Grondbelasting en onroerend goed in Bergen in de jaren 1875 - 1904 Noten: 1. W.J.van den Berg, 'Kadastrale Atlas van Noord-Holland 1832, deel3 Bergen' Haarlem 1990) 2. Archief Grondbelasting, inv.nrs.171, 295, 452 en 582 alsmede de collectie plans Grondbelasting. Een uitvoeriger behande ling van deze bronnen en van andere zoals de kadastrale legger, de kadastrale kaarten, de registers van overschrijving van akten van eigendomsovergang, in: G.A.M. van Synghel (red.), 'Bronnen betreffende de registratie van onroerend goed in de negentiende en twintigste eeuw', verschenen als deel 3 in de reeks Broncommentaren Den Haag 1997). 3. Over de grondbelasting en belastingen op vermogen, inkomen en welstand zie: N.J.P.M. Bos en R.C.J. van Maanen, 'Fiscale bronnen: structuur en onderzoeks mogelijkheden' Zutphen 1993), versche nen als deel 10 in de reeks Cahiers voor Lokale en Regionale Geschiedenis. 4. Op kopieën van de minuutplans, bijbla den geheten, werden door het Kadas-ter alle wijzigingen na 1832 bijgehouden. Deze bijbladen werden regelmatig ver vangen. Bij het Kadaster berusten bijbla den met de huidige situatie alsmede zoge naamde 'hulpkaartendetailkaarten van percelen die zijn hermeten. 5. Overigens bedroeg het te betalen be drag aan grondbelasting slechts een fractie hiervan: vanaf het jaar 1876 5,2 en vanaf 1908 4,86%. 6. Over de Hoopweg en omgeving zie: Bergense Kroniek, november 1996, p.35. 7. Dit gegeven en de hierna volgende ont leend aan de opgave over Bergen in de gedrukte 'Verslagen van de Hoofd-com- missie voor de herziening der belastbare opbrengst van de ongebouwde eigendom men' ('s-Gravenhage 1890). Helaas is daarin de onderverdeling naar soort eigendom afwijkend van die in de Kadastrale Atlas van 1832, waardoor ver gelijking moeilijk wordt. 8. M.A.W. Gerding, 'Dorpsgeschiedenis: bewoning en bewoners' (Zutphen 1992), verschenen als deel 9 in de reeks Cahiers voor Lokale en Regionale Geschiedenis, behandelt veel bronnen die voor een dorpsgeschiedenis van belang zijn, waar onder de (pre-)kadastrale archivalia. Zie ook het themanummer 1997 van de Bergense Kroniek: 'Bergen rond 1900'. gehouden tot 1900 en die van 1904 vast gesteld in 1905. In 1875 werden 284 per celen getaxeerd waarvan 21 onbelast, in 1897 waren dat er 403 met 23 onbelast. De meeste gebouwen lagen, net als in 1832, in sectie A, die het grootste deel van de bebouwde kom besloeg. In 1875 wer den de gebouwde eigendommen geschat op 22.075, een bedrag dat in 1905 ruim was verdubbeld('). Onbelast waren onder meer de kerken en pastorieën van de hervormden en katholieken, het raadhuis, de school en de onderwijzerswoning alsmede (in 1875) een achttal molens. Curieus is de vermel ding van een 'gevangenis' (A 732), een wel erg weidse benaming voor het 'Spekhok' aan de HoopwegC'). Het hoogste tarief gold in 1875 perceel A 611, geschat op 1000, eigendom van J.J.R. van Reenen. Op vier percelen tus sen 300 en 350 na scoorden alle ande re beneden de 300. In 1905 kreeg per ceel A 865 verreweg de hoogste belastba re opbrengst: liefst 2997. Het betreft hier het pas gestichte internaat van de zusters Ursulinen aan de Loudelsweg op een terrein dat voordien als weiland in bezit was van Jan Leijen. Goede tweede was het huis, erf en buitenplaats 't Hof (A 795) van de Van Reenens met een bedrag van 967. Forse bedragen, circa 600, golden voor enkele nieuwe panden, die in de registers van 1897 nog niet voor komen: de eerste tekenen, dat Bergen aantrekkelijk werd als woonplaats voor welgestclden van buiten. In het register 1897 valt het op, dat in sectie G, het duingebied, nu ook enkele panden opduiken namelijk vijf bedrijfsge bouwen van de Amsterdamsche Maat schappij tot Exploitatie van Waterleiding en. Bij deze herziening waren de boerde rijen (aangeduid met het cijfer 2 in kolom 9) in het hele land te laag geschat: ze wer den in de jaren 1904/1905 opnieuw en nu beduidend hoger geschat, zoals blijkt uit een vergelijking van de registers 1897 met die van 1904. In de registers van alle jaren is bijna altijd een plaatselijke benaming vermeld, in 1875 is dat een doorlopend huisnum mer, in 1897/1904 wordt vaak tevens de straat of weg aangeduid. 5b. Ongebouwde eigendommen in Bergen in de jaren 1880 Het register van Uitkomsten is in eer ste termijn afgesloten op 1 april 1882, maar daarna bijgewerkt voor nieuw ge vormde percelen tot in 1889. Toen waren in Bergen in totaal 1853 percelen geschat('). Het hoogste tarief gold voor de onder grond van sommige huizen en voor tui nen. De meeste wei- en hooilanden wer den geschat op bedragen tussen de 40 en 60, de bouwlanden bleven daarbij iets achter, het bos- en duingebied met hak hout op bedragen van 10 of 6, zuiver duingebied en water op 0,25. Vrijwel al het duin- en bosgebied was in bezit van de familie Van Reenen. In totaal werd de belastbare opbrengst van de ongebouwde eigendommen in Bergen geschat op een bedrag van 116.410 en na aftrek van polderlasten e.d. op 106.909, ongeveer 2,5 maal zoveel als in 1832. De eigenaren moesten vanaf 1893 6 daarvan betalen aan grondbelasting. 6. Onderzoeksmogelijkheden De gegevens over eigenaren en perce len in de registers zijn door mij niet ver werkt in een database zoals dat wel is gebeurd door de bewerker van de Kadas trale Atlas van Bergen 1832. Niettemin hoop ik aangetoond te hebben, dat daarin veel interessante informatie is opgeslagen. Na te zijn bewerkt en geanalyseerd kun nen de registers uit de jaren 1882 - 1889 worden gebruikt voor verschillende soor ten onderzoek: - historisch-geografisch onderzoek naar nederzettingsgeschiedenis en de ontwik keling van het landschap; - onderzoek naar eigendomsverhoudin gen, gebruik en waarde van de grond, rechten op gronden en wateren; - onderzoek naar de geschiedenis van woonhuizen, monumenten e.d.(s) De bij de herziening van 1879 opge maakte kaarten geven, net als de minuut plans van 1832, een gedetailleerde mo mentopname van de gemeente Bergen. Vergelijking van de plans geeft een goede indruk over uitbreidingen van de be bouwde kom, wijzigingen in de percele- ring en van het gebruik van cultuurgron den. De klassering van de huizen naar belastbare opbrengst kan worden ge - bruikt bij onderzoek naar de sociale structuur van een straat of wijk. Wel is het zo dat de kadastrale archivalia alleen informatie geven over de eigenaren (soms de vruchtgebruiker) en niet over de feite lijke bewoners, ingeval deze als huurder optraden. Daartoe is het nodig ook archi valia in de gemeentearchieven te gebrui ken, zoals het bevolkingsregister. 48

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1999 | | pagina 22