Berge r-meer s-caerte Jaap Bruynzeel Van Vogel Coy tot Karperton De Berger-Meers-Caerte, in 1629 door Daniël van Breen getekend, geeft de wip molen van Floris Maerten's Dijckage (Maertens Landt) en de Kuijlebreek met 3 Parcelen aan. Rechts van de molen ligt de niet ingetekende Vogel Coy op perceel nr. 1 (foto Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Leiden. Van de kaart is door drs. D. de Vries een analyse gemaakt. Zijn bevindin gen zullen worden gepubliceerd in Caert- Thresoor 1997, nr. 2). Na het overlijden in 1507 van Margaretha van Borsselen als Vrouwe van Bergen, kwam de heerlijkheid Bergen in eigendom van haar zoon Reynout van Brederode. Na zijn overlijden in 1556 werd zijn zoon Hendrik eigenaar van de heerlijkheid, met inbegrip van de nog niet ingepolderde Bergermeer. In de Bergermeer lagen in die tijd enkele hoger gelegen landerijen als eilan den in het meer. De vier grootste waren Lagerijm (Lange Rijm), 't Wieland (de Wielanden), het Corperswiel (later Ger- bricht's Wiert genoemd) en ten zuiden daarvan het grote stuk Scholm-Papen- land-Stalem (later Goudert genoemd). Ten noordwesten van Gerbricht's Wiert lag het Rampenland en ten westen Floris Maerten's dijckage. Het water uit Floris Maerten's dijckage (het bedijkte Crom- water) werd uitgemalen door een wipmo len gelegen tussen Gerbricht's Wiert en Goudert. Bij deze wipmolen heeft reeds voor 1555 een doorbraak plaatsgevonden, waarbij een braak (wiel of kolk) is ont staan genaamd 'de Berger Kuylebreecke'. In 1563 gaf Hendrik van Brederode opdracht tot het bedijken en leegmalen van de Bergermeer, hetgeen in 1566 was voltooid. De verkaveling vond plaats in 1567 en 1568. Tegelijkertijd legde Lamoraal van Egmond de Egmondermeer droog. In 1568 overleed Hendrik van Brede rode als 'politiek vluchteling' in Duits land. Daarom werden al zijn goederen en grondbezit, waaronder de Bergermeer, geconfisqueerd, inclusief de genoemde Kuylebreecke met Vogel Coy, die later als eendenkooi op de boerderij De Vogel kooi gebruikt zou worden. De Kuylebreecke De Berger Kuylebreecke staat voor het eerst vermeld op een kaart van de 20

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1997 | | pagina 22