Onheil over Bergen
De tweede termijnbetaling van 300.-.- voor de
aankoop van de barak van de voormalige eige
naar Jan Hoeben. (Oud Archief Bergen, inv.nr.
345).
Een soldatenbarak
Al vanaf 1798 wordt regelmatig gespro
ken over het bouwen of inrichten van een
barak in een bestaand pand. Gijsbert
Pietersz geeft in de vergadering van de
municipaliteit van 3 december 1798 te
kennen dat Hendrik Morsk en Jacob
Burger zich bij hem vervoegd hebben om
te vergaderen over het maken van 'caser-
nen of barakken tot verblijf en huisves
ting der militairen'. In 1804 is het einde
lijk zover. Het dorpsbestuur koopt op 28
april van Jan Hoeben voor 600.-.- een
huismanswoning en erf in de Kerkbuurt
(anno 1998 firma Geerts, Ruïnclaan). Bij
koop wordt 300.-.- als eerste termijn
betaald. De betaling van de tweede ter
mijn ad 300.-.- wordt op 8 december
1804 met Jan Hoeben verrekend.
Diverse Bergenaren werken aan de
verbouwing, onder anderen Dirk
Peperkamp, Jan Peperkamp, Jan Ivangh,
Joost Ivangh, Dirk Blankendaal, Jacob
Blom en Cornelis Min. Laurenz Bijwaard
ontvangt 30.-.- als loon wegens het ont
ruimen van het huis in de Kerkbuurt. Op
8 juni presenteert Dirk Blankendaal aan
het dorpsbestuur een rekening van
78.4.8 voor zetwerk en pannen.
Cornelis Min dient op 1 juli een rekening
in bij het dorpsbestuur van 24.4.0 voor
het maken van glas en voor schilderwerk.
Om dit alles te financieren moet de bevol
king van Bergen ook geld opbrengen
(belasting!). Op 9 mei 1804 brengen de
'ingezetenen' een bedrag van 103.12.-
op. Dit bedrag wordt ontvangen door de
bode Jan Ivangh en is bestemd voor de
maand april. Ook op 28 april 1804 wordt
500.-.- in persent (gedwongen) door de
inwoners bijeengebracht.
Als kazernemeesters worden benoemd
Dirk Peperkamp en Dirk Nierop Jzn. Er
worden 60 slaapplaatsen ingericht, waar
voor fournituren (beddengoed) worden
geleverd door het ministerie van Oorlog.
48