De duinen van Bergen omstreeks 1900
W.J. Resoort
Wie zich verdiept in de geschiedenis van
de duinen wordt getroffen door de vele
belangen die bij de bestemming, de
inrichting en het beheer van de duingebie
den aan de orde zijn geweest. Deze belan
gen, waarvan het gewicht in de meeste
gevallen is veranderd, zijn: kustverdedi
ging en duinbehoud; bebossing en land
bouw; de jacht; recreatie en toerisme;
waterwinning en zandverwerving. In de
loop der tijden heeft de nadruk steeds
anders gelegen. Tot ver in de negentiende
eeuw hebben jachtbelangen zwaar gewo
gen. Belangen die thans geen rol meer
spelen. Later in die eeuw lag het accent
op de kustverdediging en het duinbehoud.
Daarna krijgen de duinen omstreeks de
eeuwwisseling bovenal een grote waarde
voor de drinkwatervoorziening. Nu, aan
het einde van de twintigste eeuw, wordt
de nadruk vooral op het natuurbehoud en
de natuurontwikkeling gelegd.
Inleiding
Hoewel deze bijdrage betrekking heeft op
de toestand van de Bergense duinen rond
de eeuwwisseling, is het noodzakelijk nog
een eeuw terug te gaan. Over de toenma
lige staat van de duinen in de kuststreek
van Holland heeft J. Kops ons in het rap
port (1798) dat hij voor de commissie van
Superintendentie over het onderzoek der
duinen schreef, voortreffelijk geïnfor
meerd Het beeld dat Kops geeft is
duidelijk: in de meeste gevallen waren de
duinterreinen ernstig verwaarloosd.
Vooral konijnen hadden plaatselijk grote
schade aangericht. Als één van de weinige
uitzonderingen noemt Kops de duinen
onder Bergen. Een derde deel van het
duinterrein was hier bebost, hoofdzake
lijk met berken die waren geplant en die
zich later hebben uitgezaaid. Het reste
rende duinterrein lag er, aldus Kops,
woest bij. Van de duinen van Six (ten zui-
A1 met al vormden de duinen onder
Bergen in de vorige eeuw waarschijnlijk
een van de beter onderhouden duinterrei
nen in het Noorderkwartier.
Duinonderhoud
Van grote betekenis voor het duingebied
was de provinciale verordening van 12 juli
1892, nr. 41 op het in stand houden der
duinen en duingronden in de provincie
Noord-Holland. Deze verordening ver
ving een soortgelijke verordening uit 1842
die niet voldeed, mede omdat er door de
gemeenten onvoldoende toezicht op de
handhaving werd uitgeoefend. In de ver
ordening van 1892 trok de provincie het
toezicht naar zich toe: de verordening
was op alle duinen van toepassing, uitge
zonderd de duinen die bij het Rijk
(Staatsbosbeheer) in beheer en onderhoud
waren. De verordening dwong de onder
houdsplichtigen om drie jaar na afkon-
Buizerdvlak. Karakteristiek duinlandschap van
het waddendistrict. Spaarzame begroeiing.
Kustheide op de voorgrond Ifotocollectie Bert
Buizer).
den van Bergen) schrijft hij, dat er uitge
strekte vlakten waren die beplant waren
en goed hakhout opleverden. De overige
duinen waren woest en leverden geen
ander voordeel op dan de konijnen die
hier werden gevangen. Nergens werden
méér uitgestrekte woeste gronden aange
troffen dan in het midden van de Schoorl-
se duinen. Uit een rapport uit 1827 over
de toestand van de duinen in de gemeente
Bergen blijkt dat deze duinen dan vrijwel
zonder konijnen zijn, dat de enige op
brengst de jaarlijkse verkoop van hout is
en dat er voor zover bekend geen schapen
in het duin voorkomen. De duinen wor
den door beplanting gestadig verbeterd.
In zijn rapport aan Gedeputeerde Staten
(1889) vermeldt de hoofdingenieur van de
provinciale waterstaat als zijn algemene
indruk dat de toestand van het midden-
en achterduin de laatste jaren sterk was ver
beterd maar dat het gebied nog zeer arm
was en weinig geldelijk voordeel bood.
Hij schrijft verder dat er niet veel konij
nen waren maar dat er duchtig werd ge
stroopt en dat veel helm werd gestolen (2).
Duintoppen. Op de voorgrond helmbeplanting
Ifotocollectie Bert Buizer).
diging der duinverordening de duinen
tegen verstuiving beveiligd te hebben en
te houden. Deze nieuwe verordening ging
Jacob van Reenen veel te ver. Volgens
hem dienden de eigenaren alleen te wor
den verplicht de grenzen van hun duinen
te beplanten om daardoor hun naburen
voor verstuiving te vrijwaren.
Uit de provinciale jaarverslagen blijkt
dat eerst omstreeks de eeuwwisseling de
duinen in Schoorl grondig werden
beplant of bebost. In de Gids voor Bergen
en Bergen aan Zee werden de aanplantin
gen in Schoorl nadrukkelijk vermeld
Bij het in werking treden van de verorde
ning bedroeg, aldus Jelles, de oppervlakte
'witveld' in de duinen bijna 500 hectaren
(4). In het onderhoudsjaar 1893-1894 was
deze oppervlakte al teruggebracht tot
ruim 250 hectaren. In dit kader is het ook
van belang te vermelden dat in Bergen in
1885 een begin werd gemaakt met het
beplanten van circa 200 hectaren 'witte
34