Egmonder cn Bergermeer, tussen 1560 en 1564 door Louris Pietersz. getekend. Op de oudste kaart van de Egmonder en Bergermeer, die van Sijmon Meeuws van Edam uit circa 1540 (Archives Nationales, Parijs), is de Kuylebreecke nog niet inge tekend. In 1568 maakte de Alkmaarse burge meester en landmeter Adriaen Anthonisz de eerste kaart van de bedijkte en droog gemaakte Bergermeer. Deze kaart was uitsluitend bedoeld als registratie van de nieuw-verkavelde landen, reden waarom het Rampenland, Gerbricht's Wiert, Floris Maerten's Landt en de wipmolen wel weergegeven zijn, maar de Kuyle breecke (de Kuilebreek) niet. Rondom de braak Kuilebreek lagen de volgende drooggemalen percelen: de Wielandtspoelen (acht kavels), de Wierten (vier kavels), Gerbricht's Wiert (oud, niet verkaveld land) en het land Kuilebreek zelf (drie kavels, die in 1568 voor acht jaren werden verpacht). Al deze percelen zouden omstreeks 1680 - 1700 deel gaan uitmaken van een grote boerderij, De Vogelkooi, van meer dan 45 hectaren. De Vogel Coy Op 27 oktober 1660 maakte de Heer van Bergen, Anthonis Studler van Zurck, die sinds 1641 de eigenaar van de Heerlijk heid Bergen was, tezamen met zijn echt genote Susanna Thibout zijn entree in het dorp onder een erehaag van enkele hon derden Bergenaren, die met musketten en geweren saluutschoten losten. De schout, burgemeesters, schepenen, achtsluiden en secretaris legden de eed van trouw af en in aanwezigheid van 450 dorpelingen werd het belangrijke 'Privilege' voorgele zen. Hiermee verleenden de Heer en Vrouwe hun onderdanen voorrechten op bestuursgebied, in de exploitatie van dui nen, in de vogelarij en de visserij. Artikel vijf van het Privilege luidde als volgt: dat het onse voorseide Ingeseetenen ende Buren vrij sal staen met het slagnet ende de lange lijn in het vlacke te leggen op plevier, kievit, poelsnep ende spreeuw mits dat zij op hondert roeden na niet en zul len comen aen onse vogelkoijen Een bevestiging dus van het bestaan in Bergen in 1660 van tenminste één vogelkooi, waarin verschillende zwemvogels, voor namelijk eenden werden gevangen. Op de kaart van Jan Jansz. Dou, omstreeks 1660 door Blaeu uitgegeven en in opdracht van Anthonis Studler van Zurck gemaakt ('Allernauwkeurigste Beschrijving van het Berger Grond gebied'), is de Vogel Coy - van het rog- De Vogel Coy van het roggen-ei model op de kaart van Blaeu. De 45 hectaren grote boerderij De Vogelkooi in de Ber germeer gearceerd op het Minuut-plan uit 1832. Het niet gearceerde gedeelte is het perceel van de boerderij en tuin. De plaats van de een denkooi Vogel Coy is aangegeven met een cirkeltje. De late re aankoop (1917) van een stuk grond langs de Croeneweg is met een stippellijn aangegeven. gen-ei model, dat wil zeggen met vier uit lopers of 'vangpijpen' waarin het gevogel te gelokt werd - voor het eerst nauwkeu rig weergegeven. Ook op latere kaarten van Dou, in 1680 in opdracht van het Hoogheemraadschap van de Uitwate- rende Sluizen in Kennemerland en West- Friesland gemaakt, is de Vogel Coy goed te zien. Eendenkooien zijn ontstaan in de 14e en 15e eeuw en worden, hoewel sterk in aantal verminderd, nog op enkele plaatsen gebruikt. Het vangen geschiedt op een plas water omzoomd met rietschermen en bosschages, waarbij de kooiker met behulp van zijn kooikerhondje de wilde vogels lokt en in de vangpijpen van de eendenkooi drijft. De karakteristieke pluimstaart van het kooikerhondje speelt hierbij een belangrijke rol. Het betreft een soort lokjacht - geen drijfjacht - waar veel kennis van het gedragspatroon van wilde eenden bij nodig is. Boerderij De Vogelkooi In 1832 werden de allereerste kadastrale kaarten (het Minuutplan met de bijbeho rende Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels) opgesteld. Hieruit blijkt dat de boerderij De Vogelkooi - bestaande uit de kadastrale percelen Bergen Sectie E 41, 51 t/m 56, 61 t/m 67 en 86 - mogelijk reeds een groot aantal jaren eigendom was van Cornelis Goed, boer te Bergen. Met een kadastrale oppervlakte van 46 hectaren was hij op zes na de belangrijkste groot grondbezitter van Bergen. Bovendien was de boerderij De Vogelkooi de voornaam ste boerderij in de Bergermeer. Die van Dirk de Lange (thans van P.J. Bruin, Groeneweg 48), toen met 31 hectaren, kwam op de tweede plaats. Een andere grote en losstaande boerderij lag aan de Krommesloot. Verder stond in de Ber germeer in 1832 geen enkel losstaand huis of boerderij. De overige tien boerderijen, een tapperij (Groeneweg 9), twee molens (de onbewoonde Viaanse en de Dikke Molen) met de bijbehorende en bewoon de twee molenaarshuizen, bevonden zich alle langs de ringvaart. In 1836 werd de boerderij De Vogel kooi gekocht door Cornelis Nat, timmer man te Egmond aan de Hoef, en in 1842 door Willem Wagemaker, landman in Egmond aan de Hoef. Op 17 januari 1882 werd Jan Besse de nieuwe eigenaar voor het bedrag van 63.000. Jan Besse over leed in 1915 en liet twee zonen Dirk en Pieter na. Dirk bewoonde de boerderij tot in 1917. De Vogelkooi lag aan het Zwartewegje 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1997 | | pagina 23