Herinnering aan karakteristiek Bergen
D. Zwakman
Begin december 1994 werden tijdens een
discussie in de gemeenteraad over een
nieuw te bouwen gymnastieklokaal drie
mogelijkheden voor de locatie genoemd,
t.w. de speelplaats van de Van Reenen-
school en de twee veldjes in het bos bij de
Hoflaan. Gelukkig werden hiertegen
bezwaren aangevoerd. Terecht! Deze ter
reinen in en naast het Bergens bosbezit
zullen als 'beschermd natuurgebied' wor
den aangewezen. Natuur en landschap
zijn hier uniek en bepalen mede het eigen
en bijzondere karakter van Bergen. Daar
om zullen deze waarden tot uitdrukking
moeten worden gebracht om het histori
sche karakter van Bergen te bewaren.
Nog in de jaren '30, vóór de bouw van de
Van Reenenschool in 1931, was de omge
ving rond het oude begraafplaatsje geheel
landelijk.
De wandelaar die toen in de School
straat (thans Ruïnelaan) tegenover de
smederij met trafalje (nu Geerts; travalje
hoefstal om het paard te beslaan. Red.)
het bos inging, het paadje volgend dat
later het Spaansche Pad zou worden, zag
rechts slechts drie huizen. Die er nog
staan. Op de hoek een winkelpand, dan
een woonhuis, en als laatste een - thans ge
renoveerd - boerenarbeiderswoninkje, des
tijds het 'doodgravershuisje'. Daarna was
er alleen bos.
Links van het paadje was geen enkele
bebouwing, slechts hoge bomen met in
het midden een oprijpad, vanaf de School
straat lopend, naar het hoge toegangshek
van het door een sloot omgeven be
graafplaatsje. Bij dit hek stond het zoge
naamd lijkenhuisje, waar de lijken van de
in het dorp op straat gestorven zwervers
/landlopers en van op het strand aange
spoelde personen werden geborgen vóór
ze werden begraven. Tussen de bomen
voetbalden wij, de leerlingen van de op de
hoek Dorpsstraat/Schoolstraat staande
dorpsschool.
In het eerste huis voorbij genoemd
oprijpad, dat op de hoek stond van
Schoolstraat/Wilhelminalaan, woonde
toen de gemeente-architect J.H. Rogge
veen, die later directeur van de dienst
Gemeentewerken zou worden.
De Wilhelminalaan liep van de School
straat naar de Studler van Surcklaan, op
het punt waar ook nu nog deze laatste
laan overgaat in de Sluislaan, toen nog
slechts een karrespoor. Burgemeester
Lovinklaan en Maesdammcrlaan waren er
nog niet. Na het huis van Roggeveen
stonden toen maar vier, thans nog be
staande woonhuizen, waarvan het voor
laatste het huis is met de naam en een
gevelreliëf met voorstelling 'De Specht'.
Hier boog de Wilhelminalaan zuidwaarts
af, toen verder alleen aan de linkerkant
bebouwd. Rechts lag een open grasvlakte,
die de naam 'Flandriaveldje' droeg, waar
op de schooljeugd eveneens voetbalde.
Bebouwing van dit veldje vond eerst in de
jaren '30 plaats.
Terug naar het bospaadje dat nu het
Spaansche Pad is. Het kwam uit op een
achter de begraafplaats liggende grote
zandvlakte, omringd door hoogopgroei-
ende struiken. De vlakte overstekend liep
het paadje aan de ene kant langs het sloot
je dat het Maesdammerveldje aan de
noordzij afgrenst, aan de andere kant
langs een daar nu nog zijnde houtwal, en
tenslotte eindigend in het van de Hoflaan
komend en het voor Kranenburgh liggend
grasveld afgrenzend pad, dat daar het
bosgebied ingaat, richting het 'Dromen-
laantje'.Die grote zandvlakte, waarop
later de Van Reenenschool werd gebouwd,
had zowel aan de noord- als aan de zuid
kant doorgangen in de begroeiing naar de
Hoflaan resp. naar het Flandriaveldje.
Deze beschrijving moge weergeven
dat in die dagen de omgeving van de oude
begraafplaats nog nagenoeg pure natuur
en - zo dicht bij het dorp liggend - een
prachtig wandel- en speelgebied was,
zowel voor de bewoners van het dorp als
voor de zomergasten.
Het 'doodgravershuisje' aan het
Spaansche Pad nr. 4 in 1921. Bewoond
door Willem Blokker (fotoarchief Piet
Mooij, Bergen NH).
Het vroegere 'Flandriaveldje' gefoto
grafeerd vanuit het zuidwesten. Rechts de
nog slechts aan één kant bebouwde
Wilhelminalaan. De bok behoorde aan de
familie Klemkerk, die aan deze laan pen
sion hield (fotoarchief Piet Mooij, Bergen
NH).
38