1907: de Bergense VVV opgericht
Vereeniging ter bevordering van het
Vreemdelingenverkeer te Bergen (N.-H.)
Henk Jellema
De 'vreemdelingen' weten de heerlijkheid
reeds lang te vinden
Gedurende de kleine eeuw toerisme die Bergen tot nu toe gekend heeft is de rol van de
90-jarige plaatselijke VVV steeds aanzienlijk geweest. En nog altijd neemt de VVV een
belangrijke plaats in als het gaat om nationale en internationale promotie, bemiddeling bij
het vinden van logiesaccommodatie, informatieverstrekking in de ruimste zin van het
woord en de verkoop van kaarten, gidsen en theatertickets. Het ledental van de VVV
Bergen-Bergen aan Zee beloopt momenteel circa 350. Berekeningen hebben uitgewezen
dat deze bedrijfssector, mede door zijn economische verwevenheid met andere sectoren,
in Bergen en Bergen aan Zee de belangrijkste is. Daarom is er aanleiding om vanuit het
kroonjaar 1997 eens terug te kijken naar deze springlevende vereniging die de belangen
van talrijke Bergenaren en hun gezinnen behartigt.
Jaap Veldheer, kunstschilder én eerste
voorzitter van de VVV, gaf de vereniging
dit beeldmerk mee.
Wie iets wil schrijven over de Vereniging
ter Bevordering van het Vreemdelingen
verkeer moet zich verdiepen in het ont
staan en de ontwikkeling van het toerisme
in de gemeente Bergen. Het plaatselijk
toerisme is nauw verbonden met de vele
veranderingen die, zeker vanaf de 20e
eeuw, in de eeuwenoude heerlijkheid heb
ben plaatsgevonden.
Hoewel deze beschrijving zich van
zelfsprekend richt op de periode 1907-
1997, moet ook worden gekeken naar de
tijd die aan het stichtingsjaar van de VVV
voorafging. Al in de 17e eeuw trok de
gegoede Alkmaarse burgerij op hoogtij
dagen naar de Bergense bossen. In zijn
19e-eeuwse 'Wandelingen door Neder
land' wijdt dominee J. Craandijk heel wat
regels aan ons dorp. Een van de prenten
in zijn reisgids draagt de titel 'Onder de
hooge boornen'
Vlakbij die bomen bevond zich aan
de Breelaan de vermaarde uitspanning
't Vrouwtje van 't Duin. In 1913 werden
de oude pittoreske panden ter plaatse
afgebroken en liet de familie Bruin het
hoge, nieuwe 'Duinvermaak', naar een
ontwerp van de Bergense architect J.C.
Leijen, op dezelfde plek bouwen. Nog
steeds weten jong en oud zich hier, waar
het dorp direct grenst aan duinen en bos
sen, uitstekend te vermaken. Het staat
vast dat de vroege aantrekkelijkheid van
Bergen als recreatieoord in eerste instantie
te danken is aan deze plaats met zijn vele
ontspanningsmogelijkheden. De toerist
die vóór 1900 in Bergen wilde logeren,
moest zich vervoegen bij de herberg aan
de voet van de Ruïnekerk, nu bekend als
'De Rustende Jager'. Na de eeuwwisse
ling kwam een keur aan logiesmogelijk-
heden tot stand.
De familie Van Reenen
De ondernemingslust van Jacob van
Reenen en zijn Duitse echtgenote Marie
Amalie Dorothea Völter, kreeg in Bergen
op het juiste moment alle kans om zich te
manifesteren. Jacob was de oudste zoon
van de Amsterdamse patriciër mr. J.J.H.
van Reenen, die de heerlijkheid in 1851
op een veiling kocht.
Vanaf 1885 was Jacob van Reenen
burgemeester van Bergen en onder zijn
leiding werden er vele zaken tot stand
gebracht. De dadendrang uit die periode
is in Bergen daarna niet meer geëvenaard.
Alle door het echtpaar Van Reenen in
gang gezette ondernemingen hadden een
publieksaantrekkend karakter. Die 'reu
ring' bracht geld in het laatje voor herber
gier en middenstander; naarmate de pro
jecten grootschaliger werden leverden ze
ook de Van Reenens voordeel op.
Zo werd in 1898 de renbaan voor
paarden met een sulky (tweewielig licht
wagentje) aangelegd. Tijdens de wedstrij
den was er een massa publiek op de been;
men kwam uit het hele land. Het terein
werd, na de opheffing van de renbaan,
deels benut als bouwterrein. De rest werd
geschonken aan de gemeente en bestemd
tot hertenkamp. Nog altijd is de ruim 80
jaar oude Hertenkamp met de levende
have het hele jaar voor jong en oud een
bron van genoegen. De ondernemings-
drang bleek ook uit twee projecten van
nog veel ingrijpender aard. In de eerste
Inf.-bur.Oude Prinsweg 25 - Secr. Vijverlaan 7.
12