Het landen der
Engelsen tussen
Petten en
Callantsoog,
27 augustus 1799.
Links de Engelse
vloot; rechts op de
voorgrond de
verdediging van de
kust door de
Bataafse en Franse
eenheden. (Ets door
C. Brouwer naar
J.A. Langendijk,
1800. Foto Gemeente
Archief Alkmaar).
De eerste troepen
Al op 31 januari 1795 komt er uit Den
Haag opdracht om diverse voorraden
zoals hooi, stro, gedorste granen (tarwe,
rogge, haver) en slachtbaar rundvee op te
geven, alsmede het aantal wagens die met
twee paarden bespannen kunnen worden.
Deze opgaven moeten uiterlijk op 5
februari 1795 bij het 'Logement van de
stad Schiedam' worden opgegeven. Dit is
het eerste teken van een onzekere toe
komst.
Medio 1795 moet Bergen zorgen voor
de inkwartiering van de Franse troepen.
Comfortabele lokalen moeten worden
voorzien van 'beddekoetsen, tafelsban
ken, kapstokken, broodplanken, geweer
rakken, stroozakken, matrassen, peulu-
wen, dekens, lakens, alsmede van de nodi
ge keukengereedschappen als marmieten,
casserollen, schoorsteenketens, schoppen,
tangen, aschbakken, enz.'. Het stro in de
strozakken moet op bepaalde tijd verwis
seld worden. De lokalen, maar ook de
gangen en portalen moeten 'behoorlijk'
worden verlicht. Per soldaat wordt 8 stui
vers per week uitbetaald. Ook paarden
moeten gestald worden. De eigenaar van
de stal ontvangt 3 stuivers per paard per
week. Per maand kan de huiseigenaar een
declaratie indienen met behulp van een
voorgedrukt formulier. Als bewijs moet
hij een lijst invullen met betrekking tot de
sterkte van ieder korps of detachement
dat in Bergen gelegerd is. De betaling
wordt gedaan in de maand volgend op de
declaratiemaand.
In mei 1795 komt er bij het dorpsbe
stuur van Bergen een brief binnen, geda
teerd 30 april 1795, van de Provisionele
Representanten van het Volk van
Holland, met het dringende verzoek om
de lijsten met spoed in Den Haag af te
leveren. Deze lijsten hebben alleen
betrekking op de tot dan toe geleverde
goederen. De opgave van Bergen geda
teerd 20 mei 1795 laat zien dat er 15.000
ponden hooi en 2000 bossen stro zijn
geleverd. Op 27 augustus 1795 komt een
tweede verzoek tot opgave, maar nu spe
cifieker qua vraagstelling. Niet alleen de
leveringen maar ook de inkwartieringen
moeten worden opgegeven, alsmede de
reeds gedane betalingen. Dit alles met
bewijzen, zoals bonnen en re^u's. De
inkwartiering per soldaat per week wordt
nu op 9 stuivers gesteld. De Provisionele
Representanten hebben dit alles nodig
voor de verrekening met het Franse gou
vernement in Holland.
In het derde jaar van de Bataafse vrij
heid (1797) volgt er correspondentie over
een declaratie van het dorpsbestuur van
Bergen groot 1032 gulden en 14 stuivers
voor geleverde goederen en inkwartiering.
Op 29 mei 1797 komt een samenvatting
uit het register van de resoluties van het
Provisioneel Comniitté van Holland bij
het bestuur van Bergen aan. Hierin wordt
vermeld dat het bedrag dat Bergen tegoed
had, namelijk 1032.14.-s:" onder aftrek
Ons geldstelsel bestond in die tijd uit
guldens, stuivers en penningen. Eén gul
den was 20 stuivers; één stuiver was 12
penningen.
van 178.12.- dat reeds was betaald voor
inkwartiering, zou worden voorgelegd
aan het departement van financiën. Pas op
12 juni 1797 ontvangt de Bergense muni-
cipaliteit een schrijven van het dc-partc-
ment dat het bedrag van 1032.14.- door
de Ontvanger Generaal in Den Flaag zal
worden uitbetaald aan een 'behoorlijk
gequalificeerd persoon of kan worden ver
rekend met de verschuldigde verponding'.
Over het bedrag van
178.12.- wordt niet gerept.
Wat vooraf ging aan de slag bij Bergen
Meer inkwartieringen
Vanaf augustus 1799 worden de gegevens
over inkwartieringen concreter. Door de
landingen van Engelse en Russische troe
pen in de maanden augustus en september
worden naast de geregelde Franse en
Bataafse troepen meer militairen naar
onze regio gedirigeerd. Op 25 augustus
1799 bevinden zich 686 Bataafse militai
ren (6e halve brigade) in Bergen onder
bevel van generaal-majoor van Zuylen
van Nijevelt. Op 16 september, drie
dagen voor de slag bij Bergen, zijn er
1929 militairen (72 officieren en 1857
manschappen) in onze gemeente inge
kwartierd.
Vanaf 9 t/m 18 september 1799 houdt
de Bergense municipaliteit nauwgezet, per
wijk, per inwoner, de inkwartieringen bij.
Hiertoe komt men dagelijks bijeen in het
gemeentehuis van 18.00/19.00 tot 21.00
uur. Daar worden de zaken besproken en
de mutaties verwerkt. Als we kijken naar
een aantal ons nu nog bekend in de oren