Onheil over Bergen port uit Den Helder over te nemen en naar Haarlem te vervoeren. In totaal zijn er 200 wagens en 400 paarden voor dit transport nodig. Op 9 augustus, krijgt Bergen van de gemeente Alkmaar opdracht om nog eens 13 span paarden, tuig, wagens en voerlie den beschikbaar te stellen. Op 10 augus tus moeten zij zich op de Paardenmarkt in Alkmaar om 06.30 uur melden. Zij moeten wagens overnemen van een troe pentransport uit Haarlem en deze vervoe ren naar Den Helder. Zij worden echter met paarden en tuig naar Bergen terugge stuurd met de mededeling zich één dag later weer te melden en wel om 10.00 uur. Op 19 augustus zijn wederom paar den, wagens en voerlieden nodig. Om 12 uur moeten 25 voerlieden met 25 wagens en 50 paarden zich op de Paardenmarkt in Alkmaar melden om een troepentrans port uit Amsterdam over te nemen en te vervoeren naar 't Zand. Bergen moet van het Departement een geldelijke bijdrage leveren in de kosten voor de aanschaf van paarden voor de Departementale Militie. Op 7 februari 1813 worden volgens een beschikking van de maire (burgemeester) 78 inwoners ver plicht een bedrag van Frs. 318,50 bijeen te brengen. Onze voorvaders moesten we derom diep in de buidel tasten. Nog meer vorderingen en inkwartieringen De relatie tussen keizer Napoleon en zijn broer koning Lodcwijk Napoleon is in 1810 tot een dieptepunt gedaald. Lode- wijk Napoleon wordt afgezet en Holland wordt ingelijfd in het Grande Empire van keizer Napoleon. Deze verwikkelingen brengen wederom Franse troepenver plaatsingen in Holland op gang. Ook Bergen wordt weer zwaar belast. Buiten de circa 60 militairen in de Barak moet Bergen, van 5 t/m 11 augustus 1810, 293 Franse militairen extra huisvesten. Een door het gemeentebestuur opgesteld over zicht laat zien dat deze militairen worden verdeeld over 143 woningen. Dit wordt zelfs per wijk en per nummer (behalve wijk D) bijgehouden zie tabel 2). Onvermeld is hoeveel paarden er gestald worden. Kort hierna moeten door 50 inwoners, 50 wagens en 100 paarden geleverd wor den. Zij moeten zorgdragen voor diverse transporten (zieken, manschappen, muni tie, hout, enzovoort) naar Alkmaar, Ams terdam, Beverwijk, Haarlem en Petten. Bergenaren als kanonniers/ kustbewaarders In opdracht van de prefect van het depar tement van de Zuiderzee, gedateerd 7 februari 1811 dient de municipaliteit van Bergen een lijst van kanonniers/kust bewaarders op te stellen. Deze kanonniers moeten mannen zijn tussen 25 en 45 jaar, lengte niet minder dan '5 voeten en eene duim oude Fransche Maat (vijf voeten en twee duimen Rhijnlandsch)'Verder moe ten zij alleszins geschikt zijn tot den dienst waartoe zij vereischt worden' en vrij van gebreken. Bij voorkeur moet gekozen worden uit militairen 'welken hun Paspoort verkregen hebbenof welke gegageerd zijn, wegens wonden of gebre ken in den Oorlog bekomen, en welke nogthans de noodige krachten tot den dienst hebben'. Vermeld wordt ook dat deze kanonniers/kustbewaarders geen deel uit zullen maken van de Nationale Garde. Volgens de opgestelde lijst komen 64 Bergenaren in aanmerking voor de 'funktie' van kanonnier/kustbewaarder. Uiteindelijk worden de volgende inwo ners aangewezen: Kanonniers/kustbewaarders: - Cornelis Boon, 40 jaar, watermolenaar. - Aric Louwe, 43 jaar, bouwman. Als remplaganten: Voor Cornelis Boon: - Jan de Leeuw, 38 jaar, dagloner. Voor Arie Louwe: - Dirk Min, 25 jaar, metselaarsknecht. Maar er zijn ook plaatsvervangers nodig voor bovengenoemde mannen: 50

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1998 | | pagina 50