Grenspalen tussen Bergen en Schoorl W.S. Janssen, Schoorl Van oudsher is de behoefte aanwezig geweest om het eigen grondgebied op duidelijke wijze aan te geven. Van het stedelijke of dorpse grondgebied tot het particuliere voor- of achtertuintje. Juridisch gezien is het altijd belangrijk geweest te weten wie het beheer over het betreffende grondbezit voert en hoe omvangrijk het is. Maar vóór de komst van het kadaster in de Franse tijd was de aanwezigheid van grote of kleine grenspalen vrijwel het enige herkenningspunt. Met de komst van het kadaster in 1832 werd de afbakening van een grondgebied eenduidig vastgelegd in openbare registers. De vormgeving van grenspalen heeft in de loop der eeuwen een geheel eigen ontwik keling ondergaan. Voor zover bekend waren in onze streek de eerste grenspalen van hout. Na 1770 werden ze geleidelijk vervangen door exemplaren van Namense natuursteen.Nog later zijn er ook beton nen palen geplaatst. Waar al deze soorten palen langs de Bergense grens met Schoorl staan of stonden, gaan we in het onder staande verkennen. In een later artikel hopen we ook de palen op de grenzen met Alkmaar en Egmond te kunnen be spreken. 1732: Houten grens- of banpalen In het oud-archief van de gemeente Schoorl bevindt zich een grensbeschrijving uit 1732 van de duinen tussen Schoorl en Bergen. Hierin worden ten overstaan van graaf Willem van Nassau (1727-1792), vrijheer van Bergen, en jonker Dirk van Egmond van de Nijenburg (1695-1740), heer van Schoorl en Camp, door Anthony de Lange, schout van Bergen, en Teunis Vader, landmeter van Schoorl, acht hou ten palen beschreven die stonden vanaf de Heereweg op de hoek van de Banschei- dingslaan bij Aagtdorp tot op het strand. Deze grensbeschrijving, die van oost naar west loopt, luidt als volgt: 'Limietscbeijdinge tusschen de Schoorlder en Berger duijnen gedaanende vernieuwt den 28' november 1732, ten overstaan van de hoogwelgeboren heer Graaff Willem van Nassouw, vrij heer der vrije heerlijkheijt Bergen in Kennemer- landt etc. ter eenre, ende de hoog Ed. heer jonker Dirk van Egmond van de Nijen burg, heere van Schoorl en Camp etc. ter andere zijde; door ons ondergesz. Anthony de Lange, Schout van Bergen, en Teunis Vader, geadmitteerde Landmeter tot Schoorl in manieren als volgt: Eerstelijk een paal staande aan de Heereweg aan de hoek van de Banheijning- laan raijende (rooiende, grenzend aan) gelijk met de sloot ten noorden van de voorsz. laan sulx dat de gemelte sloot is blijvende onder de banne van Schoorl en de Banheijninglaan onder de banne van Bergen, sijnde de voorsz.paal aan de eene zijde geteijkent met het wapen van de heer van Bergen en aan de andere zijde geteijkent met een roode leeuw; wesende dit de eerste paal welke op de voorsz. limietscbeijdinge staat. Van dese eerste paal duijnwaards ingegaan ter lengte van hondert en drie roeden, raijende van 't west na 't zuijden zeven grade, ende aldaar de tweede paal gestelt, uijt welke linie 't geregt van Bergen winkelregt (loodrecht) te meten staat agt roeden negen voeten, alles rijn lands maat. Van de voorsz. tweede paal dwars door duijn geraijt tot aan zee toe oost ende west vier grade na 't zuijden ende in deselve linie de derde paal tusschen de voorduijnen en de Scheijdblenk (veld naam, zie Scheiblink bij paal VI op wan- delkaart uit 1926). Vervolgens in de voor sz. linie de derde paal gestelt een weijnig beoosten de voorsz. Scheijdblenk. Wijders in de voorsz. linie de vierde paal gestelt aan den voet van de voorsz. Scheijdblenk, ten westen deselve. Vervolgens in de voorsz. linie de vijf de paal gestelt aan 't oosteijnde van de greppel, voor desen in sekere vlakte van de bovengenoemde limietscheijdinge gegraven. Ende aan t westeijnde van de selve greppel mede een paal gestelt, sijnde de seste paal. Nog in de meergemelte linie de zevende paal gestelt een weijnig beoosteit de Zeeduijnen. Eijndelijk de agste paal gestelt in de voorsz. linie aan de zeestrandt, makende alsoo dese 2e, 3e, 4e, 5e, 6e, 7e en agste palen een regte linie dienende tot scheij dinge van de voorsz. duijnen en zeevon- derijen op de strandt, met welke palen deselve liemietscheijdinge van de Banheijn inglaan af tot in zee toe is gedaan. Aldus gedaan den 28' November 1732 en ten oirconde getekent T. Vader'. 1770: Hardstenen grenspalen De grenspalen waren zoals boven beschre ven aanvankelijk van hout. De invoer van natuursteen en het daarna bewerken tot grenspaal was in verhouding tot het doel een kostbare aangelegenheid. De houten palen konden bovendien licht worden verankerd, zodat ze zich gemakkelijk lie ten verplaatsen: in ons duinterrein stoof een laag paaltje gemakkelijk onder! Maar rond 1770 werden ze geleidelijk vervangen door exemplaren van Namense steen. Langs de noordgrens van Bergen staan thans nog vier oude grenspalen, waarvan drie van Namense steen. Het zijn de volgende: 1. Vlakbij de buitenste duinenrij, de zgn. zeereep, bevindt zich een obeliskvor- mige grenspaal (zie foto 1Deze is vier kant van vorm, naar boven taps toelopend met een spitse beëindiging. Op deze paal zijn alleen wapenschildjes aanwezig. De wapens van Bergen en Schoorl zijn er nooit in aangebracht, waarschijnlijk om dat de paal toch niet aan een hoofdverbin- Foto I. Hardstenen grenspaal vlakbij de buitenste duinenrij. De wapenschildjes zijn onbewerkt 44

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1995 | | pagina 22