Onheil over Bergen
klinkende namen, zien we hierbij de vol
gende aantallen ingekwartierde militairen:
't Schoolhuis: 1 officier en 56 manschappen
L. Bijwaard: 2 officieren en 34 manschap
pen
C. Kager: 2 officieren en 34 manschappen
P. Gootjes: 2 officieren en 9 manschappen
D. Houtkooper: 2 officieren en 35 man
schappen
G. Blom: 1 officier en 15 manschappen
R.k. (schuil)kerk; pastoor T. van Stavelen:
3 officieren en 90 manschappen
P. Winder: 2 officieren en 30 manschappen
C. Mooij: 2 officieren en 13 manschappen
Gereformeerde kerk (Ruïnekerk) 2e en 3e
comp./225 manschappen
P. Blaauw: 1 officier en 42 manschappen
De Manege (Zwarte Schuur) 225 man
schappen
Het Hof (Oude Hof): 6 officieren
Vorderingen
Naast inkwartiering moeten de burgers
op last van de commandant van Oorlog
ook allerlei leveranties doen. Bijlen,
scheppen, hooivorken en andere
gebruiksvoorwerpen waarmee verdedi
gingswerken kunnen worden opgewor
pen. Bijna iedere inwoner wordt verplicht
allerlei gereedschap in te leveren en wel
op het kerkhof van de Ruïnekerk. Dit
alles wordt weer bijgehouden (van 9 t/rn
18 september) door de municipaliteit.
Hieronder een greep uit dit overzicht:
J. de Boer: 1 bijl
J. Hoebc: 1 hooivork, 1 schep, 1 mes
G. Tegel: 1 schep, 1 hooivork, 1 bijl,
1 hakmes
K. Schotten: 2 scheppen
J. Winder: 1 bijl, 1 schep
H. Kager: 1 schep, 1 hooivork, 1 hakmes
P. Duin: 1 schep, 1 hakmes
D. Plint: 1 schep
Maar er zijn ook andere zaken nodig. Zo
levert Jan Winder 900 takkenbossen voor
borstweringen. Van 25 augustus t/m 11
september leveren de Bergense inwoners
aan troepen ook nog 10.000 bossen stro,
40.000 ponden hooi, 250 broden en 7 zak
ken haver. Zelfs jenever moet worden
geleverd aan de Franse troepen. Zo leve
ren Frans de Wit en Joost Campes elk 10
pinten jenever op 12 september. 26
Hakmessen en 6 bijlen worden door de
bevolking ingeleverd op 13 september.
Op 14 september zijn er ketels nodig;
onder anderen schout Ivangh en Aric
Oldenburg leveren elk écn ketel. Dezelfde
dag leent kapitein Hopbergen voor twee
dagen 12 bijlen. De municipaliteit schrijft
hiervoor een re^u uit. Tijmen Schipper
ontvangt een kwitantie voor het uitlenen
van cén ketel. Hilgond Schouten levert
kaarsen.
Tenslotte komt op 15 september een
order van de commandant van Oorlog
om alle nog beschikbare paarden en
wagens af te geven. Soldaten ontvreemden
écn ketel van Dirk Slikker en twee ketels
van Gerrit Kramer. Willem Leven uit
Schoorldam levert hout aan de kanon
niers. Cornelis Mooij dient een klacht in
bij de municipaliteit vanwege het feit dat
zijn dochter door een marketenster op het
hoofd is geslagen. Er worden 8 geweren,
die in bezit waren van burgers, bij de
commandant van Oorlog ingeleverd.
Kapitein Hopbergen levert bij de munici
paliteit de 12 geleende bijlen weer in.
Wederom worden er 12 hakmessen door
de burgerij ingeleverd. Pieter Dirkszoon
levert ook kaarsen.
Op 16 september leent de rijdende
artillerie 2 scheppen, 1 bijl en 1 hakmes.
De municipaliteit schrijft hier een rc§u
voor uit. Nog steeds worden er paarden
en wagens gevorderd. Hilgond Schouten
levert weer kaarsen. De rijdende artillerie
leent 3 scheppen en 1 bijl, wederom
wordt een recu uitgeschreven. Jan Mooij
moet met een wagen en twee paarden
stro rijden. Een compagnie geeft 1 ketel
terug. Klaas Schotten levert 1 ketel in.
Cornelis Henneman levert ook kaarsen.
Jan Mooij verzoekt op 18 september om
de 40 grenadiers van hem af te lossen.
J. Vrasdonk krijgt inkwartiering van 2 sol
daten en 2 wasvrouwen.
Tientallen inwoners moeten ook nog
eens wagens en paarden leveren ten
behoeve van het transport van militairen
en allerhande goederen.
Vanaf 12 september moeten onder
anderen de volgende inwoners als men
ners het Frans-Bataafse leger bijstaan:
Jan Zoon met 1 wagen en 2 paarden
Cornelis Schouten met 1 wagen en 2
paarden
Ide Min met 1 wagen en 2 paarden
Aric Roosloot met 1 wagen en 2 paarden
Pieter Huizen met 1 wagen en 2 paarden
Franse militairen; bevrijders als
plunderaars
Op 13 september 1799, dus nog vóór de
gevechten in Bergen, verstuurt de munici
paliteit twee brieven, getekend door
J. Ivangh. Eén naar generaal Brune in
Alkmaar en één naar liet Departementaal
Bestuur van Texel, in die dagen gezeteld
in Haarlem, waarin beklag wordt gedaan