In juli 1923 vóór Hotel Nassau- Bergen. Met zus Emmie (zittend) en een Duitse juffrouw vóór Hotel Nassau-Bergen. onderwijzer die in de Karei de Grotelaan woonde, tegenover waar nu de UW is. Frits kreeg les van het hoofd van de ULO-school, meneer Baretta, die tegen over meester Beets woonde. Het tramme tje stopte op het perron waar nu de bus halte is. Daar stond meneer Baretta al klaar. Hij stak met ons over naar zijn tuin en tilde ons daar over het heggetje. Frits bleef bij hem en ik liep door zijn huis heen naar de overkant waar ik werd opgevangen door meester Beets. Aangezien mijn moeder onderwijzeres was geweest, kon ze ons thuis met alles verder helpen. Vanaf de tweede klas ging ik naar de dorpsschool, waar nu garage Smit is, en daarna naar de driejarige ULO op de Beemsterlaan. Na mijn eindexamen stoomde meneer Baretta me klaar voor de HBS. Toen ik die had afgemaakt deed ik de tweejarige opleiding voor assistente in de huishouding aan de Huishoudschool. Dat eindexamen vergeet ik nooit meer: allemaal mannen die het afnamen terwijl we altijd van juffrouwen les hadden gehad. Een meneer Josephus Jitta exami neerde ons over hoe je overhemden moest strijken! Tot slot haalde ik nog mijn onderwijsakte aan de Kweekschool. Ik heb tijdelijk les gegeven hier in Bergen aan de Van Reenenschool. Het gebouw was in die tijd (1940) door de Duitsers bezet en daarom gaven we les in wat nu Juffrouw Zeiler (derde van links) onder de genodigden bij het borstbeeld van mevrouw M.A.D. van Reenen-Vötter tij dens de herdenking in 1981 van 75 jaar Bergen aan Zee (foto Henk Jellema). het Dorpshuis is: de derde klas met veertig kinderen in een lokaal met maar één deur. Dat heb ik altijd doodeng gevon den. Tot 1944 was ik gouvernante in de buurt van Deventer. In die periode speel de zich het drama met ons hotel af: het moest, samen met een groot aantal andere huizen in Bergen aan Zee in 1943 op last van de bezetter worden afgebroken! Mijn ouders evacueerden naar Baarn, waar mijn vader is overleden. Na 1945 Toen het noorden van Nederland bevrijd was ben ik mijn moeder gaan helpen die in 'De Dennen' in juni 1946 een voorlopig hotel was begonnen, in afwachting van de wederopbouw van Nassau-Bergen. Van 1951 tot en met 1966 ben ik in het bedrijf gebleven en op 1 januari 1967 trad ik in dienst van Frankenstate. Met ons drieën, Jacqueline van der Hagen, Len Bakker en ik, hadden we een voorlopig kantoortje in de showflat. Van daar uit ontvingen we de eerste bewoners. Daarbij was ook Adriaan Roland Holst. Omdat in die beginperiode de centrale keuken nog niet klaar was heb ik toen in onze kantoorflat op een paar butagasstel- letjes in gewone pannen gekookt. Van mezelf had ik zo'n drievakspan meege bracht, die ik altijd voor Roland Holst (lees door op bladzijde 14) 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1997 | | pagina 13