kennen, waardoor er weer verrassende dingen gebeuren, zoals o.a. een film en nu dit interview. David Kouwenaar in zijn atelier op de Midden Geestweg, 1981 (foto: Trees Staarink - Bruinsma). 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2000 | | pagina 17