Van de boekenplank
(vervolg van bladzijde 37)
zelf stond temidden van het verbaasde
gezelschap. Pastoor Nanning stond op en
bood haar met een hoofs gebaar een stoel
aan. Ze was vergezeld van haar kleinzoon
en werd gevolgd door een lakei. Deze
zette een 'bewerkte amboinsch houten
kist' op de tafel en trok zich daarna terug.
Het gezelschap was intussen van verba
zing overeind gekomen. Maar de heren
Braamcamp en Rademaker leken het
bezoek min of meer verwacht te hebben.
"Laat ik u niet storen, mijnheer pas
toor", zei de Vrouwe, allen een wenk
gevend te gaan zitten. "Als ik me niet ver
gis hield u zich bezig met de schone
dichtkunst; ze is een beminnelijke, maar
zedige en wel eens licht verschrikte jonk
vrouw. Ik bid u, ga voort, mijnheer",
sprak ze tot Wellekens. De goede man
was echter te verbouwereerd om aan haar
wens te voldoen. Zijn manuscript was
alweer in een van zijn wijde zakken ver
dwenen.
Het geschenk
«Meneer pastoor», zei de Vrouwe vervol
gens, «ik heb eene kleine schuld aan u af
te doen. Een mijner onderzaten heeft een
eigendom van u geschonden niet alleen,
maar heeft, wat veel meer is, u gegriefd in
hetgeen u het dierbaarste moet wezen.
Dat wensch ik zoo veel mogelijk te ver
goeden, gelijk ik het door de afzetting van
den schuldige gestraft heb. Hier is» en
tegelijkertijd opende zij het kistje, «een
Misboek, dat, zoo ik hoop, op het aan
staande Pinxterfeest iets tot den luister
van uw kerkdienst zal mogen bijdra
gen...»
En ze overhandigde pastoor Nanning
een fraai in fijn leder gebonden missaal
met zilver beslag. Nanning, altijd zo wel
bespraakt, kon nauwelijks woorden vin
den om te bedanken. Wellekens was op
één knie gevallen en kuste de hand van de
Vrouwe. Met tranen in de ogen las hij
vervolgens de laatste strofen van zijn vers:
Eeuw uiteeuw in. Zo bloei dit lant,
Door dwang noch tweedragt aangerant,
Tot vreugt en troost der Edle Vrouwe.
Vaar wel, o Bergerbosch, 'k moet voort,
En dryf weer, 'k weet nau, zuit of noort.
m
Noten
1. Volks-almanak voor Nederlandsche
Katholieken, in het Jaar des Heeren 1858,
bij-een-gebracht door Jos. Alb. Alber-
dingk Thijm. Verschenen te Amsterdam.
De bijdrage van Thijm zelf omvat ruim
100 bladzijden en is getiteld: Joan Nan
ning, Tafereeltjens uit de vorige eeuw',
door Pauwels Foreestier, Buikslooter. De
tafereeltjes beschrijven 'met zekere vrij
heid van stoffeering' de periodes Weesp,
Bergen en Buitenveldert (collectie Piet
Mooij, Bergen NH).
2. Mevrouw Van Re enen-Völter schrijft in
'De Heerlijkheid Bergen in woord en
beeld' dat bij het overlijden van Susanna
ook de vader van Willem Adriaan reeds
was overleden. Deze stierf echter pas in
1742.
3. Het betrof slechts een tot kerk ingericht
woonhuis, gelijk alle roomse kerken in de
Verenigde Provinciën gedurende de 17e
en 18e eeuw.
4. 'In waardschap zijn': als gast vertoeven.
5. De bedevaartkapel tussen Heiloo en
Limmen.
6. Stadsarchief Amsterdam. Zie ook:
Clara Bille, De tempel der kunst of het
kabinet van den heer Braamcamp,
Amsterdam, 1961.
"Wie houd hier Hofde Vrou van
Bergen,
Doorluchtig door haar stam en deugt,
Die zich noch 't allerhoogst verheugt
Als geen misdryf haar rust komt tergen.
ZYDULT GEEN WOLVEN ONDER
'T VEE,
Maar houdt hier land en bosch in vree;
De Hemel gun noch lange dagen
Aan die dus loffelyk gebiet.
Zo blyf de zoon lang haar behagen,
Die haar' de lieve dochter liet.
Zo bloei de telg hier van Nassouwe
De tekeningen op bladzijde 36 en 37 zijn
van Bennie Stam-Min.
Remembrance and Friendship
Al weer enige tijd geleden verscheen van
onze plaatsgenoot, de heer J(aap) J.
Kroon, het boek 'Remembrance and
Friendship Bergen NH 1939-1945 en de
voorgeschiedenis; geschiedkundige ver
handelingen van 1945 tot en met 1995
over herdenken, erkenning en dankbaar
heid jegens geallieerde ex-oorlogsvliegers
van de R.A.F. in Bergen NH, Engeland en
elders'.
Na een inleiding en diverse voorwoor
den is het boek qua hoofdstukken opge
deeld in periodes, waarbij het jubileum
jaar 1995 de afsluiting vormt. In de eerst
behandelde periode 1945-1955 gaat het
om herdenking van gevallenen én viering
van de bevrijding. De tweede periode
1955-1970 wordt afgesloten met aktivitei-
ten van het Carillon-comité, dat op 3 mei
1970 het in de toren van de Ruïnekerk
geplaatste speelwerk overdraagt aan het
gemeentebestuur.
De daarop volgende periodes kenmer
ken zich door intensievere contacten met
de overlevende piloten en de nabestaan
den van hen die omkwamen, en in Bergen
hun laatste rustplaats vonden. Ook de
foto's met het overige illustratiemateriaal
gaan dan vooral over allerhande bijeen
komsten met hen, afgewisseld met
authentieke foto's van vliegtuigen en hun
bemanningen uit de oorlogsperiode.
Het boek is vooral een getuigenis van
de grote hoeveelheid activiteiten die voor
onze bevrijders werd ondernomen. Daar
om spreekt het sterk tot de verbeelding
van lezers die op een of andere wijze bij
dit werk betrokken zijn geweest. Maar het
schept evenzo afstand tot hen die daarin
geen rol hebben gespeeld.
Dat doet evenwel niets af aan de ver
dienste van de auteur voor Bergens
geschiedenis. Die is rijk én gevariëerd en
daarvan geeft ook Kroon blijk met zijn
boek over herdenken, als onderdeel van
ons verleden. Tenslotte, het uitbrengen
van dit boek door uitgeverij 'de Coogh'
maakt het tot een strikt Bergense aangele
genheid, waarmee het unieke van dit dorp
weer eens is bewezen.
Het boek is uitgegeven onder ISBN 90
75440 014 en kost 34,50. Het is te verkrij
gen in de boekhandel, bij de auteur.
Eikenlaan 12, en de uitgeverij, Kogendijk
99. A.A. Veer
39