Niet langer als kleine beesten
JAN EN K AATJE N,
kaatjek,
6 Broer I blijf bij mij.
J A N.
En dat nu 3
ka at jen.
Jadan geef ik mijn pop aan u.
j a n
Neen Zuslief, hoor de klok reeds Baan
't Is tijdik moet naar fchoo! toe gaar.
9 fi
kaatji».
Wat zult gij in dat fchoo! toch maaken
JAN.
Daar ieer ik zulke fclioonen zaaken
Die ieder kind verftandig maaken
Daar word men een braaf, deugdzaam kind.
kaatje».
'k Wil meS —gaan wij,— gezwind, gezwind!
HET
MEDELIJDEND MEISJEN,
■A-ritjen kreeg van haare Moeder een groot fhik
koek, omdat zij zo wel had opgepast
blijde niet dit gelchenk, huppelde zij buiten de
deur; haare moeder had bevolen, dat zij alles
niet in eens moestopëetenmnart'huis komen*
de, haar dc helft inoest laaten zien, of dat
zij' anders nooit iets weer zou krijgen.
iViet lang had zij buiten de delir gehuppeld
en gefpeeldof zij vond een arm buurkind bit
ter van den honger fchreiêu Antjen fchrei-
de ook, van medelijden; ja al krijg ik
nooit geen koek meCr," dacht zij, en, vol
aandoening, gaf zij het geneele (hik koek aan
het arme kind, dat 'er greetig inhapte en zijn'
honger 'cr mede ftilde.
ASTe
Twee bladzijden uit
Schoolboekjen van
de Nederiandsche
Deugden, uitgegeven
door de Maatschap
pij tot Nut van
't Algemeen,
Amsterdam 1795.
Bibliotheek
Regionaal Archief
Alkmaar, 55H5).
waarbij hem verboden werd om nog ver
der te werken. Elf dagen later werd beslo
ten om een advertentie voor een nieuwe
schoolmeester voor de 'Grootc school' of
Hoofdschool in de Haarlemsche Courant
te plaatsen. Daarin werd een salaris van
132.-.- per jaar aangeboden, inclusief
vrij wonen en verdere emolumenten
(gebruik van kaarsen, schoonmaakmateri
aal, etcetera). De sollicitanten konden
zich melden bij de secretarie van Bergen.
Op 31 october was de ruzie tussen
Van Lienen en het dorpsbestuur zo uit de
hand gelopen dat er een tweemans comité
uit Den Haag naar Bergen vertrok om de
kwestie Van Lienen te bestuderen. Het
comité hoorde eerst dc municipaliteit,
daarna de schoolmeester en vervolgens
beide partijen samen. De heren uit Den
Haag concludeerden dat Van Lienen in
het ongelijk stond en dat hij binnen acht
dagen een 'request tot onderwerping'
moest indienen, anders zou hij gerappor
teerd worden aan het Departement van
Algemeen Welzijn. Uiteindelijk vertrok
er een commissie uit Bergen naar het Hof
in Den Haag om steun voor hun zaak
tegen Van Lienen te zoeken. Maar de
schoolmeester van de Hoofdschool bleef
terugvechten.
Op 5 november was Van Lienen nog
in Bergen, reden waarom het Departe
ment van Algemeen Welzijn een boze
brief stuurde aan de municipaliteit van
Bergen, waarin stond dat er met grote
spoed een nieuwe schoolmeester gevon
den moest worden. In december vroeg
Van Lienen tevergeefs om weer tot zijn
post als schoolmeester te worden toegela
ten. Er werden nieuwe advertenties in de
Haarlemsche Courant geplaatst waarop
zes sollicitanten reageerden. Ze legden
ieder een getuigschrift over aan de com
missie in Bergen die de sollicitanten
moest beoordelen, van welke commissie
onder anderen een oude schoolmeester
van de Hoofdschool, Wildeboer, lid was.
Na het afleggen van een examen werd
Theunis Stant tot nieuwe schoolmeester
gekozen.
Maar de zaak Van Lienen bleef door
spelen. Hij diende een rekwest in bij de
municipaliteit. Hierin claimde hij recht te
hebben op een salaris voor de periode dat
hij nog werkzaam was geweest als school
meester na de eerste ontzeggingsdatum
van 25 juni 1796. Na jaren touwtrekken
met de municipaliteit kreeg Van Lienen in
1808 gelijk. Hij ontving alsnog zijn ver
goeding (traktement met emolumenten)
voor de periode van mei tot 19 december
1796, ter waarde van 100.5.2.
De schoolopziener versus de
municipaliteit
De opvolger van Van Lienen, Theunis
32