Luchtfoto van de hoeve uit de jaren '50. In de hooimijt (rechts op de foto) was broei geweest, 's Zomers werd de hooimijt twee keer gestoken, door de verzekeringsmaatschappij en de gemeente. Als de temperatuur boven de 90 graden was, was er kans op brand. Het broeiende hooi, soms zwart van kleur, werd er van bovenaf uitgespit. Jan Swaan aan de arbeid in 1963. Vóór de komst van de melkmachine konden er in een uur twaalf koeien worden gemolken. "Mijn werkdag", zegt Jan, "was 's zomers vanaf vijf uur 's morgens tot het donker werd. Wilde je 's avonds vroeg uit, dan at je je brood onder het melken op". Van Berger benedenbos tot weide- recreatiegebied In de jaren zestig was er een plan om 220 hectare grond ten oosten van de Berger- weg en de bebouwde kom te bebossen. Men wilde hierdoor Alkmaar op afstand houden. Gemeente, Provincie en het Rijk kochten grond aan. De Gemeente deelde voor 10% in de kosten, Provincie 15% en het Rijk nam 75% voor zijn rekening. De gemeente Bergen stelde destijds één ton beschikbaar voor een basisplan. Het werd een onzekere tijd voor alle boe ren in dit gebied. Plannen maken voor uitbreidingen durfden ze niet meer aan. Jan Swaan heeft in die tijd zelfs nog een artikeltje in de krant geplaatst met als kop: 'Hoe lang duurt het nog voor wij boeren als parkwachter met de pet op lopen'. De inzichten op het gebied van milieu en recreatie zijn in de jaren tachtig ingrij pend veranderd. Men geeft nu de voor keur aan behoud van het polderlandschap in plaats van bebossing. Een weiderecre- atiegebied, ontsloten door fietspaden, voor dagrecreatie; enigszins te vergelijken met het recreatiegebied Geestmcr- ambacht. De goedkeuring voor het ont werpplan liet op zich wachten. Bergen had grote behoefte aan bouwgrond, maar voor dat doel mocht de grond niet ge bruikt worden. Bij de aankoop van de resterende gronden kreeg Bergen proble men. Het Rijk weigerde verdere aankoop en wilde eerst reële plannen zien voor er weer betaald werd. Bergen moest echter wel toestemming van diezelfde overheid hebben om die plannen uit te werken. Een patstelling dus! Door deze financiële problemen is alles op de lange baan geschoven. Veranderingen in het boerenbedrijf Jan: "Met als doel door kavelruil land zo dicht mogelijk bij huis te verkrijgen, werd in 1962 de stichting 'Stivas' opgericht. De stichting werd gesubsidieerd door de Provincie. Wij hadden land over vijf plaatsen verdeeld. Op basis van vrijwilli ge medewerking hebben we toen alle land bij huis gekregen. Maar 'Bruidje', een stuk land dat als huwelijksgeschenk was verkregen, zijn we kwijt geraakt! De hooioogst is veel efficiënter gewor den. Er kwamen vroeger hulpen uit Drente (de Drentse poepen), soms wel 22, om het land met de zeis te bewerken. Dat gebeurt nu machinaal en na het maaien worden twee machines ingezet, bediend door één man. De eerste machine maakt van gedroogd gras een rol en de tweede verpakt het in plastic. De rollen hooi in plastic zijn erg praktisch, maar een minder fraai gezicht in het landschap. Door de komst van melkmachines kunnen er meer koeien gemolken worden. Er wordt nu een 'doorloopsysteem' gebruikt: In één uur kunnen tachtig koei en gemolken worden, vroeger twaalf. Per koe 5.000 liter melk per jaar was een goede productie, nu is dat 10.000 liter. De melkcontrole is verscherpt en het produc tieproces wordt op veel punten beoor deeld, onder meer het vriespuntgetal (watergehalte in de melk), de tempera tuur, de zuurgraad en de reinheid (er mogen geen resten van reinigingsmiddelen in de apparatuur achterblijven). Door de kunstmatige inseminatie is er ook veel veranderd. Je moest vroeger met je koe naar de stier lopen om haar te laten dekken. Door dekinfecties is K. I. ontstaan. De jonge boeren halen nu hun insemina- tordiploma, waardoor ze veel economi scher kunnen werken. Alle gegevens wor den in de computer opgeslagen. Vanaf 1983 is Jan Swaan schouw- meester van het waterschap Het Lange Rond. Deze functie houdt in, het twee maal per jaar controleren van vaarten en sloten. Per abuis is zijn naam een paar jaar geleden op een plattegrond van de VVV gedrukt. Inplaats van Saenegeest stond er Zwanegeest. In 1991 is Jan met zijn melkvee gestopt. Hij was inmiddels zestig jaar geworden en omdat hij geen opvolger voor de boerderij had, heeft hij nu van zijn bedrijf een hobbybedrijf gemaakt, dat hij nog een aantal jaren hoopt voort te zetten. 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1999 | | pagina 19