i&ieute
%wc ïtefttoaam ïwojtje jonge
ïfinömn te iüeeretn
moet in fiet geoeffenb toessn
€tt men in Benige 38oeïïen iet# ïtan iesen.
"J\ Te ZÜTPHEN, V-
25n W. d WANSLEVE N.,
3£aeïUierïïaopÉt lu De &p?onöfiraat.
Ada Gravina I Niet langer als kleine beesten
Vernieuwingen in het schoolwezen te Bergen
Tussen 7 795 en 1813 deden zich vele ver
anderingen voor op didactisch gebied.
Revolutionaire ideeën uit het buitenland
en politieke renovatie in het binnenland
leidden tot een nieuw type basisonder
wijs. Het werd gekenmerkt door een cen
trale organisatie en een nieuwe kijk op de
psyche van het kind.
De vernieuwingen brachten een effi
ciënter onderwijssysteem, maar leidden
aan de andere kant tot incidenten, vaak
als gevolg van een stroef lopende bureau
cratische machine. Ook het kleine Bergen
ondervond de gevolgen van deze ontwik
keling.
Titelpagina van het
7 7e eeuws Nieuw
Groot ABC-boek.
(Bibliotheek
Regionaal Archief
Alkmaar, 50F172).
-li.
Onderwijs in Bergen
Aan het eind van de 18e, begin 19e eeuw
kende Bergen twee scholen. Eén was de
Hoofdschool, gelegen in de Kerkbuurt,
daar waar nu de tuin is achter het voor
malig raadhuis aan de Raadhuisstraat
hoek Ruïnelaan. De Hoofdschool was een
stenen gebouw met glas-in-loodramen en
een rieten dak. De andere school was aan
zienlijk kleiner en lag buiten het dorp in
de voormalige kapel van Wimmenum op
Het Woud. Dat gebouwtje was eveneens
van steen, met dikke muren. Helaas
brandde het in 1865 volledig af en werd
niet meer herbouwd.
Van 1795 tot 1809 schommelde het
inwonertal van Bergen tussen de 558 en
de 628. In 1807 waren 238 daarvan kinde
ren. Gemiddeld gingen er 45 kinderen
naar de Hoofdschool en 17 naar de
school op Het Woud. Dit wijst erop dat
er weinig animo was voor de schoolgang!
Het is ook opvallend dat de kleinste
school, die op Het Woud, in het meest
kinderrijke deel was gesitueerd; kennelijk
werden de kinderen daar veel meer bij het
arbeidsproces ingeschakeld dan bij de
families in de Kerkbuurt, waar de meeste
ambachtslieden en winkeliers woonden.
Beide scholen verzorgden een basison
derwijs. Tijdens de Bataafs-Franse tijd
betekende dit het leren van de catechis
mus, lezen, schrijven en rekenen. Tevens
werden de kinderen goede manieren bij
gebracht. Al sinds de middeleeuwen werd
op Nederlandse scholen aan meisjes en
jongens van drie tot vijftien jaar samen les
gegeven, in één lokaal door een school
meester die soms hulp kreeg van zijn
vrouw of van een jongere ondermeester.
Er was geen leerplicht; men kon zijn kind
op elk willekeurig moment van school
halen of op school plaatsen. Vooral op
het platteland gingen de meeste kinderen
alleen naar school als er weinig werk op
het land was. Hierdoor waren de klassen
's winters aanzienlijk voller dan tijdens de
zomer.
Schoolmeesters
De Hoofdschool van Bergen heeft tussen
1778 en 1812 vier schoolmeesters gekend,
namelijk Simon Wildeboer (1778-1784),
Klaas van Lienen (1784-1796), Theunis
Stant (1797-1802) en tenslotte Dirk
Nierop (1803-na 1811). De school op Het
Woud had meer te kampen met vacante
schoolmeestersposten. Alleen al tussen
1794 en 1812 kwamen en gingen er zeven
schoolmeesters: Sas (1794-1795), Baskc
26