Tekening: Bennie Stam-Min BURGEMEESTER en WET HOUDERS van BERGEN (N.-H.) brengen 'ter algemeene kennis, dat een schoorsteenschouw zal Worden gebonden voor boerde rijen in deze gemeente gelegen, en wel in bet tijdvak van 15 Mei tot 15 Jnni a.s. De bewoners worden uitgenoo- digd voor den goeden gang van zaken dengenen, die met den scbouw zijn belast, en voorzien zullen zijn van een aanstelling, de meest mogelijke medewer king tfe verleenen. Voor zooveel noodig wordt bierbij herinnerd aan betbe paalde bij art. 140 der Bouwver ordening, waarbij is bepaald, dat aan de ambtenaren bij bet bouw- en woningtoezicht, de dienaren van de gemeente-p oli- tie en aan ben die door den Raad dezer gemeente met de uitvoering dezer verordening zijn belast, de last wordt ver strekt, met inachtneming van. de voorschriften van dé. Wet' van 31 Augustus 1853", Staats blad No. 83, desnoods tegen den wil van de bewoners, alle ge bouwen en alle, al dan niet af gesloten ruimten, te allen- tijde binnen te treden, ten. einde voor de naleving dezer verordening te waken of tot bare uitvoering mede te werken. Bergen (N.-H.), 10 Mei 1930. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, H. VAN REENEN. De Secretaris, G. TAAPKEN. Politieverordening vervangt), de inwoners hun schoorstenen regelmatig te laten vegen ter voorkoming van brand. Vrijwillig of verplicht? Hoe in vroeger tijd mensen werden inge zet bij het blussen en over de organisatie, daarvan is in het archief nauwelijks iets te vinden. Een eerste aanzet is de brief van een vijftal inwoners aan de gemeenteraad, te weten: J. Oldenburg, W. Veenhuijsen, C. Meijer, W. van der Steen en Jb. Houtenbos. In de brief schrijven ze dat het hun bekend is dat de oprichting van een vrijwillig brandweercorps door de ingezetenen gewenscht wordt en voor de gemeente nuttig kan zijn'. Daarom heb ben ze samen met nog 21 ingezetenen op 4 januari 1895 besloten tot oprichting van een vrijwillig brandweerkorps. Deze datum is het begin van de geschiedenis van de Vrijwillige Brandweer van Bergen NH. Voorts verzoeken de briefschrijvers: 'dat aan het corps mogt worden opgedra gen tot wederopzegging toe de bediening van de gemeentebrandspuiten en brand- kranen, en zij daarover ten allen tijde bij brand en met oefeningen met uitsluiting van ieder ander mogen beschikken'. Bij monde van de oudste wethouder, de heer J. Leijen, prijst de voorzitter van de gemeenteraad dit initiatief en blijk van burgerzin. De eerste 'Verordening tot regeling van het Brandwezen in de gemeente Bergen NH' wordt op 10 januari 1908 door de gemeenteraad vastgesteld, maar op 19 maart 1918 besluit hij tot het instel len van een verplichte brandweer, met een aanvulling van de Algemene Politiever ordening. Elke mannelijke inezetenen tus sen de 18 en 50 jaar is dan brandweer- plichtig met als taken: 1. oefenen met brandblusmiddelen, 2. blussen van brand en 3. handhaven van de openbare orde. Het is mogelijk deze verplichting af te kopen met een jaarlijkse storting in de gemeentekas van 20 voor brandmees ters, en 10 voor het overig brandweer personeel. Het bestuur van de brandweer wordt opgedragen aan C. Meijer als pre sident-brandmeester voor Bergen en Jb. Stroomer voor Bergen aan Zee, met bij elke spuit tenminste twee brandmeesters. Kruipt het bloed dan toch waar het niet gaan kan? In de vergadering van 23 december 1924 geeft de burgemeester de gemeenteraad in overweging de bestaande verplichte brandweer om te vormen tot een vrijwillige brandweer. Aanleiding is de toen zojuist aangeschafte Ford- motorbrandspuit, waar omheen zich een groep vrijwilligers heeft geformeerd voor oefening en bediening. De gemeenteraad neemt dit voorstel over, waardoor Bergen met ingang van 1 januari 1925 weer beschikt over een vrijwillig brandweer korps. De zaken worden nu wat formeler aangepakt in de 'Verordening op de Brandweer te Bergen NH'. Deze veror dening geeft onder meer aan dat het korps bestaat uit een opperbrandmeester, brandmeesters en manschappen, er één keer per twee maanden wordt geoefend en men een vergoeding 'geniet' tijdens oefeningen van 0,40 per uur en bij brand van 0,60 per uur. 'Brandbluschmiddelen voor zooveel die bestaan' Voor een effectieve brandbestrijding moet men beschikken over een goed opgeleid brandweerkorps, voorzien van het beste materiaal. De eerste rekening voor het aanschaffen van brandblusmiddelen is die van 15 oktober 1827. Carel Gerber, brandspuitmaker te Haarlem leverde de gemeente twee draagbare brandspuiten voor een bedrag van ƒ118. Of de brand blusmiddelen in de vorige eeuw zo effec tief waren mag worden betwijfeld. In de gemeentelijke jaarverslagen worden van tijd tot tijd vraagtekens gezet bij het nut tig effect ervan. Zo vermeldt het jaarver- 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1997 | | pagina 9